Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-10-2000, AA8455, 98/02258
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 25-10-2000, AA8455, 98/02258
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 25 oktober 2000
- Datum publicatie
- 4 juli 2001
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2000:AA8455
- Zaaknummer
- 98/02258
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
BELASTINGKAMER
Nr. 98/02258
HET GERECHTSHOF TE ‘s-HERTOGENBOSCH
PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK
Uitspraak van het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch, eerste enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X
te Y tegen de uitspraak van de chef van de afdeling Financiële Zaken van de gemeente P (hierna: de ambtenaar) op het bezwaarschrift betreffende de hem opgelegde naheffingsaanslag in de parkeerbelasting de dato 3 april 1998, aanslagnummer 1.
De mondelinge behandeling
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad in raadkamer ter zitting van het Hof van 11 oktober 2000 te
’s-Hertogenbosch.
Daar is toen verschenen en gehoord de ambtenaar. Belanghebbende is niet verschenen.
Na de behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 25 oktober 2000, te ‘s-Hertogenbosch de volgende mondelinge uitspraak gedaan.
De beslissing
Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak alsmede de naheffingsaanslag en gelast dat de ambtenaar aan belanghebbende het gestorte griffierecht ten bedrage van f. 45,-- vergoedt.
De gronden voor de beslissing
1. Belanghebbende heeft op 3 april 1998 zijn auto geparkeerd aan het Aplein te P, op een plaats waar ingevolge de Verordening parkeerbelastingen 1996 (hierna: de Verordening), gewijzigd bij besluit van 29 oktober 1997, deswege parkeerbelasting verschuldigd was.
Belanghebbende heeft voor het jaar 1998 een parkeervergunning gekocht voor alle in de Verordening aangewezen gebieden in de gemeente waarbij parkeerapparatuur is geplaatst. De naheffingsaanslag is opgelegd omdat belanghebbende niet de originele door hem gekochte vergunning achter de voorruit van de auto had geplaatst, doch een kopie daarvan.
2. Op de vraag van het Hof aan de ambtenaar ter zitting of belanghebbende kon weten dat het neerleggen van een kopie niet was toegestaan en dat alleen de originele vergunning mocht
worden geplaatst, heeft deze geantwoord dat op de vergunning staat vermeld: “ Namaak wordt gemeld aan de politie.” Voorts heeft hij verklaard dat hem niet bekend was of het uitreiken van de parkeervergunning onder nadere voorwaarden geschiedt.
3. Het Hof is van oordeel dat uit de enkele mededeling:“ Namaak wordt gemeld aan de politie”, onvoldoende blijkt dat uitsluitend kan worden geparkeerd met de originele vergunning achter de voorruit en niet met een kopie daarvan.
Het gelijk is derhalve aan de zijde van belanghebbende.
Proceskosten
Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken, nu niet is gebleken dat belanghebbende zodanige kosten heeft gemaakt.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus vastgesteld op 25 oktober 2000 door J.Th. Simons, in tegenwoordigheid van H.J. van den Helm, waarnemend-griffier, en op die dag in het openbaar uitgesproken.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 6 november 2000
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ
's-Hertogenbosch).
Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende ¦ 75,=.
Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van ¦ 150,= verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.