Gerechtshof Den Haag, 01-11-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3875, BK-19/00268 t/m BK-19/00272
Gerechtshof Den Haag, 01-11-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:3875, BK-19/00268 t/m BK-19/00272
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 1 november 2019
- Datum publicatie
- 21 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:3875
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2019:11232, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-19/00268 t/m BK-19/00272
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is hetzelfde geschil als bij als de Rechtbank aan de orde, zich toespitsend op de vraag of de boeten moeten worden opgelegd volgens de regels die gelden ten tijde van het doen van de (onjuiste) aangiften dan wel volgens de regels die gelden ten tijde van het inkeren.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-19/00268 t/m BK-19/00272
Uitspraak van 1 november 2019
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Eindhoven, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 28 februari 2019, nummers SGR 18/626, SGR 18/627, SGR 18/628, SGR 18/629 en SGR 18/633