Home

Gerechtshof Den Haag, 27-02-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:405, BK-17/00688

Gerechtshof Den Haag, 27-02-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:405, BK-17/00688

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
27 februari 2018
Datum publicatie
7 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2018:405
Zaaknummer
BK-17/00688

Inhoudsindicatie

In geschil is of een tbs-verlies bij belanghebbende voor aftrek in aanmerking komt, hetgeen belanghebbende stelt en de Inspecteur betwist. Meer specifiek is in geschil of de leningen van € 550.000 van belanghebbende aan de Holding door de Inspecteur terecht als onzakelijke leningen zijn aangemerkt. Tussen partijen is niet in geschil dat zo het gelijk aan belanghebbende is evenbedoeld verlies voor belanghebbende € 275.000 bedraagt.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-17/00688

Uitspraak van 27 februari 2018

in het geding tussen:

[X] , thans in de Verenigde Arabische Emiraten, belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 30 juni 2017, nummer SGR 17/881, betreffende na te vermelden aanslag en beschikking.

Aanslag en beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag in de inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen (de aanslag) opgelegd. Daarbij is een verlies uit werk en woning van € 288 vastgesteld en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 7.880. Voorts is een beschikking heffingsrente vastgesteld.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de hiervoor onder 1.2 vermelde uitspraak beroep bij de Rechtbank ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd met dien verstande dat het verlies uit werk en woning is vastgesteld op € 11.960 en het belastbare inkomen uit sparen en beleggen op € 7.880, de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig gewijzigd, de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende veroordeeld tot een bedrag van € 741 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 46 aan belanghebbende te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing