Gerechtshof 's-Gravenhage, 28-07-2004, ECLI:NL:GHSGR:2004:BV5015 AQ6775, BK-03/01761
Gerechtshof 's-Gravenhage, 28-07-2004, ECLI:NL:GHSGR:2004:BV5015 AQ6775, BK-03/01761
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Gravenhage
- Datum uitspraak
- 28 juli 2004
- Datum publicatie
- 12 augustus 2004
- ECLI
- ECLI:NL:GHSGR:2004:AQ6775
- Zaaknummer
- BK-03/01761
Inhoudsindicatie
IB 2000, buitengewone lasten, onderwijs Luzac-college.
Uitspraak
GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE
eerste enkelvoudige belastingkamer
28 juli 2004
nummer BK-03/01761
PROCES-VERBAAL
van de mondelinge uitspraak op het beroep van X te Z tegen de uitspraak van de Inspecteur, de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/P, op het bezwaarschrift van belanghebbende tegen de aan hem opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2000.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 14 juli 2004, gehouden te Middelburg. Aldaar zijn beide partijen verschenen.
Beslissing
Het Gerechtshof
- verklaart het beroep gegrond,
- vernietigt de uitspraak waarvan beroep,
- vermindert de aanslag tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 79.760 (E. 36.193), en
- gelast de Staat der Nederlanden het voor deze zaak gestorte griffierecht van E. 31 aan belanghebbende te vergoeden.
Gronden
1. Tussen partijen is uiteindelijk alleen nog in geschil of belanghebbende recht heeft op een buitengewone lastenaftrek van ƒ 15.000 wegens ziektekosten van zijn zoon. Niet langer is in geschil dat belanghebbende in ieder geval recht heeft op een buitengewone lastenaftrek van ƒ 675 wegens uitgaven tot voorziening in het levensonderhoud.
2. Voormeld bedrag van ƒ 15.000 betreft kosten voor het volgen van onderwijs aan het Luzac-college. Belanghebbendes zoon volgt aldaar onderwijs (op HAVO-niveau) omdat dit voor hem de enige mogelijke vorm van onderwijs is in verband met de ziekte ADHD waaraan hij lijdt. De psychiater heeft onderwijs via het Luzac-college aanbevolen.
3. Vaststaat dat het Luzac-college regulier algemeen vormend onderwijs aanbiedt zowel aan leerlingen met een ziekte als aan leerlingen zonder ziekte. Het onderwijs is erop gericht de leerlingen een reguliere schoolopleiding te geven, resulterend in - in dit geval - een HAVO-diploma. Gesteld noch gebleken is dat het onderwijs (mede) is gericht op bestrijding van (de gevolgen van) de ziekte ADHD. Tevens staat vast dat in het bedrag van ƒ 15.000 niet enig deel is begrepen voor genees- of heelkundige hulp. Onder deze omstandigheden kan het bedrag van ƒ 15.000 niet worden aangemerkt als een uitgave ter zake van ziekte in de zin van artikel 46, derde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (tekst 2000).
4. Het voorgaande leidt tot de slotsom dat geen recht bestaat op een (aanvullende) buitengewone lastenaftrek wegens ziektekosten en dat het vastgestelde belastbare inkomen moet worden verminderd met ƒ 675 tot ƒ 79.760 (E. 36.193) in verband met een buitengewone lastenaftrek van ƒ 675 wegens uitgaven tot voorziening in het levensonderhoud. Voor dat geval heeft belanghebbende ter zitting afgezien van zijn aanspraak op een vergoeding van proceskosten. Wel dient het gestorte griffierecht aan hem te worden vergoed.
Deze uitspraak is vastgesteld door mr. Van Walderveen. De beslissing is op 28 juli 2004 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier.
aangetekend aan
partijen verzonden:
Tegen deze mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie mogelijk; dat kan alleen tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Ieder van de partijen kan binnen vier weken na de verzenddatum van dit proces-verbaal het gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke uitspraak. De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Bij de vervanging van een mondelinge uitspraak mag het gerechtshof de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
De partij die om een vervangende schriftelijke uitspraak verzoekt, is hiervoor griffierecht verschuldigd en krijgt daarover bericht van de griffier. Het griffierecht dat de belanghebbende betaalt ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak, komt in mindering op het griffierecht dat de griffier van de Hoge Raad zal heffen als de belanghebbende beroep in cassatie instelt.