Home

Gerechtshof Den Haag, 03-11-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2365, BK-21/00209 en BK-21/00210

Gerechtshof Den Haag, 03-11-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:2365, BK-21/00209 en BK-21/00210

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
3 november 2021
Datum publicatie
14 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:2365
Formele relaties
Zaaknummer
BK-21/00209 en BK-21/00210

Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid. Anders dan de Rechtbank acht het Hof belanghebbendes beroepen tegen de (navorderings)aanslagen Zvw ontvankelijk.

Resultaat uit overige werkzaamheden. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat een deel van de contante stortingen op zijn bankrekening afkomstig is uit leningen.

Uitspraak

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-21/00209 en BK-21/00210

in het geding tussen:

(gemachtigde: S. Gena)

en

(vertegenwoordiger: […] )

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 18 februari 2021, nrs. SGR 20/2741 en SGR 20/2745.

Procesverloop

Jaar 2015

1.1.1.

Aan belanghebbende is over het jaar 2015 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 37.136. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 856 aan belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 4.997.

1.1.2.

Aan belanghebbende is over het jaar 2015 een navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 37.805. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 94 aan belastingrente in rekening gebracht.

Jaar 2016

1.2.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.986. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 323 aan belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 3.148.

1.2.2.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag Zvw opgelegd naar een bijdrage-inkomen van € 33.070. Bij gelijktijdig gegeven beschikking is € 49 aan belastingrente in rekening gebracht.

Alle jaren

1.3.

Bij uitspraken op bezwaar van 19 februari 2020 en 3 maart 2020 heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de (navorderings)aanslagen en beschikkingen belastingrente afgewezen. De Inspecteur heeft de boetebeschikkingen vernietigd.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake daarvan is een griffierecht geheven van éénmaal € 48. De Rechtbank heeft de beroepen tegen de uitspraak op bezwaar van 19 februari 2020 niet-ontvankelijk verklaard en de beroepen tegen de uitspraken op bezwaar van 3 maart 2020 ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 134. De Inspecteur heeft een nader stuk aangeduid als “verweerschrift in hoger beroep” ingediend.

1.6.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 22 september 2021. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Feiten

2.1.

Belanghebbende woonde in de onderhavige jaren in Nederland.

2.2.

Belanghebbende fungeert als tussenpersoon voor houthandelaren in Suriname die zaken doen met afnemers in Azië.

2.3.

De vergoedingen die belanghebbende verkrijgt als tussenpersoon voor door hem verrichte bemiddelingsdiensten worden in Suriname door de opdrachtgevers contant betaald aan vrienden en/of familie van belanghebbende. De vrienden en/of familie van belanghebbende nemen de vergoedingen vervolgens mee naar Nederland, waarna belanghebbende deze vergoedingen stort op zijn bankrekening.

2.4.

Belanghebbende houdt geen administratie bij van zijn bemiddelingsdiensten. Er zijn geen overeenkomsten, facturen of kwitanties.

2.5.

Belanghebbende heeft ter zake van zijn bemiddelingsdiensten in zijn aangifte IB/PVV over 2015 € 15.000 aangegeven als (netto) resultaat uit overige werkzaamheden en in zijn aangifte IB/PVV over 2016 heeft belanghebbende een (netto) resultaat uit overige werkzaamheden aangegeven van € 15.400.

2.6.

Belanghebbende beschikt over een bankrekening bij de [bank] . In 2015 heeft belanghebbende in totaal € 37.160 contant op zijn bankrekening gestort en in 2016 in totaal € 34.670.

2.7.

Op 21 december 2017 heeft een hoorgesprek plaatsgevonden tussen belanghebbende en de Inspecteur. Het verslag van het hoorgesprek van 2 januari 2018 vermeldt onder meer:

“Houthandel

Over de handel in hout licht [belanghebbende] het volgende toe. Hij werkt voor handelaren in Suriname die zaken doen met afnemers in Azië. De handelaren in Suriname hebben een tussenpersoon nodig. De afnemers in Azië hebben namelijk weinig vertrouwen in de Surinamers en bovendien kunnen de Surinamers moeilijk aan een visum komen voor Azië.

Daarom treedt [belanghebbende] als tussenpersoon op. Onderhandelingen vinden telefonisch plaats. [Belanghebbende] ontvangt voor zijn bemiddeling ongeveer € 1.500 per maand van de handelaren in Suriname. Er staan geen afspraken op papier en [belanghebbende] schrijft geen facturen uit voor de handelaren in Suriname. [Belanghebbende] licht toe dat hij incidenteel bedragen rechtstreeks uit Azië ontvangt, het gaat om de in de bankrekening vermelde bedragen van [A] en van [B] .

De handelaren in Suriname betalen hem contant uit. Het geld wordt als vriendendienst door vrienden en/of familie die naar Nederland reizen meegenomen en aan [belanghebbende] afgegeven. [Belanghebbende] stort dit geld dan direct op zijn bankrekening. Daarom weet hij achteraf nog precies wat hij verdiend heeft. Van de contante geldstromen staat niets op papier.

(…) De [gemachtigde van belanghebbende] licht nog toe dat handel in Suriname anders werkt dan in Nederland; Surinamers houden er niet van om zaken schriftelijk vast te leggen en zij houden geen administratie bij. De [Inspecteur] wijst erop dat [belanghebbende] in Nederland woonachtig is, zijn onderneming vanuit Nederland drijft en dus gebonden is aan de Nederlandse wetgeving omtrent administratieve verplichtingen.

(…)

Aangiften inkomstenbelasting 2014 tot en met heden

Voorlopig standpunt omtrent leningen

Voornemen tot afwijken van de aangiften

Uitspraak op bezwaar aanslagen

Belastingrente

Uitspraak op bezwaar boetes

Beroepsclausule

Vervolg

Voor wanneer moet ik in beroep gaan?

Oordeel van de Rechtbank

Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing