Gerechtshof Den Haag, 14-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1756, BK-17/00039
Gerechtshof Den Haag, 14-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1756, BK-17/00039
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 14 juni 2017
- Datum publicatie
- 22 juni 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1756
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:3227, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- BK-17/00039
Inhoudsindicatie
In geschil is of de Rechtbank terecht artikel 1.3 van de Tarieventabel 2015 ten opzichte van belanghebbende onverbindend heeft verklaard, en zo nee, of het bedrag van de bouwsom van € 35.399 waarnaar de leges bij uitspraak op bezwaar zijn berekend, te hoog is.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00039
Uitspraak van 14 juni 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de Heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van de Heffingsambtenaar tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 6 januari 2017, nummer ROT 16/2446, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Heffingsambtenaar heeft bij schriftelijke kennisgeving van 24 november 2015 van belanghebbende leges ten bedrage van € 1.580 gevorderd (hierna: de aanslag) ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het terugplaatsten van een dakopbouw op het pand [Y] te [Z] .
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Heffingsambtenaar belanghebbendes bezwaar gedeeltelijk toegewezen en het bedrag aan leges nader vastgesteld op € 1.072.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag herroepen, de Heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van € 990 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 46 gelast.