Gerechtshof Den Haag, 25-04-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1459, BK-17/00794
Gerechtshof Den Haag, 25-04-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:1459, BK-17/00794
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 25 april 2018
- Datum publicatie
- 15 juni 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:1459
- Zaaknummer
- BK-17/00794
Inhoudsindicatie
Aangezien belanghebbende haar beweerdelijke mede-eigenaar zelf in o.a. de loonadministratie en op de verzamelloonstaat als werknemer heeft vermeld, is het aan haar om te bewijzen dat deze persoon niet bij haar in dienstbetrekking was. Belanghebbende slaagt daarin niet. De afboeking van een vordering op deze werknemer is aan te merken als kwijtschelding daarvan. Naar 's Hofs oordeel kan in geval van bedreiging door de werknemer/debiteur sprake zijn van feitelijke oninbaarheid van een vordering, ook zonder dat incassopogingen zijn gedaan. Nu niet aannemelijk is dat de bedreiging zo ernstig is dat een redelijk handelende crediteur om die reden zou afzien van pogingen om de vordering te innen, vormt de kwijtschelding loon. Ook de aan de werknemer betaalde afkoopsom is loon. De Rechtbank heeft de opgelegde vergrijpboete ten onrechte vernietigd, want de Inspecteur had deze voldoende duidelijk aangekondigd.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00794
Uitspraak van 25 april 2018
in het geding tussen:
[X] CV te [Z] , belanghebbende
(gemachtigde: S.P. Meere),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Breda, de Inspecteur
(vertegenwoordigers: A.E.K. Zwartscholten en M.S.J. Pijnenburg-Braspenning),
inzake het hoger beroep van belanghebbende en het incidenteel hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 3 augustus 2017, nummer SGR 16/7777 betreffende de onder 1.1 vermelde naheffingsaanslag en beschikkingen.