Gerechtshof Den Haag, 24-05-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3804, BK-18/01033
Gerechtshof Den Haag, 24-05-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3804, BK-18/01033
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 mei 2019
- Datum publicatie
- 7 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:3804
- Zaaknummer
- BK-18/01033
Inhoudsindicatie
In geschil is uitsluitend of [de heffingsambtenaar], in afwijking van het verzoek van de gemachtigde van [belanghebbende] van 24 januari 2018 om de proceskostenvergoeding op de rekening van het kantoor van de gemachtigde over te maken, heeft kunnen beslissen de proceskostenvergoeding aan [belanghebbende] betaalbaar te stellen. Omdat [de heffingsambtenaar] tegemoet is gekomen aan de bezwaren van [belanghebbende], en ook de hoogte van de proceskostenvergoeding niet in geschil is, kan voortzetting van de procedure echter niet leiden tot een voor [belanghebbende] gunstig(er) resultaat. Dit heeft geleid tot het niet-ontvankelijk verklaren van het beroep wegens het ontbreken van procesbelang.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-18/01033
Uitspraak van 24 mei 2019
in het geding tussen:
mevrouw [X] te [Z] , belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Den Haag, de heffingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 6 september 2018, nr. SGR 18/1858.