Gerechtshof Den Haag, 28-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1967, BK-17-00052
Gerechtshof Den Haag, 28-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1967, BK-17-00052
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 juni 2017
- Datum publicatie
- 6 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1967
- Zaaknummer
- BK-17-00052
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is, evenals voor de Rechtbank, in geschil of de met ingang van 1 januari 2013 in artikel 32bd van de Wet LB 1964 opgenomen regeling in het geval van belanghebbende leidt tot een belastingheffing die in strijd is met:
artikel 1 en het systeem van de Wet LB 1964; artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (hierna: EP), waarbij het geschil zich toespitst op de vragen of de terugwerkende kracht die in de regeling besloten ligt ontoelaatbaar is en of hiermee een disproportionele last op belanghebbende wordt gelegd; het gelijkheidsbeginsel/discriminatieverbod als vervat in artikel 14 van het EVRM, artikel 1 van het Twaalfde Protocol bij het EVRM en artikel 26 van het IVBPR.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00052
Uitspraak van 28 juni 2017
in het geding tussen:
[X] BV, gevestigd te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de Inspecteur.
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 20 december 2016, nummer SGR 14/633, betreffende na te melden afdracht op aangifte.