Home

Gerechtshof Den Haag, 21-11-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3509, 200.182.136

Gerechtshof Den Haag, 21-11-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:3509, 200.182.136

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
21 november 2017
Datum publicatie
8 december 2017
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:3509
Zaaknummer
200.182.136

Inhoudsindicatie

Einde samenleving. Woning uitsluitend eigendom van de man. Verbouwing van die woning betaald door de moeder van de vrouw of de vrouw. Vergoedingsrecht? Boek 3 titel 7 BW niet van toepassing in dit geval: geen eenvoudige gemeenschap. Niet vast te stellen of, en zo ja welke afspraken partijen gemaakt hebben. Ook artikel 1:87 BW niet van toepassing op samenwonenden. Ook aanvulling rechtsgronden via artikel 25 Rv met ongerechtvaardigde verrijking biedt geen soelaas, omdat gesteld noch gebleken is van verrijking aan de kant van de man. Vonnis vernietigd en de vordering tot vergoeding afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel, team familie

Zaaknummer : 200.182.136/01

Zaaknummer / rolnummer rechtbank: C/10/469898 / HA ZA 15-169

arrest d.d. 21 november 2017

inzake

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant in principaal appel, verweerder in incidenteel appel,

hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. W.D.W. van Aken te Sittard,

tegen

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde in principaal appel, appellante in incidenteel appel,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. M.E. van Kuijk-Wesdorp te Den Haag.

Het geding

Bij dagvaarding van 8 december 2015 is de man in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 9 september 2015, tussen de vrouw als eiseres en de man als gedaagde gewezen.

Voor het verloop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar hetgeen de rechtbank daaromtrent in het bestreden vonnis heeft vermeld.

De man heeft in de memorie van grieven vijf grieven geformuleerd.

Bij memorie van antwoord heeft de vrouw de grieven weersproken, tevens heeft zij incidenteel appel ingesteld.

De man heeft een memorie van antwoord in incidenteel appel genomen.

Op verzoek van de man is pleidooi bepaald. De man heeft zijn procesdossier overgelegd.

Bij H-formulier van 26 september 2017 is van de kant van de man nog een productie overgelegd. Deze is aan het dossier toegevoegd.

Ter terechtzitting van 6 oktober 2017 hebben partijen hun zaak bepleit onder overlegging van pleitnota’s. Zij hebben er mee ingestemd dat arrest wordt gewezen op het procesdossier van de man.

Beoordeling van het hoger beroep

Enige feiten en juridische context

De grieven van de man

Incidenteel appel

Proceskosten

Beslissing