Gerechtshof Den Haag, 31-03-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:784, BK-19/00261 en BK-19/00262
Gerechtshof Den Haag, 31-03-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:784, BK-19/00261 en BK-19/00262
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 31 maart 2020
- Datum publicatie
- 10 april 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2020:784
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2019:1433, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:1734
- Zaaknummer
- BK-19/00261 en BK-19/00262
Inhoudsindicatie
Geen foutherstel mogelijk in 2014 ter zake van voorbelasting op bouwkosten uit 2012 en 2013. Belangh., een gemeente, heeft bij de overdracht van een nieuw multifunctioneel activiteitengebouw (MFA) aan een stichting gehandeld als ondernemer ex art 7(1) Wet OB 1968. Er is geen sprake van misbruik van recht. Dat de koopprijs 10% bedraagt van de investeringskosten betekent niet dat sprake is van een symbolische prestatie. Bij voortduring staan prestaties tegenover elkaar. De verkoop hangt samen met de levering van oude opstallen en gronden van de verenigingen die de MFA gaan gebruiken. Er is een economische activiteit. Tot belangh. besloot tot verkoop was zij niet van plan het gebouw belast te leveren aan de stichting of het belast te verhuren of zelf het gebouw te gaan bezigen voor belaste prestaties, maar wilde zij de MFA(om niet) ter beschikking stellen door middel van het vestigen van een opstalrecht. Ingevolge art. 11(1)(b)(5e) Wet OB 1968 is een dergelijke terbeschikkingstelling in beginsel vrijgesteldeverhuur. Bij ingebruikneming van het gebouw zou belangh. een belaste integratielevering hebben verricht ex art 3(3)(b) Wet OB 1968 (tekst tot 1 januari 2014). Aldus was het bij belangh. in aanbouw zijnde gebouw in 2012 en 2013 bestemd voor een belaste prestatie en diende zij ter zake aftrek van voorbelasting toe te passen. Ook in het geval zij wel voornemens zou zijn geweest het gebouw belast over te dragen of te exploiteren, had op basis van die bestemming aftrek in 2012 en 2013 moeten plaatsvinden en dat is niet gebeurd. De herzieningsregels voorzien niet in de mogelijkheid om fouten te herstellen, zoals de in dit geval door belangh. gemaakte fout.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-19/00261 en BK-19/00262
Uitspraak van 31 maart 2020
het geding tussen:
Gemeente [X] te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigde: [A] )
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
(vertegenwoordigers: [B] en [C] )
inzake het hoger beroep van belanghebbende en het incidenteel hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag (Rechtbank) van 18 februari 2019, nummers SGR 18/3455 en SGR 18/7600.