Gerechtshof Den Haag, 19-01-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:165, BK-20/00402 en BK-20/00403
Gerechtshof Den Haag, 19-01-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:165, BK-20/00402 en BK-20/00403
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 19 januari 2021
- Datum publicatie
- 15 februari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2021:165
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2020:1629, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-20/00402 en BK-20/00403
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV 2012 en 2013 giften aan een instelling opge-voerd als aftrekpost. De Inspecteur heeft de giften in aftrek toegestaan. Nadien heeft de Inspec-teur de aftrek teruggenomen met de navorderingsaanslagen. Uit strafrechtelijk onderzoek volgt dat op grote schaal giftkwitanties van de stichting werden verhandeld voor een percentage van veelal 10%-12% van de op de kwitanties vermelde bedragen. Daarom kunnen de kwitanties van de instelling niet zonder meer dienen als bewijs. Ook aan de bankafschriften komt onvoldoende bewijskracht toe, omdat daarmee niet vaststaat dat de opgenomen geldbedragen zijn aangewend voor de giften. Ook hetgeen overigens is aangevoerd is onvoldoende.
Ten aanzien van de vergrijpboetes oordeelt het Hof dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende ten tijde van het doen van de aangiften zich ervan bewust is geweest dat de aangiften voor wat betreft de giftenaftrek onjuist waren. De boete van 75% is passend en gebo-den.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-20/00402 en 20/00403
Uitspraak van 19 januari 2021
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
(gemachtigden: […] en […] )
en
de inspecteur van de belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
(vertegenwoordigers: […] , […] en […] )
op het hoger beroep van de Inspecteur en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 5 maart 2020, nrs. SGR 19/4652 en SGR 19/5883.