Gerechtshof Den Haag, 10-10-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2860, BK-17/00339
Gerechtshof Den Haag, 10-10-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2860, BK-17/00339
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 10 oktober 2017
- Datum publicatie
- 11 oktober 2017
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2017:2860
- Zaaknummer
- BK-17/00339
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of het belastbare inkomen uit werk en woning door de Rechtbank naar het juiste bedrag is vastgesteld. Naar het Hof begrijpt is de boete in hoger beroep niet in geschil. In het hogerberoepschrift is onder het kopje ‘Feiten’ vermeld dat de opgelegde vergrijpboete bovenmatig hoog is en moet worden gematigd. Vervolgens is onder het kopje ‘Geschilpunt’ vermeld dat het geschil ziet op de vraag of het inkomen nog steeds te hoog is vastgesteld en dat niet in geschil is de vergrijpboete van 25 percent. Het Hof leidt hieruit af dat belanghebbende de door de Inspecteur opgelegde vergrijpboete van 50 percent te hoog vond, maar in hoger beroep geen grieven heeft willen richten tegen de boete zoals deze door de Rechtbank is verminderd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00339
Uitspraak van 10 oktober 2017
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 19 januari 2017, nummer SGR 16/6711, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag en beschikkingen.
Aanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft belanghebbende op 15 juli 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premieheffing volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2012 opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 75.000 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 70.373 (hierna: de aanslag). Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen heeft de Inspecteur een vergrijpboete opgelegd van € 24.600 (hierna: de boetebeschikking) en is een bedrag van € 3.873 aan belastingrente in rekening gebracht (hierna: de beschikking belastingrente).
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het belastbaar inkomen uit werk en woning gehandhaafd, het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen verminderd tot nihil, de boetebeschikking verminderd tot € 14.044 en de in rekening gebrachte belastingrente verminderd tot € 2.211.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Ter zake daarvan is een griffierecht geheven van € 46.
De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 50.000, de boetebeschikking verminderd tot 25 percent van de, naar het Hof begrijpt, op de aanslag verschuldigde belasting en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 46 aan belanghebbende te vergoeden.