Home

Gerechtshof Den Haag, 15-03-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:674, BK-16/00435

Gerechtshof Den Haag, 15-03-2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:674, BK-16/00435

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
15 maart 2017
Datum publicatie
16 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2017:674
Zaaknummer
BK-16/00435

Inhoudsindicatie

In geschil is of de aanslag terecht is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of voor het jaar 2015 is voldaan aan de in artikel 6 van de Uitvoeringsovereenkomst opgenomen verplichting, en zo nee, of op grond daarvan dient te worden beslist dat er voor de heffing van een BIZ-bijdrage geen wettelijke grondslag bestaat.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-16/00435

Uitspraak d.d. 15 maart 2017

in het geding tussen:

[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] , belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente [Z], de heffingsambtenaar,

op het hoger beroep van de heffingsambtenaar tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 5 augustus 2016, nummer SGR 16/221, betreffende de onder 1.1 vermelde aanslag.

Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende een aanslag in de BIZ-bijdrage voor het jaar 2015 ten bedrage van € 1.000 opgelegd (hierna: de aanslag).

1.2. De heffingsambtenaar heeft het daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Ter zake daarvan is een griffierecht geheven van € 46.

1.4. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag vernietigd, de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 742 en de heffingsambtenaar opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 46 aan haar te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

2.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 1 februari 2017. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

De Verordening

3. De raad van de gemeente [Z] heeft in zijn openbare vergadering van 30 mei 2011 de “Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ-bijdrage en op de subsidie voor de BI-zone [A] ” (hierna: de Verordening) vastgesteld. De Verordening luidt, voor zover hier van belang:

"Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a. BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied wordt begrensd door de ononderbroken rode lijn op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende gebiedskaart.

b. de wet: de Experimentenwet BI-zones;

c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

d. Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente [Z] en Stichting [B] gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 21 april 2011.

Artikel 2 Aanwijzing stichting

De Stichting [B] (hierna: stichting) wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam 'BIZ-bijdrage' wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander publiek belang in de openbare ruimte van de BI-zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

1. De belasting wordt gedurende een periode van vijf jaar jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI-zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2. De BIZ-bijdrage wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI-zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

(…)

Artikel 6 Maatstaf van heffing

1. De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde voor het kalenderjaar 2010.

2. Bij de bepaling van de heffingsmaatstaf wordt, buiten aanmerking gelaten de waarde van gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

3. De heffingsmaatstaf als bedoeld in het eerste lid geldt voor de gehele in artikel 4, eerste lid genoemde periode.

(…)

Artikel 7 Belastingtarief

1. De BIZ-bijdrage bedraagt per onroerende zaak, per belastingjaar:

Bij een WOZ-waarde van

Tot

BIZ-bijdrage

(…)

e.

€ 500.000

€ 1.000.000

€ 1.000

(…)

(…)

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

(…)

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

(…)

Artikel 12 Subsidievaststelling

1. De subsidie wordt verstrekt aan de stichting voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

2. De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de daarmee samenhangende perceptiekosten.

3. In de Uitvoeringsovereenkomst worden nadere regels gesteld over de wijze van bevoorschotting en de verrekening van meer- en minderopbrengsten van de ontvangen BIZ-bijdragen."

Vaststaande feiten

4.1. Belanghebbende dreef bij het begin van het belastingjaar in de onroerende zaak [A] […] te [Z] (hierna: de onroerende zaak) een onderneming onder de naam “ [Y] ”. De onroerende zaak is gelegen in de in artikel 1, aanhef en onderdeel a, van de Verordening aangewezen bedrijveninvesteringszone (hierna: de BI-zone).

4.2. De heffingsambtenaar heeft op de voet van artikel 22 van de Wet waardering onroerende zaken bij beschikking de waarde van onroerende zaak op 1 januari 2010 vastgesteld op € 540.000.

4.3. In de in artikel 1, aanhef en onderdeel d, van de Verordening genoemde Uitvoeringsovereenkomst (hierna: de Uitvoeringsovereenkomst) zijn de gemeente en de Stichting [B] (hierna: de BIZ-stichting), voor zover hier van belang, het volgende overeengekomen:

"3. Duur van de overeenkomst

De overeenkomst eindigt van rechtswege op 31 december 2016, tenzij tussentijds wordt besloten de looptijd van de overeenkomst te verlengen.

Wanneer zich een van de volgende situaties voordoet:

 (…)

 het niet nakomen van de afspraken door de Stichting;

 (…)

zullen de partijen in overleg treden omtrent de alsdan ontstane situatie, hetgeen kan leiden tot beëindiging van deze overeenkomst.

4 Prestatieafspraken

De Stichting:

 zal zich richten op collectieve belangenbehartiging van ondernemers in de BIZ en de realisatie van de activiteiten zoals vastgelegd in het activiteitenplan als bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst;

 (…)

 verplicht zich de activiteiten bedoeld in artikel 6 van deze overeenkomst en voor het jaar 2012 en volgende opgenomen in de bijlage bij deze overeenkomst te verrichten waarvoor de subsidie wordt verstrekt (in overeenstemming met artikel 7, lid 3, van de Experimentenwet BI-zones);

(…)

6 Begroting en activiteitenplan Stichting

Ten behoeve van de subsidie dient de Stichting jaarlijks een begroting en een activiteitenplan in voor het betreffende gebied. De hiervoor bedoelde stukken worden jaarlijks uiterlijk op 1 mei van het kalenderjaar voorafgaand aan het betreffende subsidiejaar ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

Voor het jaar 2012 zijn deze stukken als bijlage (als onderdeel van het plan van aanpak) bij deze overeenkomst gevoegd."

4.4.

Het Hof heeft bij uitspraken van 16 november 2016 beslist op vier hoger beroepen die eveneens een op de voet van de Verordening opgelegde aanslag in BIZ-bijdrage voor het jaar 2015 betroffen. Eén van deze uitspraken is op www.rechtspraak.nl gepubliceerd (nummer BK-16/00241, ECLI:NL:GHDHA:2016:3426). Tot de stukken van het geding van die zaak behoorde het in artikel 6 van de Uitvoeringsovereenkomst genoemde plan van aanpak dat op 24 maart 2011 door de Winkeliersvereniging [A] onder de naam “BIZ Plan van aanpak [A] [Z] ” is vastgesteld (hierna: het Plan van Aanpak). De heffingsambtenaar heeft een gedeelte van het Plan van Aanpak geciteerd in het hoger beroepschrift. Gelet op het een en ander staat naar het oordeel van het Hof buiten kijf dat het Plan van Aanpak behoort tot de op de zaak betrekking hebbende stukken als bedoeld in artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Desondanks heeft de heffingsambtenaar het Plan van Aanpak niet overgelegd. Hierin vindt het Hof aanleiding om met toepassing van artikel 8:69, derde lid, Awb de in zijn uitspraak van 16 november 2016, nummer BK-16/00241, geciteerde gedeelten van het Plan van Aanpak hier op te nemen. Deze gedeelten luiden:

"2.4 Activiteiten

De activiteiten van de BIZ worden onderverdeeld in 2 thema's, namelijk:

 Schoon, Heel en Veilig;

 Profilering van het historische karakter van het winkelgebied.

Het bestuur van de stichting van de BIZ zal duidelijke afspraken maken over de gemeentelijke inzet op het gebied van schoon, heel en veilig in de openbare ruimte. Deze inzet betreft de activiteiten die aanvullend zijn op de kwaliteitscatalogus van de gemeente. Dit wordt vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst.

De BIZ stichting is van plan om de volgende extra activiteiten te ontplooien, gerangschikt naar thema.

Activiteiten met als doel het verhogen van de representativiteit, de uitstraling en de veiligheid van de openbare ruimte (schoon, heel en veilig):

 Realiseren en onderhouden van duurzame beplanting;

 Bestrijden van onkruid;

 Aanschaf en plaatsing van banieren, met wisselende banieren per seizoen of per evenement;

 Verzorgen van sfeerverlichting in de maanden november t/m januari;

 Realiseren en onderhouden van stroompunten t.b.v. sfeerverlichting;

 Organiseren van veiligheidstrainingen voor ondernemers en hun personeel;

 Het verwijderen van graffiti;

 Aanschaf van een omroepinstallatie;

 Landmarks bij entree;

 Aanschaf en plaatsing van bewegwijzering;

 Herinrichting en doorontwikkelen straat;

 Bijdragen aan straatinrichting (straatverlichting en -meubilair, kunstwerken).

Activiteiten met als doel profilering van het historische karakter van de [A] door middel van activiteiten met een publiek belang:

 Ontwikkelen nieuwe huisstijl [A] ;

 Bijhouden van verenigingswebsite;

 Investeren in sociale media, zoals Hyves en Twitter;

 Bijdragen aan lifestyle magazine of winkelgids;

 Organiseren van activiteiten gericht op kunst en cultuur, zoals de boerendag, levende beelden, kaarsjesavond, blues, kerstmarkt, oldtimerdag, Halloween, levende etalage, [Z] Jazz, oranjemarkt.

(…)

2.6.

Begroting

(…)

2012

2013

2014

2015

2016

(…)

Beginsaldo

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Inkomsten

BIZ-bijdragen

104.850,00

104.850,00

104.850,00

104.850,00

104.850,00

Bijdrage vanuit Floravontuur

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Sponsoring

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

Totaal

104.850,00

104.850,00

104.850,00

104.850,00

104.850,00

Uitgaven

Schoon, Heel, Veilig en Uitstraling [A]

43.627,31

49.299,58

39.005,46

39.005,46

34.593,70

Activiteiten ten behoeve van profilering [A]

29.831,93

28.361,34

38.655,46

38.655,46

38.865,55

Perceptiekosten gemeente

0,00

3.200,00

3.200,00

3.200,00

3.200,00

Onvoorzien, BTW, organisatie en administratiekosten

31.390,75

23.989,08

23.989,08

23.989,08

28.190,76

Totaal

104.850,00

104.850,00

104.850,00

104.850,00

104.850,00

Resultaat

0,00

0,00

0,00

0,00

0,00

(…)

3 Organisatiestructuur

(…)

Het bestuur heeft als taak een BIZ-plan inclusief meerjarenbegroting op te stellen voor de periode van de BIZ (2012 - 2016). Op basis van deze begroting zal het bestuur ook jaarplannen opstellen, welke tevens gemonitord en bewaakt worden.

(…)

4 Monitoring en evaluatie