Gerechtshof Den Haag, 24-04-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:949, BK-17/00874
Gerechtshof Den Haag, 24-04-2018, ECLI:NL:GHDHA:2018:949, BK-17/00874
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 april 2018
- Datum publicatie
- 25 april 2018
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2018:949
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:11003, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-17/00874
Inhoudsindicatie
Belanghebbende drijft als tandarts-implantoloog een onderneming. Belanghebbende heeft voor € 3.600.253 een pand laten bouwen met een oppervlakte van 363 m2. Op de bovenverdieping van het pand zijn een onzelfstandige werkruimte en een archiefruimte ingericht die uitsluitend ten behoeve van de onderneming van belanghebbende worden gebruikt. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de onroerende zaak terecht tot het privévermogen heeft gerekend. Het hof oordeelt, anders dan de rechtbank, dat belanghebbende niet de grenzen der redelijkheid heeft overschreden door het geheel, het perceel en het pand met aanhorigheden, tot zijn ondernemingsvermogen te rekenen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-17/00874
Uitspraak van 24 april 2018
in het geding tussen:
[X] , wonende te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigden: A.F. van Vliet en N.G.L. Walraven),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Hoofddorp, de Inspecteur,
(vertegenwoordigers: N.J. Eveleens, M. Kreder, A.T. Kortooms en A. Groen)
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (hierna: de Rechtbank) van 21 september 2017, nummer SGR 16/9253, betreffende navermelde aanslagen en de daarmee samenhangende beschikkingen belastingrente.