Gerechtshof Den Haag, 27-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1978, BK-17/00022 en BK-17/00023
Gerechtshof Den Haag, 27-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:1978, BK-17/00022 en BK-17/00023
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 27 juni 2017
- Datum publicatie
- 29 augustus 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:1978
- Zaaknummer
- BK-17/00022 en BK-17/00023
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is, evenals voor de Rechtbank, in geschil of de met ingang van 1 januari 2013 in artikel 32bd van de Wet LB 1964 opgenomen regeling in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (hierna: artikel 1 EP EVRM), waarbij het geschil zich toespitst op de vraag of de terugwerkende kracht die in de regeling besloten ligt, ontoelaatbaar is.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-17/00022 en BK-17/00023
Uitspraak van 27 juni 2017
in het geding tussen:
[X] B.V., gevestigd te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de Inspecteur.
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 17 november 2016, nummers SGR 14/5067 en SGR 14/11626 betreffende na te melden afdrachten op aangifte.
Afdrachten, bezwaar en geding in eerste aanleg
Belanghebbende heeft voor het tijdvak maart 2013 een bedrag van € 2.662.689 en voor het tijdvak maart 2014 een bedrag van € 2.543.127 aan pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing) op aangifte afgedragen.
Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende tegen deze afdrachten op aangifte ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Inspecteur beroep ingesteld bij de Rechtbank.
De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.