Gerechtshof Den Haag, 12-09-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2609, BK-17/00431
Gerechtshof Den Haag, 12-09-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2609, BK-17/00431
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 12 september 2017
- Datum publicatie
- 13 september 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:2609
- Zaaknummer
- BK-17/00431
Inhoudsindicatie
In geschil is of de door belanghebbende voor [Y] verrichtte werkzaamheden kwalificeren als ondernemingsactiviteiten, en zo ja, of belanghebbende recht heeft op de zelfstandigenaftrek als bedoeld in artikel 3.76 van de Wet IB 2001.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00431
Uitspraak van 12 september 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 10 maart 2017, nummer SGR 16/6279, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 16.986. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag heeft de Inspecteur de te betalen belastingrente vastgesteld op € 202 (de beschikking belastingrente).
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar gedeeltelijk toegewezen en heeft hij het belastbaar inkomen uit werk en woning nader vastgesteld op € 16.348, alsmede de in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.