Gerechtshof Den Haag, 01-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2003, BK-17/00746 en BK-17/00747
Gerechtshof Den Haag, 01-08-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:2003, BK-17/00746 en BK-17/00747
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 1 augustus 2018
- Datum publicatie
- 15 augustus 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:2003
- Zaaknummer
- BK-17/00746 en BK-17/00747
Inhoudsindicatie
De heffingsambtenaar is voor de heffing van de rioolheffing van de gemeente aangewezen als de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar. De opbrengst van de rioolheffing overschrijdt niet de in artikel 228a, eerste lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet bedoelde kosten van de gemeentelijke watertaken.
De heffingsambtenaar van het Waterschap Hollandse Delta heeft voldoende inzicht verschaft in de ramingen van de aan het jaar 2016 toerekenbare kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak inzake het zuiveren van afvalwater. Aangezien pas in de laatste fase van de behandeling van het hoger beroep op aandringen van het Hof de informatie is verstrekt waaruit dit kon worden afgeleid ziet het Hof reden de heffingsambtenaar in de zaak betreffende de aanslag in de zuiveringsheffing van het Waterschap voor het jaar 2016 te veroordelen in de proceskosten van belanghebbende.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-17/00746 en BK-17/00747
Uitspraak van 1 augustus 2018
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: M.M. Vrolijk)
en
de heffingsambtenaar van de gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling, de heffingsambtenaar,
(vertegenwoordiger: J.K. Lanser)
op de hoger beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 12 juli 2017, kenmerk ROT 16/7672, inzake de onder 1.1. vermelde aanslagen van het Waterschap Hollandse Delta (BK 17/00746) en kenmerk ROT 17/426 inzake de onder 1.1. vermelde aanslagen van de gemeente [Z] (BK 17/00747).
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
De heffingsambtenaar heeft belanghebbende voor het jaar 2016 de volgende aanslagen opgelegd (hierna tezamen aangeduid als: de aanslagen):
Gemeente/waterschap |
Biljetnr. |
Dagtekening |
Belastingsoort |
Bedrag |
Waterschap Hollandse Delta |
[A] |
29 febr. 2016 |
Watersysteemheffing (ingezetenen) |
€ 96,89 |
Waterschap Hollandse Delta |
[A] |
29 febr. 2016 |
Wegenheffing (ingezetenen) |
€ 12,90 |
Waterschap Hollandse Delta |
[A] |
29 febr. 2016 |
Zuiveringsheffing |
€ 158,55 |
Gemeente [Z] |
[B] |
29 febr. 2016 |
Rioolheffing |
€ 46,40 |
Gemeente [Z] |
[B] |
29 febr. 2016 |
Afvalstoffenheffing |
€ 206,00 |
Belanghebbende heeft tegen de aanslagen bezwaar gemaakt. De heffingsambtenaar heeft de bezwaren in twee uitspraken, één betreffende de aanslagen vermeld op het aanslagbiljet met nummer [A] , en één betreffende de aanslagen vermeld op het aanslagbiljet met nummer [B] , ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. Voor elk van de beroepen is een griffierecht van € 46 geheven. De Rechtbank heeft de beroepen in twee uitspraken, ROT 16/7672 betreffende de watersysteemheffing, wegenheffing en zuiveringsheffing en ROT 17/426 betreffende rioolheffing en de afvalstoffenheffing ongegrond verklaard.