Gerechtshof Den Haag, 28-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1965, BK-16/00087 tot en met 94BK-16/000
Gerechtshof Den Haag, 28-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1965, BK-16/00087 tot en met 94BK-16/000
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 juni 2017
- Datum publicatie
- 6 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1965
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:239, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-16/00087 tot en met 94BK-16/000
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is in geschil of de aanslagen terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd. Meer in het bijzonder is tussen partijen in geschil of: sprake is van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt (2001 tot en met 2006); bij het opleggen van de navorderingsaanslagen voortvarend is gehandeld (2001 tot en met 2006); de navorderingsaanslagen voldoende zijn gemotiveerd (2001 tot en met 2006); het vertrouwensbeginsel bij aanslagregeling navordering in de weg staat (2001 tot en met 2009); gehandeld is in strijd met artikel 10:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (2001 tot en met 2006, 2008 en 2009; door de Belastingdienst zorgvuldig is gehandeld (2001 tot en met 2006, 2008 en 2009); gehandeld is in strijd met het fair-playbeginsel (2001 tot en met 2006, 2008 en 2009); het vermogen van de Trust en [B] aan belanghebbende kon worden toegerekend; indien fiscale transparantie van de Trust wordt aangenomen: inbreng van vermogen in [B] heeft plaatsgevonden (2001 tot en met 2006, 2008 en 2009); rekening moet worden gehouden met de schuld aan de boedel (box 3) in de periode vóór het arrest van Hof Amsterdam van 3 juli 2008 (2001 tot en met 2006 en 2008); de echtgenoot een schuld heeft aan [B] (2008 en 2009); in het geval van fiscale transparantie van de trust vermogen worden toegerekend aan belanghebbende (2008 en 2009); belanghebbende bij gegrondbevinding van het hoger beroep recht heeft op vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-16/00087 tot en met 16/00094
Uitspraak d.d. 28 juni 2017
in het geding tussen:
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
en
de Inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 6 januari 2016, nummers SGR 15/2208, 15/2209, 15/2210, 15/2211, 15/2212, 15/2213, 15/2214 en 15/2217, betreffende de onder 1.1.1 tot en met 1.1.8 vermelde aanslagen en beschikkingen.