Gerechtshof Den Haag, 06-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1663, BK-16/00512
Gerechtshof Den Haag, 06-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1663, BK-16/00512
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 6 juni 2017
- Datum publicatie
- 13 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1663
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:3129, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-16/00512
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in de eerste plaats in geschil of, zo nodig op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuurlijk, een verlies van € 42.500 ten laste van het inkomen uit werk en woning kan worden gebracht in verband met de onder 3.1 bedoelde obligaties. Verder is in geschil of belanghebbende recht heeft op aftrek in verband met scholingsuitgaven alsmede of aan belanghebbendes echtgenote ten onrechte geen algemene heffingskorting is toegekend.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-16/00512
Uitspraak van 6 juni 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 20 oktober 2016, nummer SGR 16/4629, betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2014 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 88.578 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 3.739, met inachtneming van een heffingskorting van € 1.277. Bij beschikking is een bedrag van € 568 aan belastingrente in rekening gebracht.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.