Gerechtshof Den Haag, 07-02-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:500, BK-19/00546
Gerechtshof Den Haag, 07-02-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:500, BK-19/00546
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 7 februari 2020
- Datum publicatie
- 23 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2020:500
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:712, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-19/00546
Inhoudsindicatie
In geschil is of de aanslagen, de verzuimboete en de bij de aanslagen vastgestelde beschikkingen belastingrente terecht en naar de juiste bedragen zijn opgelegd. Naar 's Hofs oordeel heeft de Rechtbank met juistheid gereageerd op de uitstelverzoeken van de kant van belanghebbende en vervolgens aan de hand van de zorgvuldig op basis van het geheel van beschikbare gegevens vastgestelde feiten en omstandigheden terecht en op goede gronden geoordeeld dat op alle onderdelen van het geschil het gelijk aan de zijde van de Inspecteur is. Bij zijn afweging heeft het Hof zwaar laten wegen dat belanghebbende, ook in hoger beroep, met wat zij heeft aangevoerd en aan stukken heeft ingebracht geen feiten en omstandigheden heeft gesteld en, voor zover gesteld tegenover de gemotiveerde betwisting door de Inspecteur, aannemelijk gemaakt, die een andere conclusie rechtvaardigen.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-19/00546
Uitspraak van 7 februari 2020
in het geding tussen:
mevrouw [X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 19 juli 2019, nr. SGR 19/86.