Home

Gerechtshof 's-Gravenhage, 27-04-2011, BQ6727, BK-10/00223

Gerechtshof 's-Gravenhage, 27-04-2011, BQ6727, BK-10/00223

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Datum uitspraak
27 april 2011
Datum publicatie
1 juni 2011
ECLI
ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ6727
Zaaknummer
BK-10/00223

Inhoudsindicatie

Het hoger beroep dient wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector belasting

Nummer BK-10/00223

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer d.d. 27 april 2011

in het geding tussen:

[belanghebbende] te [Z], hierna: belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van het waterschap Hollandse Delta, hierna: de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht van

5 maart 2010, nr. AWB 09/463, betreffende de hierna vermelde aanslag.

Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de omslag gebouwd opgelegd naar een heffingsmaatstaf van € 596.000. De heffingsmaatstaf is gebaseerd op een beschikking als bedoeld in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken.

1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar tegen de aanslag afgewezen.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en teruggaaf van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 gelast.

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. In verband daarmee is door de griffier een griffierecht geheven van € 111. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

2.2. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 16 maart 2011, gehouden te ’s-Gravenhage. Aldaar zijn beide partijen verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

Beoordeling van het hoger beroep

3. De rechtbank heeft de onderhavige uitspraak op bezwaar vernietigd, zodat het hoger beroep niet tot een voor belanghebbende gunstiger resultaat kan leiden. Het hoger beroep dient wegens gebrek aan belang niet-ontvankelijk te worden verklaard.

Proceskosten

4. Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

Beslissing

Het Gerechtshof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.

Deze uitspraak is vastgesteld door mrs. B. van Walderveen, J.W. baron van Knobelsdorff en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de griffier mr. L. van den Bogerd. De beslissing is op 27 april 2011 in het openbaar uitgesproken.

aangetekend aan

partijen verzonden:

Zowel de belanghebbende als het daartoe bevoegde bestuursorgaan kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.

2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

- de naam en het adres van de indiener;

- de dagtekening;

- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;

- de gronden van het beroep in cassatie.

Het beroepschrift moet worden gezonden aan de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), Postbus 20303, 2500 EH Den Haag.

De partij die beroep in cassatie instelt is griffierecht verschuldigd en zal daarover bericht ontvangen van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan worden verzocht de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.