Gerechtshof Den Haag, 21-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2124, BK-17/00046
Gerechtshof Den Haag, 21-06-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2124, BK-17/00046
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 21 juni 2017
- Datum publicatie
- 18 juli 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:2124
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2016:15743, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-17/00046
Inhoudsindicatie
In geschil is of de waarde van de woning op een te hoog bedrag is vastgesteld.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00046
Uitspraak d.d. 21 juni 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, de heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (Rechtbank) van 12 december 2016, nummer SGR 16/6650 betreffende de onder 1.1 vermelde beschikking en aanslag.
Beschikking, aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde op 1 januari 2015 (hierna: de waardepeildatum) van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [Y] (hierna: de woning), voor het kalenderjaar 2016 vastgesteld op € 725.000 (hierna: de beschikking). Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende voor het jaar 2016 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente [Z] (hierna: de aanslag).
De heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Er is een griffierecht geheven van € 46. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.