Gerechtshof Den Haag, 18-10-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2784, 18/01086
Gerechtshof Den Haag, 18-10-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:2784, 18/01086
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 18 oktober 2019
- Datum publicatie
- 30 oktober 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:2784
- Zaaknummer
- 18/01086
Inhoudsindicatie
In geschil is de WOZ-waarde van een door belanghebbende gehuurde winkelruimte. Niet in geschil is dat de waarde moet worden bepaald aan de hand van de huurwaardekapitalisatiemethode. Het geschil spitst zich toe op de daarbij te hanteren huurwaarde. Belanghebbende stelt dat moet worden uitgegaan van de overeengekomen huurprijs van € 200.000 per jaar. De heffingsambtenaar stelt dat moet worden uitgegaan van de gerealiseerde huurprijzen van naastgelegen objecten. Het Hof oordeelt dat de overeengekomen huur omzetafhankelijk en daarom niet zonder meer marktconform is. Verder oordeelt het Hof dat de heffingsambtenaar terecht een hogere kapitalisatiefactor toepast dan bij een nabij gelegen object omdat dat object minder gunstig is gelegen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-18/01086
Uitspraak van 18 oktober 2019
in het geding tussen:
[X] B.V. te [Z], belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de Heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 22 oktober 2018, nr. ROT 18/2006.