Gerechtshof Den Haag, 23-03-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:782, BK-20/00694 en BK-20/00695
Gerechtshof Den Haag, 23-03-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:782, BK-20/00694 en BK-20/00695
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 maart 2021
- Datum publicatie
- 18 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2021:782
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2020:9958, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1736, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-20/00694 en BK-20/00695
Inhoudsindicatie
Belanghebbende heeft in zijn aangiften IB/PVV 2012 en 2013 giften aan een instelling opgevoerd als aftrekpost. De Inspecteur heeft de giften na door belanghebbende verstrekte bankafschriften (voor het jaar 2012), donatieverklaringen en giftkwitanties in aftrek toegestaan. Nadien heeft de Inspecteur de aftrek teruggenomen met de opgelegde navorderingsaanslagen. Het Hof oordeelt dat belanghebbende met de giftkwitanties, donatieverklaringen en de bankafschriften niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij daadwerkelijk giften aan de instelling heeft gedaan. Ten aanzien van de vergrijpboetes oordeelt het Hof dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat belanghebbende ten tijde van het doen van de aangiften zich er van bewust is geweest dat de aangiften voor wat betreft de giftenaftrek onjuist waren. De boetes van 75% zijn passend en geboden. Wel dienen de boetes gematigd te worden met 10% wegens overschrijding van de redelijke termijn in bezwaar en beroep.
Uitspraak
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-20/00694 en BK-20/00695
in het geding tussen:
(gemachtigde: P.R. Autar)
en
(vertegenwoordigers: […] , […] en […] )
op het hoger beroep van de Inspecteur en het incidenteel hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag (de Rechtbank) van 26 augustus 2020, nrs. SGR 19/4200 en SGR 19/4201.
Procesverloop
Jaar 2012
Aan belanghebbende is over het jaar 2012 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.604. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 487 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 2.107.
Jaar 2013
Aan belanghebbende is over het jaar 2013 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 45.209. Bij gelijktijdig gegeven beschikkingen is € 356 belastingrente in rekening gebracht en is een vergrijpboete opgelegd van € 1.894.
Beide jaren
Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaren tegen de navorderingsaanslagen en beschikkingen afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. De beslissing van de Rechtbank luidt:
"De rechtbank:
- verklaart de beroepen gericht tegen de boetebeschikkingen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar voor zover deze betrekking hebben op de boetebeschikkingen;
- vernietigt de boetebeschikking voor het jaar 2012;
- vermindert de boete voor het jaar 2013 tot 45% van de boetegrondslag en bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het vernietigde deel van de uitspraak op bezwaar;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- veroordeelt [de Inspecteur] tot vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.000;
- veroordeelt [de Inspecteur] in de proceskosten van [belanghebbende] tot een bedrag van € 1.572;
- draagt [de Inspecteur] op het betaalde griffierecht van € 47 aan [belanghebbende] te vergoeden."
De Inspecteur is van de uitspraak van de Rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend en heeft bij afzonderlijke brief incidenteel hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft schriftelijk zijn zienswijze op het incidenteel hoger beroep naar voren gebracht. De gemachtigde van belanghebbende heeft ter zitting een pleitnota overgelegd.
De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 9 februari 2020. Partijen zijn verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.
Vaststaande feiten
Jaar 2012
Belanghebbende, gehuwd met [A] , heeft in de aangifte IB/PVV voor het jaar 2012 een bedrag van € 7.500 aan (contante) giften opgenomen met de omschrijving " [stichting] " ( [stichting] ). In totaal is aan giften een bedrag van € 6.689, rekening houdend met een drempel van € 811, in aftrek gebracht. Het volledige bedrag van de giften is aan belanghebbende toegerekend.
In reactie op een informatieverzoek van de Inspecteur heeft belanghebbende onder andere de volgende vier kwitanties van de [stichting] verstrekt:
Kwitantienummer |
Datum |
Bedrag |
000361 |
12 maart 2012 |
€ 1.000 |
000768 |
20 april 2012 |
€ 4.000 |
000866 |
10 mei 2012 |
€ 1.000 |
001318 |
18 juni 2012 |
€ 1.500 |
Voorts heeft belanghebbende afschriften verstrekt van geldopnames van een bankrekening op naam van [A] . Uit deze afschriften blijken de volgende geldopnames in 2012:
Datum |
Bedrag |
12 maart 2012 |
€ 1.250 |
19 april 2012 |
€ 4.000 |
10 mei 2012 |
€ 2.000 |
4 juni 2012 |
€ 500 |
8 juni 2012 |
€ 500 |
10 juni 2012 |
€ 50 |
14 juni 2012 |
€ 500 |
18 juni 2012 |
€ 500 |
19 juni 2012 |
€ 500 |
21 juni 2012 |
€ 2.500 |
Tevens heeft belanghebbende een door de penningmeester van de [stichting] ondertekende donatieverklaring van de [stichting] overgelegd, gedateerd 21 oktober 2013, waarin de onder 2.1.2 genoemde kwitanties staan vermeld.
Met dagtekening 28 november 2014 heeft de Inspecteur een aanslag IB/PVV voor het jaar 2012 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 44.915. De Inspecteur heeft de giften aan de [stichting] in aftrek toegelaten.
Jaar 2013
Belanghebbende heeft in de aangifte IB/PVV voor het jaar 2013 een bedrag van € 6.800 aan (contante) giften opgenomen met de omschrijving " [stichting] " ( [stichting] ). In totaal is aan giften een bedrag van € 6.014, rekening houdend met een drempel van € 601, in aftrek gebracht. Het volledige bedrag van de giften is aan belanghebbende toegerekend.
In reactie op een informatieverzoek van de Inspecteur heeft belanghebbende onder andere de volgende vier kwitanties van de [stichting] verstrekt:
Kwitantienummer |
Datum |
Bedrag |
000298 |
2 maart 2013 |
€ 2.000 |
000640 |
26 april 2013 |
€ 1.000 |
001059 |
12 juni 2013 |
€ 2.000 |
001429 |
5 september 2013 |
€ 1.800 |
Voorts heeft belanghebbende een ondertekende donatieverklaring van de [stichting] overgelegd, gedateerd 22 augustus 2014, waarin de onder 2.2.2 genoemde kwitanties staan vermeld.
Met dagtekening 10 december 2014 heeft de Inspecteur een aanslag IB/PVV voor het jaar 2013 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.195. De Inspecteur heeft de giften aan de [stichting] in aftrek toegelaten.
Beide jaren
De [stichting] stond in beide jaren geregistreerd als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI).
De Belastingdienst is in 2013 een onderzoek gestart naar de houdbaarheid van de ANBI-status van de [stichting] . Daaruit bleek ten aanzien van het jaar 2012 dat belastingplichtigen gezamenlijk voor ten minste een bedrag van € 3.000.000 aan giften aan de [stichting] in aftrek hadden gebracht terwijl in de jaarstukken van de [stichting] voor dat jaar een bedrag van € 591.210 aan ontvangen giften was verantwoord. Voorts bleek dat de [stichting] in het jaar 2012 meer kwitanties (in totaal 2.500) had uitgeschreven dan in haar administratie was verantwoord (531) en dat de [stichting] in de jaarstukken voor 2013 een bedrag van € 88.564 aan ontvangen donaties had verwerkt terwijl in aangiften IB/PVV van diverse belastingplichtigen in totaal € 3.445.808 aan giften aan de [stichting] was aangegeven. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt dat is gedagtekend 17 mei 2016.
Omdat de administratie van de [stichting] ernstige gebreken vertoonde is de ANBI-status van de [stichting] op 6 januari 2014 ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008.
In januari 2015 is de FIOD gestart met strafrechtelijke onderzoeken naar het gebruik van valse giftkwitanties bij drie andere ANBI-instellingen dan de [stichting] ( [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] ). Uit die onderzoeken bleek dat diverse belastingplichtigen die giften aan voormelde instanties in de aangiften hadden opgenomen ook giften aan de [stichting] hadden opgenomen in hun aangiften. De bevindingen uit deze strafrechtelijke onderzoeken zijn opgenomen in een proces-verbaal met dossiernummer 56796 en een proces-verbaal met dossiernummer 56034. De Officier van Justitie heeft toestemming verleend de bevindingen uit deze FIOD-onderzoeken te gebruiken voor fiscale doeleinden.
Voormelde bevindingen (2.3.2 en 2.3.4) zijn aanleiding geweest voor de FIOD om op 17 september 2015 een strafrechtelijk onderzoek te starten naar de [stichting] en haar bestuurders in verband met het opmaken van valse giftkwitanties en/of donatieverklaringen van de [stichting] en het gebruik hiervan bij het doen van aangiften IB/PVV ( [FIOD-onderzoek 3] ).
De bevindingen uit het strafrechtelijk onderzoek [FIOD-onderzoek 3] zijn door de FIOD opgenomen in een proces-verbaal, met dossiernummer 57425. De Officier van Justitie heeft op 16 maart 2017 toestemming verleend de bevindingen uit het FIOD-onderzoek te gebruiken voor fiscale doeleinden. De resultaten van het onderzoek zijn op 23 april 2018 ter beschikking gesteld aan de Belastingdienst/kantoor Den Haag. Het (geanonimiseerde) proces-verbaal met bijlagen is door de Inspecteur verstrekt op een CD-rom (het FIOD-rapport).
Belanghebbende is in voormeld onderzoek niet als verdachte aangemerkt noch is hij als getuige gehoord.
In het FIOD-rapport zijn proces-verbalen van verhoor van verdachten opgenomen uit de strafrechtelijke onderzoeken [FIOD-onderzoek 1] en [FIOD-onderzoek 2] . De verdachten hebben onder andere verklaringen afgelegd over de handel in giftkwitanties bij de [stichting] .
Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 1] (blz. 2040 e.v.) De verdachte heeft onder meer verklaard:
"[…] is belastingadviseur en hij werkt samen met de [stichting] met betrekking tot het kopen van kwitanties. Hij koopt de kwitanties in voor 10% en verkoopt ze voor 12 tot 15% aan zijn klanten zodat zij dit kunnen aftrekken van de belasting."
Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 2] (blz. 2140 e.v.). De verdachte heeft onder meer verklaard:
"Ik ga u alles vertellen in 2011, 2012 en 2013 heb ik kwitanties gekocht bij [stichting] . Dit was niet voor 10% maar voor 15% of zelfs 20% procent weet ik niet meer zeker. Het zijn allemaal oplichters van die stichtingen. Ze stoppen alles in de eigen zak en melden niets aan de Belastingdienst. In 2011 heb ik geld betaald aan [de bestuurder/directeur] van de [stichting] . In 2012 en 2013 heb ik geld betaald aan [de penningmeester] van de [stichting] . De door mij overgelegde kwitanties over het jaar 2013 van de [stichting] heb ik van die [penningmeester] gekregen. Dit geld heb ik op de [adres] in [woonplaats] betaald. De kwitanties heeft [de penningmeester] mij op het adres aan de [adres] waar de [stichting] is gevestigd gegeven."
Het FIOD-rapport bevat een "proces-verbaal van verhoor verdachte" uit het onderzoek [FIOD-onderzoek 3] (blz. 1900 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt voor zover van belang:
"Opmerking verbalisanten: Uit onderzoek is naar voren gekomen dat uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 zijn ingediend vanaf het IP-adres van de [stichting] .
Vraag verbalisanten: Wie heeft uw aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2013 ingevuld en ingediend bij de Belastingdienst?
Antwoord gehoorde:
"Omdat ik slecht Nederlands spreek, ben ik door diverse mensen geadviseerd om naar de [stichting] te gaan. Ik ging naar de [stichting] om mijn aangiften in te laten vullen.
(…)
Vraag verbalisanten: Wie heeft de aangifte Inkomstenbelasting 2011 op uw naam bij de Belastingdienst ingevuld en ingediend?
Antwoord gehoorde:
"Ik ben eerlijk, maar toen ik daar kwam waren het elke keer andere mensen. Er waren allemaal kleine hokjes en daar werd het ingevuld. Ik ben daar gewoon naartoe gegaan, maar ik ken daar helemaal niemand. Ik kan dus niet zeggen wie dat voor mij ingevuld heeft. Op de dag dat ik mijn aangifte liet invullen, kreeg ik de twee kwitanties die ik u zojuist heb overhandigd. De data op de kwitanties hebben zij van de [stichting] erop gezet. Ik heb in ieder geval niet op die data betaald. Ik heb in één keer € 300 of zo betaald. Ik weet niet meer precies hoeveel ik heb betaald maar ik dacht iets van 12 of 15% van € 2.500. Ik heb mijn DigiD code en wachtwoord aan de medewerker van de [stichting] gegeven en die heeft vervolgens mijn aangifte ingediend. Dat ging elk jaar zo."
(…)
Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 staat in het onderdeel 'giften' een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?
Antwoord gehoorde:
"Daarvoor geldt hetzelfde als het jaar 2011. Ik denk dat ik daar ook ongeveer € 300 voor betaald heb."
(…)
Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2012 staan de data 10-03-2012 en 15112012. Uw aangifte inkomstenbelasting 2012 is gedaan op 9 maart 2013.
Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?
Antwoord gehoorde:
"Ja."
(…)
Vraag verbalisanten: In uw aangifte inkomstenbelasting 2013 staat in het onderdeel ‘giften’ een bedrag van € 2.500. Wat kunt u hierover verklaren?
Antwoord gehoorde:
“Ook hier heb ik maar € 300 of € 350 voor betaald."
Opmerking verbalisanten: Op de kwitanties over 2013 staan de data 23-02-2013 en 24052013. Uw aangifte inkomstenbelasting 2013 is gedaan op 26 februari 2014.
Vraag verbalisanten: Heeft u de kwitanties op dezelfde dag dat uw aangifte is gedaan, ontvangen?
Antwoord gehoorde:
"Ja."
Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "aangetroffen belastingaangiften en correspondentie op de PC van de [stichting] " (blz. 930 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:
"Resumé
Op grond van de volgende feiten en omstandigheden, te weten dat:
(…)
[…] zijn aangifte inkomstenbelasting 2013 voor € 50 in heeft laten vullen door/bij de [stichting] ;
In de aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] een gift is opgenomen van € 3.000;
[…] € 300, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];
De aangifte inkomstenbelasting 2013 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is ingediend;
De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] die bij de Belastingdienst is ingediend, is verzonden vanaf één van de computers van de [stichting] ;
In de aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] een gift is opgenomen van €1.000;
[…] € 100, ofwel 10%, heeft betaald voor de giftkwitantie, wat overeenkomt met de verklaring van [de penningmeester];
De kwitantie op naam van […] met nummer [xxx] gelet op de verklaring van [de penningmeester] vermoedelijk valselijk is opgemaakt;
De aangifte inkomstenbelasting 2014 op naam van […] vermoedelijk opzettelijk onjuist is gedaan;
(…)"
Het FIOD-rapport bevat een proces-verbaal van een opsporingsambtenaar van de FIOD betreffende "onderzoek in administratie [stichting] " (blz. 747 e.v.). Het proces-verbaal vermeldt onder meer:
"In verband met dit onderzoek heeft op 13 december 2016 een doorzoeking plaatsgevonden op het adres van de [stichting] , waarbij diverse administratie in beslag is genomen. Ik heb verhuisdoos 1 met boekingsnummer C.22.02.01 van object C van totaal 21 dozen nader onderzocht.
(…)