Gerechtshof Den Haag, 26-04-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:990, BK-18/01094
Gerechtshof Den Haag, 26-04-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:990, BK-18/01094
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 26 april 2019
- Datum publicatie
- 2 mei 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2019:990
- Zaaknummer
- BK-18/01094
Inhoudsindicatie
In geschil is of [de Inspecteur] de hoorplicht heeft geschonden; of de door [belanghebbende] met de in [punt 1] genoemde werkzaamheden genoten inkomsten zijn aan te merken als winst uit onderneming, en zo ja of [belanghebbende] recht heeft op de zelfstandigen- en startersaftrek en of de beschikking belastingrente terecht is vastgesteld.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-18/01094
Uitspraak van 26 april 2019
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 8 november 2018, nr. SGR 18/3574.