Gerechtshof Den Haag, 16-01-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:90, BK-18/00588
Gerechtshof Den Haag, 16-01-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:90, BK-18/00588
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 16 januari 2019
- Datum publicatie
- 25 januari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:90
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2019:1423
- Zaaknummer
- BK-18/00588
Inhoudsindicatie
In de uitspraak van de Rechtbank ontbreken de feiten waaruit blijkt dat (de gemachtigde van) belanghebbende tijdig en op regelmatige wijze is uitgenodigd voor de zitting. Het Hof ziet echter in dit geval geen reden de uitspraak van de Rechtbank te vernietigen en de zaak terug te wijzen naar de Rechtbank omdat over de feiten geen geschil bestaat tussen partijen. Het Hof doet de zaak zelf af.
De heffingsambtenaar heeft de naheffingsaanslag hangende het beroep vernietigd. Belanghebbende heeft daarop het beroep ingetrokken. Belanghebbendes verzoek om de heffingsambtenaar op de voet van artikel 8:75a Awb te veroordelen in de proceskosten wordt niet toegekend omdat de heffingsambtenaar niet is tegemoet gekomen aan het door belanghebbende in beroep gewenste besluit, te wetende toekenning van een (integrale) proceskostenvergoeding.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
enkelvoudige kamer
nummer BK-18/00588
Uitspraak van 16 januari 2019
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: J.M.C. Niederer)
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam, de heffingsambtenaar,
(vertegenwoordigers: D.J. Koopmans en C. Rӧder)
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam (de Rechtbank) van 17 april 2018, nr. ROT 17/4782.