Gerechtshof Den Haag, 28-05-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1287, BK-18/00653
Gerechtshof Den Haag, 28-05-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:1287, BK-18/00653
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 mei 2019
- Datum publicatie
- 11 juni 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:1287
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2018:4796, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-18/00653
Inhoudsindicatie
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak die bestaat uit enkele gebouwen met onder- en omliggende grond. De heffingsambtenaar heeft de waarde van de onroerende zaak op waardepeildatum 1 januari 2016 vastgesteld op € 3.399.000. Belanghebbende bepleit (uiteindelijk) een verlaging van de vastgestelde waarde tot € 2.897.567. Hof Den Haag oordeelt dat de heffingsambtenaar niet aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Evenmin heeft belanghebbende aannemelijk gemaakt dat de door haar verdedigde waarde niet te laag is. Het Hof stelt de waarde schattenderwijs vast op € 3.100.000.
Uitspraak
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-18/00653
in het geding tussen:
(gemachtigde: [A] )
en
(vertegenwoordigers: [B] en [C] )
Procesverloop
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking, gedagtekend 8 mei 2017 (de beschikking), de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend [Y] te [D] (de onroerende zaak), op de waardepeildatum 1 januari 2016 (de waardepeildatum), voor het jaar 2017 vastgesteld op € 3.399.000. Met de beschikking is in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de voor het jaar 2017 opgelegde aanslag in de onroerendezaakbelastingen (de aanslag).
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de beschikking en de aanslag. De heffingsambtenaar heeft uitspraak op dit bezwaar gedaan; daarin heeft hij het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft bij de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. Bij uitspraak van 17 april 2018, nr. SGR 17/8211, heeft de Rechtbank het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de beschikking gewijzigd waarbij de waarde nader is vastgesteld op € 3.100.000, de aanslag dienovereenkomstig verminderd, de heffingsambtenaar veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.805 en de heffingsambtenaar opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 333 aan haar te vergoeden.
Bij brief van 22 mei 2018, binnengekomen bij het Hof op 24 mei 2018, heeft de heffingsambtenaar pro forma hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. Bij faxbericht van 21 juni 2018 heeft de heffingsambtenaar het hoger beroep gemotiveerd. Het Hof heeft belanghebbende bij brief van 28 juni 2018 de gronden van het hoger beroep gezonden.
Bij brief van 6 augustus 2018 met poststempel 7 augustus 2018, binnengekomen bij het Hof op 8 augustus 2018, heeft belanghebbende een verweerschrift ingediend en incidenteel hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 29 maart 2019, ingekomen bij het Hof op 1 april 2019, heeft de heffingsambtenaar een nader stuk ingediend, waarin hij verweer voert tegen het incidenteel hoger beroep van belanghebbende.
Bij brief van 4 april 2019, ontvangen door het Hof op 9 april 2019, heeft belanghebbende een nader stuk ingediend waarin zij reageert op het onder 1.6. vermelde nadere stuk van de heffingsambtenaar.
Feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. De onroerende zaak wordt gebruikt voor het geven van beroepsonderwijs.
De heffingsambtenaar heeft bij het hogerberoepschrift drie “rekenmodellen GVW” overgelegd, die zijn opgesteld door [B] MRE. In deze rekenmodellen is de gecorrigeerde vervangingswaarde van het schoolgebouw op de waardepeildatum bepaald op respectievelijk € 3.748.000 (Productie 1, Rekenmodel GVW), € 3.238.000 (Productie 2, Rekenmodel restwaarde nihil) en € 3.486.000 (Productie 3, Rekenmodel restwaarde in goede justitie). Rekenmodel 3 is hieronder in samengevatte vorm opgenomen.
Omschrijving |
Rekenmodel 3 |
Leslokaal |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
1987 |
Oppervlakte in m2 |
2.847 |
Stichtingskosten per m2 in € |
1.107 |
Stichtingskosten totaal in € |
3.151.629 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
1.575.810 945.486 630.324 |
Ouderdom in jaren Ruwbouw Afbouw Installaties |
29 29 29 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
47 27 17 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
11 11 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € |
1,89 54,91 865.357 2,62 75,91 717.737 2,50 72,50 456.986 |
Stichtingskosten minus technische veroudering totaal in € |
1.111.549 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Functionele veroudering in totaal in € |
-- -- 3 33.346 |
Gecorrigeerde vervangingswaarde leslokaal |
1.078.202 |
Leslokaal dependance |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
2000 |
Oppervlakte in m2 |
276 |
Stichtingskosten per m2 in € |
1.107 |
Stichtingskosten totaal in € |
305.532 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
152.766 91.659 61.106 |
Ouderdom in jaren Ruwbouw Afbouw Installaties |
16 16 16 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
47 27 17 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
11 11 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € |
1,89 30,30 48.285 3,30 52,74 48.432 4,05 64,76 39.574 |
Stichtingskosten minus technische veroudering totaal in € |
171.332 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Functionele veroudering in totaal in € |
-- -- 3 5.140 |
Gecorrigeerde vervangingswaarde leslokaal dependance |
166.192 |
A&O Loods |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
2008 |
Oppervlakte in m2 |
290 |
Stichtingskosten per m2 in € |
850 |
Stichtingskosten totaal in € |
246.500 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
1.575.810 945.486 630.324 |
Ouderdom in jaren Ruwbouw Afbouw Installaties |
8 8 8 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
35 27 17 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
5 11 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € |
2,71 21,71 26.763 3,30 26,37 19.501 5,00 40,00 19.720 |
Stichtingskosten minus technische veroudering totaal in €. |
180.516 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Functionele veroudering in totaal in € |
-- -- -- -- |
Gecorrigeerde vervangingswaarde A&0-loods |
180.516 |
Loods |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
2016 |
Oppervlakte in m2 |
304 |
Stichtingskosten per m2 in € |
815 |
Stichtingskosten totaal in € |
258.400 |
Gecorrigeerde vervangingswaarde |
258.400 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde opstallen in € |
1.683.310 |
Infrastructuur |
|
Verharding Oppervlakte in m2 €/m2 Stichtingskosten Technische veroudering in % Technische veroudering in € Gecorrigeerde vervangingswaarde verharding in € |
1.500 66 99.000 50 49.500 49.500 |
Grond |
|
Ondergrond in m2 Ondergrond per m2 in € Gecorrigeerde vervangingswaarde ondergrond in € Overige grond in m2 Overige grond per m2 in € Gecorrigeerde vervangingswaarde overige grond in € Overige grond in m2 Overige grond per m2 in € Gecorrigeerde vervangingswaarde overige grond in € |
3.717 150 557.550 3.717 50 185.850 26.994 15 404.910 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde infrastructuur en grond in € |
1.197.810 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde excl. BTW in € |
2.881.120 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde inclusief BTW in € |
3.486.000 |
De rekenmodellen 1 en 2 bevatten dezelfde berekening van de gecorrigeerde vervangingswaarde als die in rekenmodel 3, met dien verstande dat in de rekenmodellen 1 en 2 voor de hieronder in de linker kolom genoemde restwaarden is uitgegaan van de in de middelste kolom (rekenmodel 1), onderscheidenlijk de rechterkolom (rekenmodel 2) vermelde percentages.
Elementen |
Rekenmodel 1 |
Rekenmodel 2 |
Leslokaal |
||
Restwaarde ruwbouw in % |
22 |
-- |
Restwaarde afbouw in % |
22 |
-- |
Restwaarde installaties in % |
17 |
15 |
Leslokaal dependance |
||
Restwaarde ruwbouw in % |
22 |
-- |
Restwaarde afbouw in % |
22 |
-- |
Restwaarde installaties in % |
17 |
15 |
A&O-loods |
||
Restwaarde ruwbouw in % |
10 |
-- |
Restwaarde afbouw in % |
22 |
-- |
Restwaarde installaties in % |
17 |
15 |
Ter zitting van het Hof heeft de heffingsambtenaar een vierde rekenmodel overgelegd. In dit rekenmodel, dat ook is opgesteld door [B] MRE, is de gecorrigeerde vervangingswaarde van het schoolgebouw op de waardepeildatum bepaald op € 3.406.000. Het rekenmodel bevat dezelfde berekening van de gecorrigeerde vervangingswaarde als die in rekenmodel 3, behalve wat betreft de hieronder in de linker kolom genoemde elementen. Daarvoor is in het ter zitting overgelegde rekenmodel uitgegaan van de in de rechterkolom vermelde percentages of bedragen.
Omschrijving |
|
Leslokaal |
|
Restwaarde in % Installaties |
8 |
Technische veroudering Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € |
2,71 78,47 494.620 |
Stichtingskosten minus technische veroudering totaal in € |
1.073.549 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Functionele veroudering in totaal in € |
-- -- 5 53.696 |
Gecorrigeerde vervangingswaarde leslokaal |
1.020.219 |
Leslokaal dependance |
|
Restwaarde in % Installaties |
8 |
Technische veroudering Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € |
4,38 70,10 42.833 |
Stichtingskosten minus technische veroudering totaal in € |
168.073 |
Functionele veroudering Installaties in % Functionele veroudering in totaal in € |
5 8.404 |
Gecorrigeerde vervangingswaarde leslokaal dependance |
159.669 |
A&O Loods |
|
Restwaarde in % Installaties |
8 |
Technische veroudering Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Correctie totaal in € |
5,41 43,29 31.344 |
Stichtingskosten minus technische veroudering totaal in €. |
178.892 |
Gecorrigeerde vervangingswaarde A&0-loods |
178.892 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde opstallen in € |
1.617.180 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde excl. BTW in € |
2.814.990 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde inclusief BTW in € |
3.406.000 |
Belanghebbende heeft een taxatierapport overgelegd, dat is opgemaakt door
[E] , taxateur. In dit taxatierapport is de gecorrigeerde vervangingswaarde van het schoolgebouw op de waardepeildatum bepaald op € 3.000.000. Tot het taxatierapport behoort een taxatiekaart. Bij de onder 1.7 genoemde brief heeft belanghebbende deze taxatiekaart vervangen door een nieuwe taxatiekaart, waarin de waarde van de onroerende zaak nader is bepaald op € 2.897.567. Een verkorte versie daarvan is hieronder opgenomen.
Schoolgebouw |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
1987 |
Oppervlakte in m2 |
2.847 |
Stichtingskosten per m2 in € |
1.107 |
Stichtingskosten totaal in € |
3.151.629 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
1.575.810 945.486 630.324 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
47 27 17 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
0 0 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor technische veroudering in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde afbouw na correctie voor technische veroudering in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde installaties na correctie voor technische veroudering in € |
2,13 61,70 603.503 2,94 65,29 139.942 2,50 72,50 173.340 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € |
19 19 19 490.106 112.972 140.795 |
Onderwijsruimte |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
2000 |
Oppervlakte in m2 |
278 |
Stichtingskosten per m2 in € |
1.150 |
Stichtingskosten totaal in € |
317.400 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
158.700 95.220 63.480 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
47 27 12 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
0 0 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor technische veroudering in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde afbouw na correctie voor technische veroudering in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde installaties na correctie voor technische veroudering in € |
2,13 34,04 104.674 3,70 59,26 38.793 5,00 60,00 12.696 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Deelwaarde ruwbouw na correctie vo functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € |
5 5 5 99.441 36.854 12.061 |
Schoolgebouw |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
2000 |
Oppervlakte in m2 |
276 |
Stichtingskosten per m2 in € |
1.107 |
Stichtingskosten totaal in € |
305.532 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
152.766 91.660 61.106 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
47 27 17 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
0 0 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor technische veroudering in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde afbouw na correctie voor technische veroudering in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde installaties na correctie voor technische veroudering in € |
2,13 34,04 100.761 3,70 59,20 37.343 5,00 80,00 12.221 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Deelwaarde ruwbouw na correctie vo functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € |
10 10 10 90.936 33.702 11.003 |
A&O loods |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
2008 |
Oppervlakte in m2 |
290 |
Stichtingskosten per m2 in € |
850 |
Stichtingskosten totaal in € |
246.500 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
123.250 73.950 49.300 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
47 27 17 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
0 0 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor technische veroudering in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde afbouw na correctie voor technische veroudering in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde installaties na correctie voor technische veroudering in € |
2,13 17,02 102.271 3,70 29,83 52.039 5,00 40,00 29.580 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € |
0 0 0 102.271 52.039 29.580 |
Loods |
|
Archetype |
O145ST12 |
Bouwjaar |
2016 |
Oppervlakte in m2 |
304 |
Stichtingskosten per m2 in € |
850 |
Stichtingskosten totaal in € |
258.400 |
Waarvan: Ruwbouw 50% in € Afbouw 30 % in € Installaties 20% in € |
129.200 77.520 51.680 |
Levensduur Ruwbouw Afbouw Installaties |
47 27 17 |
Restwaarde in % Ruwbouw Afbouw Installaties |
0 0 15 |
Technische veroudering Ruwbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor technische veroudering in € Afbouw Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde afbouw na correctie voor technische veroudering in € Installaties Correctie per jaar in % Correctie totaal in % Deelwaarde installaties na correctie voor technische veroudering in € |
2,13 0 129.200 3,70 0 77.520 5.00 0 51.680 |
Functionele veroudering Ruwbouw in % Afbouw in % Installaties in % Deelwaarde ruwbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € Deelwaarde afbouw na correctie voor functionele veroudering in € |
0 0 0 129.200 77.520 51.680 |
Verharding (klinkers) |
|
Archetype |
I30000130 |
Oppervlakte in m2 €/m2 Stichtingskosten Technische veroudering in % Deelwaarde verharding na correctie technische veroudering in € |
1.500 67 99.750 58,00 41.895 |
Deelwaarde opstallen en verharding exclusief btw in € |
1.376.469 |
Deelwaarde opstallen en verharding inclusief btw in € |
1.664.892 |
Grond |
|
Grond bij niet-woning in m2 Grond bij niet-woning in €/m2 Deelwaarde grond bij niet woning in € Extra grond (overgrond) in m2 Extra grond (overgrond)in €/m2 Deelwaarde extra grond (overgrond) in € Deelwaarde grond excl. BTW in € Deelwaarde grond incl. BTW in € |
3.717 150 557.550 30.711 15 460.665 1.018.215 1.232.640 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde excl. BTW in € |
2.394.684 |
Totale gecorrigeerde vervangingswaarde inclusief BTW in € |
2.897.567 |
Oordeel van de Rechtbank
3. De Rechtbank heeft, voor zover hier van belang het volgende overwogen:
“3. In geschil is de waarde van het gebouw. Tussen partijen is niet in geschil dat de waarde moet worden bepaald op de voet van artikel 17, derde lid, van de Wet WOZ (gecorrigeerde vervangingswaarde). Wat betreft de waarderingsmethode is in geschil of bij het vaststellen van de gecorrigeerde vervangingswaarde rekening moet worden gehouden met een restwaarde van het gebouw. Verder zijn de maatvoering van opstallen en daarbij gelegen grond in geschil.
4. [ Belanghebbende] stelt dat de restwaarde van het gebouw nihil of negatief is en bepleit daarom een waarde van € 3.000.000. [Belanghebbende] heeft daarvoor een taxatierapport in geding gebracht dat op 22 juni 2017 is opgemaakt door [E] , WOZ-taxateur te [D] . Verder heeft [belanghebbende] aangevoerd dat gebouwen die in de jaren ’70 en ’80 uit de grond zijn gestamd [bedoeld zijn zijn: gestampt], zoals het gebouw, doorgaans geen restwaarde hebben en de door [de heffingsambtenaar] gehanteerde taxatiewijzer niet kan dienen als onderbouwing van diens standpunt.
5. [ De heffingsambtenaar] stelt zich op het standpunt dat de waarde van € 3.399.000 moet worden gehandhaafd en heeft daarvoor aangevoerd dat de taxateur van de gemeente, naar aanleiding van het beroep van [belanghebbende], de waarde opnieuw heeft berekend en bepaald op € 3.748.000. Verder heeft [de heffingsambtenaar] aangevoerd dat het gebouw voldoet aan de eisen voor een schoolgebouw, dat het ook als zodanig wordt gebruikt en dat gebruik ook niet op korte termijn zal worden beëindigd. Het gebouw wordt normaal onderhouden en er worden normale investeringen gepleegd. Er is daarom geen reden om de restwaarde te verminderen tot nihil of lager.
6. Volgens artikel 17, tweede lid, van de Wet woz wordt de waarde van een onroerende zaak bepaald op de waarde die aan die zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. Volgens artikel 17, derde lid, van de Wet WOZ wordt in afwijking in zoverre van het tweede lid de waarde van een onroerende zaak, voor zover die niet tot woning dient, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het tweede lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met:
a. de aard en de bestemming van de zaak;
b. de sedert de stichting van de zaak opgetreden technische en functionele veroudering, waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen.
7. Op grond van artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken wordt de vervangingswaarde berekend door bij de waarde van de grond de waarde van de opstal op te tellen. De waarde van de grond wordt bepaald door middel van vergelijking, rekening houdend met de bestemming van de zaak. De waarde van de opstal wordt gesteld op de kosten die herbouw van een vervangend identiek object zou vergen, gecorrigeerd met een factor wegens technische veroudering gebaseerd op de verstreken en de resterende gebruiksduur en met inachtneming van de restwaarde, en gecorrigeerd met een factor wegens functionele veroudering gebaseerd op economische veroudering, verouderde bouwwijze, ondoelmatigheid en excessieve gebruikskosten.
8. [ De heffingsambtenaar] dient aannemelijk te maken dat hij de waarde van het gebouw niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld. De rechtbank zal in dit verband eerst ingaan op het geschil over de maatvoering. [De heffingsambtenaar] en [belanghebbende] zijn in hun taxaties uitgegaan van een verschillende maatvoering van de zogenoemde gebonden grond (ondergrond van de opstallen) en de overige grond met uitzondering van de verharding (5.000 m2 is toegerekend aan verharding). Voor de gebonden grond is [de heffingsambtenaar] uitgegaan van 3.717 m2 en [belanghebbende] van 3.413 m2, en voor de overige grond is [de heffingsambtenaar] uitgegaan van 30.711 m2 (26.994 + 3.717) en [belanghebbende] van 31.015 m2. De rechtbank zal voor het vervolg uitgaan van de door [de heffingsambtenaar] gehanteerde grond en daarbij gehanteerde grondwaarden. [Belanghebbende] heeft weliswaar betoogt dat [de heffingsambtenaar] de maatvoering en waarde van de grond niet heeft toegelicht, maar de rechtbank volgt [belanghebbende] daarin niet. In het verweerschrift en ter zitting heeft [de heffingsambtenaar] expliciet aangegeven waarom hij van een andere maatvoering en grondwaarde uitgaat dan het geval was bij de vaststelling van de waarde zoals opgenomen in het primaire besluit. Zo is aangesloten bij kadastrale maten en heeft [de heffingsambtenaar] een verfijning aangebracht in de waardering van de ongebonden grond door uit te gaan van een gestaffelde grondwaarde. De rechtbank acht daarmee de maatvoering van de ondergrond van de opstallen en overige grond alsmede de daaraan toegerekende waarde voldoende door [de heffingsambtenaar] aannemelijk gemaakt. [Belanghebbende] heeft hiertegen onvoldoende aangevoerd om de door haar bepleite maatvoering en waardering tot uitgangspunt te kunnen nemen.
9. Gegeven het oordeel onder 8 komt de rechtbank toe aan het geschil over de restwaarde. De rechtbank stelt vast dat [de heffingsambtenaar] bij de berekening van de gecorrigeerde vervangingswaarde zich heeft aangesloten bij de kengetallen uit de landelijke taxatiewijzer Onderwijs. De daarbij gehanteerde archetypen zijn schoolgebouwen uit verschillende bouwperioden, zonder extra voorzieningen en in gebruik voor beroepsonderwijs. Bij het vaststellen van deze kengetallen is steeds een restwaarde van het desbetreffende pand in aanmerking genomen. De rechtbank stelt echter met [belanghebbende] vast dat het voor het grootste deel hierbij gaat om panden die aanmerkelijk nieuwer zijn dat het gebouw. Weliswaar heeft eiser in de bezwaarfase een aantal restwaardepercentages naar beneden toe bijgesteld (voor leslokalen is het percentage voor ruwbouw verlaagd van 27,5 naar 22, en voor de onderwijsgebouwen van 27,5 naar 10), maar ook met de door [de heffingsambtenaar] daarbij gegeven toelichting, acht de rechtbank de hoogte van deze percentages niet aannemelijk. Zo heeft [de heffingsambtenaar] ter zitting gewezen op kantoorpanden die in transitie zijn en waarvan bij het einde als kantoor nog veel materialen worden hergebruikt. De rechtbank stelt echter met partijen vast dat anders dan in dergelijke kantoorpanden, het gebouw niet is opgetrokken uit beton of staal, en transitie daardoor na afloop van de initiële levensduur minder voor de hand ligt althans in mindere mate hergebruik van materialen tegen lage kosten mogelijk lijkt. De rechtbank is daarom van oordeel dat [de heffingsambtenaar] de door hem voorgestane restwaarden onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank is [de heffingsambtenaar] daarom niet in zijn bewijs geslaagd.
10. Nu [de heffingsambtenaar] niet aan de op hem rustende bewijslast heeft voldaan, komt de vraag aan de orde of [belanghebbende] de door haar verdedigde waarde aannemelijk heeft gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank dient deze vraag eveneens ontkennend te worden beantwoord. De rechtbank acht aannemelijk dat bij herbouw van het gebouw op dezelfde locatie hergebruik van fundering en enige gebruik van materialen tot de mogelijkheden behoort. Met hetgeen [belanghebbende] heeft aangevoerd en overgelegd heeft zij onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld en aannemelijk gemaakt op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat de restwaarde van het gebouw nihil of negatief is.
11. Nu geen van beide partijen naar het oordeel van de rechtbank er in is geslaagd het van haar gevergde bewijs te leveren, bepaalt de rechtbank, rekening houdend met alle feiten en omstandigheden van het geval, de waarde van het gebouw in goede justitie op
€ 3.100.000.”