Gerechtshof Leeuwarden, 10-12-2001, AD6882, BK 904/00
Gerechtshof Leeuwarden, 10-12-2001, AD6882, BK 904/00
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 10 december 2001
- Datum publicatie
- 12 december 2001
- ECLI
- ECLI:NL:GHLEE:2001:AD6882
- Zaaknummer
- BK 904/00
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
BELASTINGKAMER GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN UITSPRAAK
Kenmerk: BK 904/00 10 december 2001
Uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwar-den, derde enkelvoudige belastingkamer, op het beroep van
X te Z (: de belanghebbende)
tegen de uitspraak van
de heffingsambtenaar van de gemeente Sneek (: de heffingsambtenaar),
gedaan op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de hem opgelegde naheffingsaan-slag parkeerbelasting.
1. Het procesverloop
1.1. Aan belanghebbende werd op 17 oktober 2000 een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.
1.2. Tegen deze naheffingsaanslag heeft belanghebbende bij bezwaarschrift van 19 oktober 2000 bezwaar gemaakt.
1.3. Bij uitspraak van 7 november 2000 heeft de heffingsambtenaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.
1.4. Van deze uitspraak is belanghebbende bij een op 22 december 2000 bij het hof binnengekomen beroepschrift (met bijlagen) in beroep gekomen.
1.5. Het verweerschrift van de heffingsambtenaar is op 20 februari 2001 bij het hof was binnengekomen.
1.6. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden ter zitting van 11 september 2001, gehouden te Leeuwarden, alwaar aanwezig waren twee gemachtigden van de heffingsambtenaar. De belanghebbende is met telefonisch bericht van verhindering niet verschenen.
1.7. Van alle genoemde (en hierna nog te noemen) stukken moet de inhoud als hier ingevoegd worden beschouwd.
1.8. Het hof heeft in deze zaak op 25 september 2001 in het openbaar mondeling uitspraak gedaan, waarvan het proces-verbaal bij aangetekend schrijven, ter post bezorgd op 9 oktober 2001, aan partijen is verzonden.
1.9. Bij een op 16 oktober 2001 bij het hof binnengekomen brief heeft het college van Burgemeester en Wethouders van Sneek verzocht de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.
1.10. Het verschuldigde griffierecht is op 5 november 2001 voldaan.
2. De feiten.
2.1. Tijdens een op 17 oktober 2000 te Sneek gehouden parkeercontrole is om 14.31 uur geconstateerd dat een personenauto met het kenteken YY-00-YY geparkeerd stond op het a-plein, terwijl niet kon worden vastgesteld dat de op grond van de Verordening parkeerbelasting zoals vastgesteld d.d. 15 december 1998 (: de verordening) van de gemeente Sneek verschuldigde parkeerbelasting was voldaan.
2.2. Op grond van deze constatering is aan belanghebbende een naheffingsaanslag parkeerbelasting aanslagnummer 0000000000000000 van in totaal ƒ 83,-- opgelegd.
3. Het geschil en de standpunten van partijen.
3.1. In geschil is het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.
3.2. De belanghebbende stelt dat hem deze naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd. Hij heeft daartoe in zijn beroepschrift aangevoerd dat hij een gulden in de parkeerautomaat heeft gedaan doch dat hij desondanks geen parkeerkaart heeft ontvangen. Volgens hem heeft hij onder die omstandigheden aan zijn betalingsplicht voldaan.
3.3. De heffingsambtenaar heeft gepersisteerd bij de inhoud van het verweerschrift.
4. De overwegingen omtrent het geschil.
4.1. Vooropgesteld dient te worden (zie HR 8 januari 1997, BNB 1997/68c*, Belastingblad 1997/277) dat in het geval dat aangenomen moet worden dat belanghebbende het verschuldigde parkeergeld heeft betaald, er geen ruimte meer is voor een naheffing van parkeerbelasting.
4.2. Het beroepschrift is in duidelijke bewoordingen en gedetailleerd geredigeerd. Daar komt nog bij dat belanghebbende als hoofdagent werkzaam is bij de politie te Sneek. Aan die functie ontleent het hof vertrouwen dat mag worden aangenomen dat belanghebbende een getrouwe weergave heeft gegeven van hetgeen is voorgevallen. Het hof hecht derhalve geloof aan hetgeen aldus door belanghebbende is gesteld.
Het hof gaat er derhalve van uit dat belanghebbende een gulden in de parkeermeter heeft gedaan en dat hij aldus aan zijn belastingplicht heeft voldaan. Gelet op voormeld arrest is er onder die omstandigheid geen ruimte meer voor een naheffingsaanslag.
De omstandigheid dat door de gemeente geen storing aan de parkeerautomaat zou zijn geconstateerd, doet daar niet aan af.
4.3. Het beroep is derhalve gegrond.
5. De proceskosten.
Het gerechtshof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, daar van dergelijke kosten niet is gebleken.
6. De beslissing.
Het hof:
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de uitspraak van de heffingsambtenaar alsmede de aan belanghebbende opgelegde genoemde naheffingsaanslag parkeerbelasting;
gelast de gemeente Sneek het door belanghebbende betaalde griffierecht ten bedrage van ƒ 60,-- aan hem te vergoeden.
Gedaan door mr Huiskes, raadsheer, plaatsvervangend lid van de derde enkelvoudige belastingkamer, in tegenwoordigheid van de heer Haarsma als griffier en in het openbaar uitgesproken te Leeuwarden op 10 december 2001.
De griffier, De voorzitter,
M. Haarsma mr J. Huiskes
Op 12 december 2001 afschrift
aangetekend verzonden aan beide partijen.
De griffier van het Gerechtshof
te Leeuwarden.