Home

Gerechtshof 's-Gravenhage, 06-10-2009, BL4566, BK-08/00160

Gerechtshof 's-Gravenhage, 06-10-2009, BL4566, BK-08/00160

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum uitspraak
6 oktober 2009
Datum publicatie
19 februari 2010
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2009:BL4566
Formele relaties
Zaaknummer
BK-08/00160

Inhoudsindicatie

Forensenbelasting. Belanghebbende heeft de stacaravan voldoende geschikt gemaakt om er enigszins duurzaam te kunnen verblijven. De onderhavige stacaravan dient te worden aangemerkt als een gemeubileerde woning in de zin van artikel 2 van de Verordening forensenbelasting Nieuwkoop 2006.

Uitspraak

GERECHTSHOF 's-GRAVENHAGE

Sector belasting

Nummers BK-08/00160

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer d.d. 6 oktober 2009

op het hoger beroep van [belanghebbende] te [Z] tegen de uitspraak van de rechtbank

's-Gravenhage van 6 maart 2008, nr. AWB 07/1465/FB, betreffende na te noemen aanslag.

Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Aan belanghebbende is door de Inspecteur, de heffingsambtenaar van de gemeente Nieuwkoop, voor het jaar 2006 een aanslag opgelegd in de forensenbelasting van deze gemeente ten bedrage van € 380,77.

1.2. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Ter zake van dit hoger beroep is van belanghebbende een griffierecht geheven van € 107. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Gerechtshof van 25 augustus 2009, gehouden te Den Haag. Aldaar zijn beide partijen verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

De Verordening

De raad van de gemeente Nieuwkoop heeft in zijn openbare vergadering van 22 december 2005 vastgesteld de Verordening forensenbelasting Nieuwkoop 2006 (hierna: de Verordening). Blijkens de inhoud van de gedingstukken is de Verordening op de wettelijk voorgeschreven wijze bekendgemaakt.

Vaststaande feiten

Op grond van de stukken van het geding en het ter zitting verhandelde is, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of onvoldoende weersproken, het volgende komen vast te staan:

4.1. Belanghebbende heeft in 2006 in de gemeente Nieuwkoop, zonder in die gemeente hoofdverblijf te hebben, voor meer dan negentig dagen voor zich of zijn gezin een stacaravan beschikbaar gehouden op de natuurcamping aan de [a-straat] te [Q], plaatselijk bekend als [A].

4.2. De grond wordt van de campingeigenaar gehuurd. De stacaravan is gebouwd omstreeks 1960 van aluminiumplaten, heeft een woonvertrek en een slaapvertrek met twee slaapplaatsen, is eenvoudig gemeubileerd, heeft een gaskachel, een keukenblokje met de gelegenheid te koken op gas, een wasbak en een douche en een toilet. De warmwatervoorziening geschiedt met behulp van gas uit een gastank. Verwarming van de stacaravan vindt plaats door middel van een gaskachel waarbij een gasfles wordt gebruikt. Er is geen aansluiting op het gas- of elektriciteitsnet. Door middel van een zonnepaneel met een oppervlakte van 0,5 m2 wordt een accu van 12 volt opgeladen en wordt in de verlichting van keuken en toilet voorzien. De stacaravan is niet voorzien van een koelkast. Gedurende de zomermaanden is de stacaravan aangesloten op de waterleiding en de riolering.

Omschrijving geschil en standpunten van partijen

5.1. Tussen partijen is in geschil of de stacaravan door de Inspecteur terecht is aangemerkt als een gemeubileerde woning in de zin van de Verordening. Deze vraag beantwoordt belanghebbende ontkennend en de Inspecteur bevestigend.

5.2. Belanghebbende voert ter ondersteuning van zijn standpunt - zakelijk weergegeven - het volgende aan:

De stacaravan is niet aan te merken als een gemeubileerde woning. Van een gemeubileerde woning is pas sprake in het geval een voor menselijk verblijf geschikte ruimte is voorzien van een aantal, naar de maatstaven van de huidige tijd gemeten, elementaire voorzieningen zoals een aansluiting op de waterleiding, de riolering en het elektriciteitsnet. De stacaravan bestaat uit zeer dunne aluminiumwanden zonder isolatie en vertoont door de ouderdom veel kieren en gaten. In de winter kan daarin niet worden verbleven want dan kan de caravan niet warm worden gestookt. In de zomer is het te warm. De stacaravan wordt gebruikt voor dagrecreatie en overnachten is nauwelijks mogelijk vanwege de overlast van insecten. Belanghebbende betwist dat de elektriciteitsvoorziening die hij via zijn zonnepaneel van een halve vierkante meter realiseert te vergelijken is met een aansluiting op het elektriciteitsnet.

5.3. De Inspecteur voert ter ondersteuning van zijn standpunt dat de stacaravan een gemeubileerde woning is aan dat deze beschikt over alternatieven om in elektriciteit en gas te voorzien.

5.4. Voor de gronden waarop partijen hun standpunten doen steunen, verwijst het Hof verder naar de gedingstukken.

Conclusies van partijen

6.1. Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank, de uitspraak van de Inspecteur en de aanslag.

6.2. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.

Overwegingen omtrent het geschil

7.1. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van een gemeubileerde woning is volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad bepalend of de woning op zichzelf beschouwd zowel bestemd als geschikt is om enigszins duurzaam - zij het niet in alle jaargetijden - voor menselijke bewoning te dienen. Dit betekent dat de ruimte voor menselijk verblijf geschikt dient te zijn en dient te zijn voorzien van een aantal naar de maatstaven van de huidige tijd gemeten elementaire voorzieningen, namelijk een toilet, een keuken, een wasgelegenheid bestaande uit een wasbak en een douche, een stookmogelijkheid en nutsvoorzieningen.

7.2. Uit de onder 3.2 vermelde feiten leidt het Hof af dat de stacaravan van belanghebbende beschikt over een woonvertrek, slaapvertrek, toilet, een keukenblokje, een wasgelegenheid bestaande uit een wasbak en een douche en een toilet, alsmede een stookmogelijkheid. Weliswaar zijn de nutsvoorzieningen (gas, licht, water en riolering) slechts in beperkte mate aanwezig maar belanghebbende voorziet op alternatieve wijze in de behoefte aan warm water, verwarming en elektriciteit door gebruik te maken van een gastank, gasflessen en een 12 voltaccu met een zonnepaneel. De aansluiting op de waterleiding en de riolering zijn in de zomermaanden beschikbaar en derhalve ruim voldoende om meer dan 90 dagen in de caravan verblijf te kunnen houden. Verder wordt in elektriciteit voorzien via een 12 voltaccu die met behulp van een zonnepaneel wordt geladen en waarmee het woon- en keukengedeelte en het douche- en toiletgedeelte kunnen worden verlicht. Aldus heeft belanghebbende de stacaravan voldoende geschikt gemaakt om er enigszins duurzaam te kunnen verblijven. De gestelde gebreken als ouderdom en gebrek aan isolatie zijn niet zodanig dat gezegd moet worden dat de stacaravan van belanghebbende voor dat verblijf niet meer geschikt is. Dat de stacaravan niet op het elektriciteitsnet is of kan worden aangesloten doet - in de omstandigheden van het onderhavige geval - aan het vorengaande oordeel niet af.

7.3. Gelet op het vorenoverwogene dient de onderhavige stacaravan te worden aangemerkt als een gemeubileerde woning in de zin van artikel 2 van de Verordening forensenbelasting Nieuwkoop 2006 en is het gelijk aan de Inspecteur.

Proceskosten

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Deze uitspraak is vastgesteld door mrs. J.W. Savelbergh, P.J.J. Vonk en E.J.M. Rosier. De beslissing is op 6 oktober 2009 in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier mr. Y. Postema.

aangetekend aan

partijen verzonden:

Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.

2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

- de naam en het adres van de indiener;

- de dagtekening;

- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

- de gronden van het beroep in cassatie.

Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.

De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.