Gerechtshof Den Haag, 03-07-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1230, BK-19/00770
Gerechtshof Den Haag, 03-07-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1230, BK-19/00770
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 juli 2020
- Datum publicatie
- 5 juli 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2020:1230
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1997
- Zaaknummer
- BK-19/00770
Inhoudsindicatie
€ 7 aanmaningskosten; compromis, ook ter zake van openstaande kosten die zien op aanslagen in de lokale heffingen voor andere jaren. Zie ook: BK-20/00426 en BK-20/00496
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-19/00770
Uitspraak van 3 juli 2020
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de invorderingsambtenaar van Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland, de Invorderingsambtenaar,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 1 november 2019, nr. SGR 19/3126.
Overwegingen
1. De Invorderingsambtenaar heeft op 22 september 2018 wegens het onbetaald blijven van een aanslag in de lokale heffingen (watersysteemheffing en zuiveringsheffing) voor het jaar 2017 van in totaal € 273,90 aan belanghebbende € 7 aan aanmaningskosten in rekening gebracht. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Invorderingsambtenaar de aanmaningskosten gehandhaafd.
2. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Invorderingsambtenaar beroep ingesteld bij de Rechtbank. Heffing van griffierecht is achterwege gebleven. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
3. Belanghebbende is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Heffing van griffierecht is achterwege gebleven. De Invorderingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft gereageerd bij op 8 juni 2020 aan de Invorderingsambtenaar doorgezonden faxbericht van 5 juni 2020 (per gewone post bij het Hof ingekomen op 8 juni 2020).
4. De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgehad in Den Haag ter zitting van het Hof van 19 juni 2020. Partijen zijn verschenen.
5. Aan de hand van het op de zitting verhandelde hebben partijen bij wijze van compromis overeenstemming bereikt, inhoudend: 1) dat de openstaande kosten met betrekking tot de aan belanghebbende voor de jaren 2017, 2018 en 2019 opgelegde aanslagen in de lokale heffingen worden verminderd tot nihil, 2) dat belanghebbende toezegt alle daarop betrekking hebbende lopende procedures in te trekken, 3) dat de Invorderingsambtenaar toezegt eventuele in verband met die andere procedures door belanghebbende betaalde griffierechten aan hem te vergoeden en 4) dat de Invorderingsambtenaar belanghebbende voor deze procedure en al die andere procedures in totaal € 200 aan proceskosten vergoedt.
6. Het Hof volgt partijen in het compromis.