Gerechtshof Den Haag, 24-09-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2634, BK-18/00976 tm 18-00979
Gerechtshof Den Haag, 24-09-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2634, BK-18/00976 tm 18-00979
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 september 2019
- Datum publicatie
- 23 oktober 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:2634
- Zaaknummer
- BK-18/00976 tm 18-00979
Inhoudsindicatie
Het geschil betreft de vaststelling van WOZ-waarden van monumentale onroerende zaken, gelegen op een Nsw-landgoed, voor het jaar 2017.
Voorafgaand aan de beoordeling van de standpunten van partijen, bespreekt het Hof enkele kwesties die niet alleen in het onderhavige geschil maar ook in andere WOZ-geschillen een rol spelen: het gebruik van de KOUDV(L)-factoren,
het gebruik van een of meer taxatiewijzers en de bewijslevering in geschillen waarin ook de bestemmingswaarde aan de orde is. Naar het oordeel van het Hof heeft de Heffingsambtenaar niet aannemelijk gemaakt dat de marktwaarden waarvan hij bij de bepaling van de door hem in hoger beroep voorgestane waarden is uitgegaan, niet te hoog is. Belanghebbenden zijn er evenmin in geslaagd aannemelijk te maken dat de marktwaarden waarvan hij bij de bepaling van de vastgestelde waarde is uitgegaan, niet te laag is.
Uit het vorenstaande volgt dat geen van beide partijen erin is geslaagd het van haar verlangde bewijs met betrekking tot de marktwaarden van de onroerende zaken te leveren. Het Hof bepaalt deze waarden daarom schattenderwijs. Wat betreft de correctie van de marktwaarden op de voet van artikel 17, lid 5, Wet WOZ (de bestemmingswaarde) beperkt het geschil zich tot de vraag of de door de Heffingsambtenaar in aanmerking genomen instandhoudingsfactor op grond van de zogenoemde bezitseis mag worden verlaagd en zo ja, of de instandhoudingsfactor vervolgens kan worden afgerond. Het Hof beantwoordt deze vragen ontkennend.
Uitspraak
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-18/00976 tot en met BK-18/00979
in het geding tussen:
[X] en [Y] respectievelijk te [Z] en [A] , belanghebbenden,
(gemachtigde [B] )
en
(vertegenwoordigd door [D] )
op de hoger beroepen van belanghebbenden tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 11 september 2018, nummers SGR 17/8741, SGR 17/8743, SGR 17/8744 en SGR 18/433, betreffende de onder 1.1 vermelde beschikkingen en aanslagen.
Procesverloop
De Heffingsambtenaar heeft bij beschikkingen van 30 april 2017 en 30 juni 2017 (de beschikkingen) de waarde op 1 januari 2016 (de waardepeildatum) van de onroerende zaken, plaatselijk bekend als [E] , [F] en [G] , respectievelijk [H] te [C] (de onroerende zaken), voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld op € 11.000, € 162.000 en € 141.000 respectievelijk € 164.000. Met de beschikkingen zijn telkens in één geschrift bekendgemaakt en verenigd de aan belanghebbende [X] voor het jaar 2017 opgelegde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen van de gemeente [C] (de aanslagen). De waarde van [E] is bij vermindering, gedagtekend 30 juni 2017, nader vastgesteld op € 10.000.
De Heffingsambtenaar heeft de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep in de zaken SGR 17/8741, SGR 17/8743 en SGR 17/8744 ongegrond verklaard, en het beroep in de zaak SGR 18/433 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar betreffende het object [H] vernietigd, de desbetreffende beschikking aldus gewijzigd dat de waarde van de [H] wordt verminderd tot op € 154.000, de desbetreffende aanslag dienovereenkomstig verminderd, bepaald dat haar uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar en de Heffingsambtenaar opgedragen het betaalde griffierecht van € 46 te vergoeden.
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. In verband daarmee is een griffierecht van € 126 geheven. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Van de zijde van belanghebbenden is op 18 juni 2019 een nader stuk met 23 bijlagen en een CD-rom, met daarop de digitale versie van de door hen als schriftelijke bijlage bijgevoegde modellen, ingediend.
De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 9 juli 2019. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Op de zitting van het Hof van 9 juli 2019 is gelijktijdig met de onderhavige hoger beroepen het hoger beroep van [B] , zaaknummer BK-18/00975, behandeld. Al hetgeen in die zaak is overgelegd en aangevoerd, wordt geacht ook in de onderhavige zaken te zijn overgelegd en aangevoerd, en vice versa.
Vaststaande feiten
Belanghebbenden zijn gezamenlijk eigenaar van de volgende onroerende zaken: [E] (de moestuinschuur), [F] (de woning 15), [G] (de woning 17) en [H] (de woning 29) te [C] . De onroerende zaken maken deel uit van het op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed [I] (het Nsw-landgoed). De onroerende zaken zijn ingeschreven in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3. van de Erfgoedwet. De moestuinschuur heeft een oppervlakte van 38 m2. De woning 15 heeft een inhoud van 375 m3 en een oppervlakte van 99 m2; tot de woning 15 behoort een berging/schuur van 10 m2. De woning 17 heeft een inhoud van 361 m3 en een oppervlakte van 70 m2; tot de woning 17 behoort een berging/schuur van 10 m3. De woningen 15 en 17 zijn twee onder één kap-woningen. De woning 29 heeft een inhoud van 331 m3, een oppervlakte van 109 m2 en een berging/schuur van 71 m2. Het Nsw-landgoed heeft een oppervlakte van ruim 18,5 hectare. Het is niet opengesteld voor het publiek.
Waardeonderbouwingen
Waardeonderbouwingen van de Heffingsambtenaar
Onderbouwing van de op de voet van artikel 17, lid 2, van de Wet WOZ bepaalde waarde (de marktwaarde)
De Heffingsambtenaar heeft ‘waarderapporten’ ( de waarderapporten) overgelegd die op 9 mei 2018 (woningen 15 en 17) respectievelijk op 14 mei 2018 (de moestuinschuur en woning 29) zijn opgemaakt door [J] (de taxateur).
Moestuinschuur [E] (A)
2.2.A.1. Het waarderapport bevat gegevens van de onroerende zaak en van twee, naar de opvatting van de taxateur, met de onroerende zaak vergelijkbare onroerende zaken (de vergelijkingsobjecten). De waardebepaling die de taxateur met gebruikmaking van deze gegevens heeft uitgevoerd, is samengevat in de als bijlage bij het waarderapport gevoegde ‘waardeopbouw’ (waardeopbouw). Aan het waarderapport en de waardeopbouw ontleent het Hof het volgende:
[E] , [C] (de onroerende zaak) |
[K] , [C] (vergelijkings- object 1) |
[L] , [C] (vergelijkings- object 2) |
|
type |
Opslag/magazijn |
Opslag/magazijn |
Opslag/magazijn + 1e verdieping |
bouwjaar |
1900 |
1955 |
1955 |
Vloeroppervlak 1e etage |
38 m2 |
39 m2 |
39 m2 39 m2 |
Huurwaarde p/m2 1e verdieping |
€ 33,15 -- |
€ 85,60 -- |
€ 85,60 € 42,80 |
Kapitalisatiefactor 1e verdieping |
8,2 -- |
8,8 -- |
10,4 10,4 |
KOUDVL |
2-1-2-2-1-D |
3-2-3-3-3-B2 |
3-3-3/4-3-4-B2 |
verkoopdatum |
-- |
21-12-2017 |
02-06-2016 |
verkoopprijs |
-- |
€ 30.000 |
€ 55.000 |
WOZ waarde |
€ 10.000 |
€ 29.000 |
€ 52.000 |
2.2.A.2. Met betrekking tot de kapitalisatiefactor is in het rapport de hieronder samengevatte berekening opgenomen:
Soort object |
3175: Opslag/distributie |
||
Basisgegevens: Geindexeerde transactieprijs Risico opslag |
Datum transactie Basis rendement Inclusief 6% overdrachtsbelasting |
1-3-2017 0,79% Nee |
|
Onderdelen herbouwwaarde 3330 opslag/magazijn loods |
OPP P/M2 38 330 |
Waarde € 12.540 |
|
Onderdelen huurwaarde 5 3330 opslag/magazijn loods |
OPP P/M2 38 33 |
Waarde € 1.254 |
|
Totale kosten Categorie Onderhoudskosten (0,5 - 3) Verzekering/belasting (0,1 -1,0) Beheerkosten (1 - 3) Leegstandrisico (2 - 50) |
% Basis 1,6 12.540 0,4 12.540 2,5 1.254 10,0 1.254 |
P/M2 5,28 1,32 0,82 3,30 Totaal Netto huur |
Waarde 201 50 31 125 € 407,- € 847,- |
Kapitalisatie factor Netto rendement Netto factor Waarde object Bruto kapitalisatie factor Opgeslagen kapitalisatie factor |
7,79% 12,84 €10.260,- 8,2 8,2 |
2.2.A.3. Geconcludeerd wordt tot een waarde in het economisch verkeer (= marktwaarde) van € 10.000.
Woningen [F] en [G] (B)
2.2.B.1. De waarderapporten met betrekking tot de woningen 15 en 17 bevatten gegevens van beide onroerende zaken en van drie, naar de opvatting van de taxateur, met beide onroerende zaken vergelijkbare onroerende zaken (de vergelijkingsobjecten). De waardebepaling die de taxateur met gebruikmaking van deze gegevens heeft uitgevoerd, is samengevat in de als bijlage bij de waarderapporten gevoegde ‘waardeopbouw’ (waardeopbouw). Aan de waarderapporten en de waardeopbouw ontleent het Hof het volgende:
[F] |
[M] , [C] (vergelijkings- object 1) |
[N] , [C] (vergelijkings- object 2) |
[O] , [C] (vergelijkings- object 3) |
||
[F] |
[G] |
||||
[C] (de onroerende zaken) |
|||||
Type |
Twee-onder-een-kap-woning |
Geschakelde woning |
Twee-onder-een-kap-woning |
Twee-onder-een-kap-woning |
|
bouwjaar |
1900 |
1900 |
1930 |
1886 |
|
Inhoud - woning - berging/schuur |
375 m3 10 m3 |
361 m3 10 m3 |
330 m3 11 m3 |
400 m3 11 m3 |
200 m3 11 m3 |
Grond |
99 m2 |
70 m2 |
101 m2 |
213 m2 |
105 m2 |
KOUDVL hoofdgebouw |
3-3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3-3 |
4-4-3-4-4-3 |
|
rekenprijs per m3 woning |
€ 389 |
€ 410 |
€ 389 |
€ 596 |
|
deelwaarde woning |
€146.219 |
€140.761 |
€ 135.300 |
€ 155.967 |
€ 119.350 |
oppervlakte grond bij onroerende zaak |
99 m2 |
70 m2 |
101 m2 |
213 m2 |
105 m2 |
KOUDV grond |
3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3 |
|
rekenprijs per m2 grond |
€ 1.050 |
€ 1.049 |
€ 981 |
€ 1.045 |
|
deelwaarde grond |
€103.950 |
€ 73.500 |
€ 105.950 |
€ 209.100 |
€ 109.750 |
KOUDV - dakkapel - berging/schuur |
3-3-3-3-3 |
3-3- - - 5-4-5-5-4 |
3-3-3-3- 5-4-4-4-4 |
3-3-3-3- 4-4-3-4-4 |
|
deelwaarden overige delen: - berging/schuur - dakkapel |
€ 1.750 |
€ 1.750 |
€ 3.318 € 3.500 |
€ 2.943 € 7.000 |
€ 2.475 € 3.500 |
getaxeerde waarde |
€167.000 |
€216.011 |
|||
verkoopdatum |
-- |
04-08-2015 |
26-07-2016 |
19-09-2016 |
|
verkoopprijs |
-- |
€ 246.000 |
€ 385.000 |
€ 240.000 |
|
geïndexeerde verkoopprijs |
-- |
€ 248.001 |
€ 375.009 |
€ 235.000 |
2.2.B.2. Bij de bepaling van de deelwaarde van de ondergrond van de onroerende zaken en van de deelwaarde van de grond behorende bij het vergelijkingsobject [M] heeft de taxateur de grondstaffels met de codes NSW en N13B0312 gebruikt.
2.2.B.3. Bij de bepaling van de deelwaarde van de grond behorende bij de vergelijkingsobjecten [N] en [O] heeft de taxateur de grondstaffels met codes N22B0312 respectievelijk N42B0311 gebruikt.
2.2.B.4. In onderdeel 1.11 van beide waarderapporten merkt de taxateur op:
“Het object betreft een Rijksmonumentale woning op NSW-landgoed “ [I] ”, dat tevens een historische buitenplaats is.
Aan de hand van de Taxatiewijzer NSW 2016 [Hof: bedoeld is de onder auspiciën van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ten behoeve van haar leden opgestelde “Taxatiewijzer en kengetallen deel 23, NSW-landgoederen, waardepeildatum 1 januari 2016”, waarvan een publieksversie is te vinden op www.wozdatacenter.nl, hierna aangeduid als: de Taxatiewijzer NSW] is de WOZ waarde bepaald, rekening houdend met alle correcties zoals de Rijksmonumentale status van het gebouwde en tuin en de instandhoudingslast”.
2.2.B.5. De toepassing van de aftrekkingen wegens inschrijving van de onroerende zaak in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3. van de Erfgoedwet (‘Rijksmonumentale status’), leidt tot marktwaarden van € 214.132 en € 183.609:
Nr. 15 |
Nr. 17 |
||
Getaxeerde marktwaarde vóór aftrekken wegens Rijksmonumentale status |
€ 251.920 |
€ 216.011 |
|
Aftrek Rijksmonumentale status gebouwd (10%) |
-/- |
€ 25.192 |
€ 21.601 |
Aftrek Rijksmonumentale status tuin (5%) |
-/- |
€ 12.596 |
€ 10.801 |
Marktwaarde |
€ 214.132 |
€ 183.609 |
De op de voet van artikel 17, lid 5, van de Wet WOZ bepaalde bestemmingswaarde
2.2.B.6. De taxateur heeft de bestemmingswaarden als bedoeld in artikel 17, lid 5, van de Wet WOZ bepaald door de marktwaarden van € 214.132 en € 183.609 te vermenigvuldigen met een zogenoemde instandhoudingsfactor van 0,78 (instandhoudingslast 22%). Hij onderbouwt de instandhoudingsfactor aan de hand van het rekenmodel behorend bij de Taxatiewijzer Nsw-landgoederen per 1 januari 2016 (voor zover van belang hierna opgenomen onder 2.5), als volgt:
Bestemmingswaarde factor onroerende zaak |
van |
- |
tot |
|
bouwkundige elementen die leiden tot een hogere instandhoudingslast |
Weinig |
0,890 |
0,860 |
0,820 |
bouwjaarklasse |
1500-1905 |
|||
Extra waardedruk |
||||
grootte landgoed |
groter landgoed |
0,945 |
0,925 |
0,905 |
landgoed opengesteld |
Nee |
1,000 |
1,000 |
1,000 |
Instandhoudingsfactor |
0,835 |
0,785 |
0,725 |
2.2.B.7. Vermenigvuldiging van de getaxeerde marktwaarden van € 214.132 en € 183.609 met de instandhoudingsfactor van 0,78 leidt tot op de voet van artikel 17, lid 5, van de Wet WOZ bepaalde bestemmingswaarden van (afgerond) € 167.000 en 143.000.
Woning [H] (C)
2.2.C.1. Het waarderapport met betrekking tot woning 29 bevat gegevens van de onroerende zaak en van drie, naar de opvatting van de taxateur, met de onroerende zaak vergelijkbare onroerende zaken (de vergelijkingsobjecten). De waardebepaling die de taxateur met gebruikmaking van deze gegevens heeft uitgevoerd, is samengevat in de als bijlage bij het waarderapport gevoegde ‘waardeopbouw’ (waardeopbouw). Aan het waarderapport en de waardeopbouw ontleent het Hof het volgende:
[H] , [C] (de onroerende zaak) |
[P] , [C] (vergelijkings- object 1) |
[Q] , [C] (vergelijkings- object 2) |
[R] , [C] (vergelijkings- object 3) |
|
Type |
vrijstaande woning |
vrijstaande woning |
vrijstaande woning |
vrijstaand herenhuis |
bouwjaar |
1910 |
1909 |
1929 |
1985/2010 |
inhoud - woning - berging/schuur - garage - serre |
331 m3 71 m3 |
320 m3 81 m3 |
490 m3 35 m3 |
380 m3 19 m3 61 m3 |
KOUDVL woning |
3-3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3-3 |
4-3-4-4-4-3 |
rekenprijs per m3 woning |
€ 419 |
€ 726 |
€ 419 |
€ 847 |
deelwaarde woning |
€ 138.973 |
€ 232.437 |
€ 205.733 |
€ 322.002 |
oppervlakte grond bij onroerende zaak |
109 m2 |
975 m2 |
288 m2 |
158 m2 |
KOUDV grond |
3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3 |
3-3-3-3-3 |
rekenprijs per m2 grond |
€ 1.125 |
€ 769 |
€ 1.025 |
€ 1.125 |
deelwaarde grond |
€ 122.625 |
€ 750.625 |
€ 295.400 |
€ 177.750 |
KOUDV overige onderdelen |
3-3-3-3-3 |
3-3-3-3- |
4-3-3-3-4 |
4-3-3-3-3 |
deelwaarden overige delen: - berging/schuur - garage - serre - dakkapel - dakkapel 2 |
€ 3.953 |
€ 23.000 |
€ 5.400 € 3.500 |
€ 2.875 € 22.440 € 7.000 € 3.500 |
getaxeerde waarde |
€ 265.551 |
|||
verkoopdatum |
-- |
01-06-2015 |
27-11-2015 |
17-10-2016 |
verkoopprijs |
-- |
€ 1.045.000 |
€ 545.000 |
€ 548.000 |
geïndexeerde verkoopprijs |
-- |
€ 1.050.000 |
€ 545.000 |
€ 535.387 |
2.2.C.2. Bij de bepaling van de deelwaarde van de ondergrond van de onroerende zaak heeft de taxateur de grondstaffel met de codes NSW1 gebruikt.
2.2.C.3. Bij de bepaling van de deelwaarde van de grond behorende bij de vergelijkingsobjecten [P] , [Q] en [R] heeft de taxateur de grondstaffels met codes N11A0308, N42A0304 respectievelijk N42A0308 gebruikt.
2.2.C.4. In onderdeel 1.11 van het waarderapport merkt de taxateur op:
“Het object betreft een Rijksmonumentale woning op NSW-landgoed “ [I] ”, dat tevens een historische buitenplaats is.
Aan de hand van de Taxatiewijzer NSW 2016 [Hof: bedoeld is de onder auspiciën van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ten behoeve van haar leden opgestelde “Taxatiewijzer en kengetallen deel 23, NSW-landgoederen, waardepeildatum 1 januari 2016”, waarvan een publieksversie is te vinden op www.wozdatacenter.nl, hierna aangeduid als: de Taxatiewijzer NSW] is de WOZ waarde bepaald, rekening houdend met alle correcties zoals de Rijksmonumentale status van het gebouwde en tuin en de instandhoudingslast”.
2.2.C.5. De toepassing van de aftrekkingen wegens inschrijving van de onroerende zaak in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 3.3. van de Erfgoedwet (‘Rijksmonumentale status’), leidt tot een marktwaarde van € 225.719:
Getaxeerde marktwaarde vóór aftrekken wegens Rijksmonumentale status |
€ 265.551 |
|
Aftrek Rijksmonumentale status gebouwd (10%) |
-/- |
€ 26.555 |
Aftrek Rijksmonumentale status tuin (5%) |
-/- |
€ 13.278 |
Marktwaarde |
€ 225.719 |
De op de voet van artikel 17, lid 5, van de Wet WOZ bepaalde bestemmingswaarde
2.2.C.6. De taxateur heeft de bestemmingswaarde als bedoeld in artikel 17, lid 5, van de Wet WOZ bepaald door de marktwaarde van € 225.719 te vermenigvuldigen met een zogenoemde instandhoudingsfactor van 0,78 (instandhoudingslast 22%). Hij onderbouwt de instandhoudingsfactor aan de hand van het rekenmodel behorend bij de Taxatiewijzer Nsw-landgoederen per 1 januari 2016 (voor zover van belang hierna opgenomen onder 2.5), als volgt:
Bestemmingswaarde factor onroerende zaak |
van |
- |
tot |
|
bouwkundige elementen die leiden tot een hogere instandhoudingslast |
gemiddeld |
0,890 |
0,860 |
0,820 |
bouwjaarklasse |
1500-1905 |
|||
Extra waardedruk |
||||
grootte landgoed |
klein landgoed |
0,970 |
0,925 |
0,930 |
landgoed opengesteld |
nee |
1,000 |
1,000 |
1,000 |
Instandhoudingsfactor |
0,860 |
0,785 |
0,750 |
2.2.C.7. Vermenigvuldiging van de getaxeerde marktwaarde van € 225.719 met de instandhoudingsfactor van 0,78 leidt tot een op de voet van artikel 17, lid 5, van de Wet WOZ bepaalde bestemmingswaarde van (afgerond) € 176.000.
Waardeonderbouwingen van belanghebbenden
Ter zitting hebben belanghebbenden verklaard dat zij (de onderbouwing van) hun standpunten in de loop van de procedure (verder) hebben ontwikkeld en dat de uitkomst daarvan is neergelegd in het onder 1.4 vermelde nadere stuk met bijlagen. Tot deze bijlagen behoort onder meer een door belanghebbenden in de opsomming van de bijlagen getiteld stuk “Taxatierapport met bijlagen Makelaarskantoor [S] , [T] ”. Daaraan ontleent het Hof het volgende.
Marktwaarde moestuinschuur [E] (A)
2.3.A. In onderdeel 3.5 van het nadere stuk is onder meer opgenomen:
“De scores voor alle KOUDV factoren dienen vastgesteld te worden in vergelijking met de scores voor de gekozen vergelijkingsobjecten, rekening houdend met het feitelijk en toegestaan gebruik van deze objecten. Op basis van deze vergelijking kan aan de moestuinschuur nooit een score van 2 worden gegeven voor Kwaliteit, Uitstraling en Doelmatigheid. De moestuinschuur moet dan voor alle factoren op de laagste score 1 te worden gewaardeerd.
(…)
Het resultaat is een vergelijkingswaarde van 0 tot 11,4 €/m2 huur per jaar voor de moestuinschuur. Het oppervlak van de moestuinschuur is 39 m2. De jaarlijkse huurwaarde bedraagt 39 x €11,4 = € 444,62. Dit resulteert bij een kapitalisatiefactor van 8,2 (waarde gebruikt door de gemeente) in een WOZ-waarde van 8,2 x 444,62 =
€ 3.645,72 afgerond € 3.000.”
Marktwaarde woningen [F] en [G] (B)
2.3.B.1 In zowel onderdeel 3.2 als onderdeel 3.3 van het nadere stuk is opgenomen:
“[Belanghebbenden] hebben aanleiding om af te willen wijken van de door de gemeente gehanteerde KOUDV score voor Voorzieningen (3) omdat geen aansluiting voor CAI of glasvezelkabel aanwezig is (…) : 3-3-3-3-2.”
Voorts is in de bijlage te lezen dat belanghebbenden, net als de Heffingsambtenaar, een factor voor ligging (L) van 3 voorstaan.
Belanghebbenden hebben, met gebruikmaking van deze KOUDVL-factoren, de rekenprijs/m3 van de woonhuizen van de vergelijkingsobjecten berekend op € 369,00 (vergelijkingsobject 1), € 350,90 (vergelijkingsobject 2) en € 346,10 (vergelijkingsobject 3). Zij concluderen op grond van de door hen berekende rekenprijzen/m3 tot een rekenprijs/m3 van de woonhuizen van de vergelijkingsobjecten tezamen van € 350,90. Uitgaande van deze rekenprijs/m3 zijn de marktwaarden van [F] en [G] als volgt berekend:
nr. 15 m3/m2 |
nr. 17 m3/m2 |
% |
rekenprijs per m2/m3 |
nr. 15 |
nr. 17 |
|
woning |
375 m3 |
361 m3 |
€ 350,93 |
€ 131.599 |
€ 126.686 |
|
extra kosten woning |
-/- € 18.436 |
-/- € 18.436 |
||||
extra kosten landgoed |
-/- € 224.543 |
-/- € 210.632 |
||||
berging/schuur |
10 m3 |
10 m3 |
€ 175,00 |
€ 1.750 |
€ 1.750 |
|
tussentotaal |
-/- € 106.630 |
-/- € 100.632 |
||||
ondergrond |
99 m2 |
70 m2 |
€ 1.050 |
€ 103.950 |
€ 73.500 |
|
tussentotaal |
-/- € 5.680 |
-/- € 27.132 |
||||
aftrek rijksmonumentale status gebouwd |
5 |
€ 284 |
€ 1.357 |
|||
aftrek rijksmonumentale status tuin |
15 |
€ 852 |
€ 4.070 |
|||
marktwaarde |
-/- € 4.544 |
-/- € 21.706 |
Bestemmingswaarde woningen [F] en [G] (B)
2.3.B.2 Belanghebbenden hebben de instandhoudingsfactor aan de hand van § 5.4 van de Taxatiewijzer Nsw (zie onder 2.4) bepaald op 0,745, door hen afgerond op 0,74. Deze instandhoudingsfactor correspondeert met een instandhoudingslast van 25,5 %, door belanghebbenden afgerond op 26 %. Zij specificeren de instandhoudingslast (vóór afronding) als volgt:
Omschrijving |
percentage |
Bouwkundige elementen |
14,0 |
NSW-beperkende last |
7,5 |
Bezitseis |
3,75 |
Totaal |
25,25 |
2.3.B.3. Vermenigvuldiging van de door belanghebbenden berekende marktwaarden van
negatief € 4.544 en negatief € 21.706 met de instandhoudingsfactor van (afgerond) 0,74 leidt tot bestemmingswaarden van de onroerende zaken van (afgerond) negatief € 3.000 en negatief € 16.000, hetgeen betekent dat van beide woonhuizen de waarde € 0 bedraagt.
Marktwaarde woning [H] (C)
2.3.C.1. In onderdeel 3.4 van het nadere stuk is opgenomen:
“[Belanghebbenden] hebben aanleiding om af te willen wijken van de door de ge-meente gehanteerde KOUDV score voor Voorzieningen omdat geen aansluiting voor CAI of glasvezelkabel aanwezig is (…) : 2-2-3-2-3.”
Voorts is in de bijlage te lezen dat belanghebbenden, net als de Heffingsambtenaar, een factor voor ligging (L) van 3 voorstaan.
Belanghebbenden hebben, met gebruikmaking van deze KOUDVL-factoren, de rekenprijs/m3 van de woonhuizen van de vergelijkingsobjecten berekend op € 653,70 (vergelijkingsobject 1), € 377,90 (vergelijkingsobject 2) en € 423,70 (vergelijkingsobject 3). Zij concluderen op grond van de door hen berekende rekenprijzen/m3 tot een rekenprijs/m3 van de woonhuizen van de vergelijkingsobjecten tezamen van € 377,90. Uitgaande van deze rekenprijs/m3 is de marktwaarden van [H] als volgt berekend:
m3/m2 |
% |
rekenprijs per m2/m3 |
||
woning |
331 m3 |
€ 377,86 |
€ 125.072 |
|
extra kosten woning |
-/- € 27.169 |
|||
extra kosten landgoed |
-/- € 81.012 |
|||
berging/schuur |
71 m3 |
€ 55,67 |
€ 3.953 |
|
tussentotaal |
€ 20.844 |
|||
ondergrond |
109 m2 |
€ 1.125 |
€ 122.625 |
|
tussentotaal |
€ 143.468 |
|||
aftrek rijksmonumentale status gebouwd |
7,5 |
-/- € 10.760 |
||
aftrek rijksmonumentale status tuin |
15 |
-/- € 21.520 |
||
marktwaarde |
€ 111.188 |
Bestemmingswaarde woning [H] (C)
2.3.C.2. Belanghebbenden hebben de instandhoudingsfactor aan de hand van § 5.4 van de Taxatiewijzer Nsw (zie onder 2.4) bepaald op 0,70. Deze instandhoudingsfactor correspondeert met een instandhoudingslast van 30 %. Zij specificeren de instandhoudingslast (vóór afronding) als volgt:
Omschrijving |
percentage |
Bouwkundige elementen |
18,0 |
NSW-beperkende last |
7,5 |
Bezitseis |
3,75 |
Totaal |
29,25 |
2.3.C.3. Vermenigvuldiging van de door belanghebbenden berekende marktwaarde van
€ 111.188 met de instandhoudingsfactor van (afgerond) 0,70 leidt tot een bestemmingswaarde van de onroerende zaak van (afgerond) € 77.000.