Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-11-2000, AA9325, 98/01274
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-11-2000, AA9325, 98/01274
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 14 november 2000
- Datum publicatie
- 4 juli 2001
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2000:AA9325
- Zaaknummer
- 98/01274
Inhoudsindicatie
-
Uitspraak
BELASTINGKAMER
Nr. 98/01274
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, zevende enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X te Y tegen de uitspraak van het Hoofd van de afdeling Beheer van de gemeente Y (hierna: de ambtenaar), als daartoe aangewezen gemeenteambtenaar, belast met de heffing van gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 1, lid 2, van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet) juncto artikel 231, lid 2, letter b van de Gemeentewet op het bezwaarschrift betreffende de in het kader van de Wet aan belanghebbende gezonden beschikking waarbij de waarde van belanghebbendes onroerende zaak Alaan 13 te Y (hierna: Alaan 13) per de peildatum 1 januari 1995 is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000.
De mondelinge behandeling
Deze heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op 31 oktober 2000 te 's-Hertogenbosch.
Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende alsmede, namens de ambtenaar, mevrouw S, fiscaal-juridisch WOZ-adviseur en de heer A, gecertificeerd WOZ-taxateur.
Na behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 14 november 2000, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.
De beslissing
Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak;
vermindert de bij de beschikking voor Alaan 13 vastgestelde waarde tot een waarde van fl. 677.000,=;
gelast dat de ambtenaar belanghebbende het griffierecht ad fl. 80,= vergoedt.
De gronden
1. Het Hof verstaat de zinnen in het vertoogschrift op bladzijde 4, onder Ad 4,:
"In de uitspraak op het bezwaarschrift is vermeld dat het verschil in waarde tussen
Alaan 4 en 13 f 30.000,00 bedraagt. Rekening houdend met een asbestvrije dakbedekking zou een waardeverschil van f 100.000,00 gerechtvaardigd zijn. Voor de asbestverwijdering is dus een aftrek van genomen van f 70.000,00.",
gelet op de door de gemeente overgelegde matrix aldus, dat bij de in de matrix vóór de aftrek aangehouden waarde van de woning van Alaan 13 van fl. 474.000,= geen rekening is gehouden met de asbestdakbedekking. Gelet op de in voornoemde matrix genoemde gegevens, aan de juistheid waarvan het Hof geen reden heeft te twijfelen, vertegenwoordigt de grotere inhoud van Alaan 13 ten opzichte van het vergelijkingspand Alaan 4 op zichzelf een méérwaarde van fl. 33.000,= doch dient van dit waardeverschil een bedrag van fl. 3.000,= te worden afgetrokken, vertegenwoordigende de waarde van de dakkapel van Alaan 4, waarover Alaan 13 niet beschikt. Een en ander in aanmerking nemende concludeert het Hof dat Alaan 13 ten opzichte van Alaan 4 ten aanzien van deze elementen per saldo een hogere waarde heeft van fl. 30.000,=, zodat voor de asbestdakbedekking met betrekking tot het verschil tussen Alaan 13 en Alaan 4 bij de asbestvrije dakbedekking van fl. 100.000,= een waardevermindering resteert van fl. 70.000,=. Hieruit volgt dat, anders dan in de berekening van de gemeente, genoemde fl. 70.000,= niet moet worden afgetrokken van de fl. 474.000,= maar van de fl. 441.000,=, zodat voor de woning van Alaan 13 met een asbestdakbedekking een waarde resteert van fl. 371.000,=.
Uit het vorenstaande volgt dat de WOZ-waarde per 1 januari 1995 van de Alaan 13 is te berekenen op fl. 371.000,= (waarde woning) plus fl. 20.000,= (waarde bijgebouwen) plus fl. 286.000,= (waarde grond) is fl. 677.000,=.
2. Daar het Hof van oordeel is dat met in achtneming van het vorenstaande en de in de matrix aangegeven verschillen Alaan 4 voor Alaan 13 een goed vergelijkingsobject is, stelt het Hof, gelet op het vorenoverwogene de WOZ-waarde per 1 januari 1995 van Alaan 13 vast op fl. 677.000,=.
3. Hetgeen belanghebbende stelt over de verwijdering en vervanging van de asbesthoudend isolatie platen, die in de dakconstructie verwerkt zijn, de slechte staat van sanitair en keuken alsmede de noodzakelijke vernieuwing van inpandige goten, zonder dit ook maar enigszins cijfermatig te onderbouwen, leidt het Hof, in aanmerking nemende hetgeen de gemeente in haar vertoogschrift op de ongenummerde bladzijde 4, laatste volzin, en de ongenummerde bladzijde 5, eerste twee alinea's, hiertegenover heeft aangevoerd, niet tot een andere conclusie als onder 2 vermeld
Griffierecht en proceskosten
Nu het beroep van belanghebbende gedeeltelijk gegrond is, dient de ambtenaar, gelet op het bepaalde in artikel 5, zevende lid, eerste volzin, van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken belanghebbende het griffierecht ad fl. 80,= te vergoeden.
Daar geen sprake is van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en belanghebbende geen opgave heeft gedaan van reis-, verblijf en verletkosten, acht het Hof geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.
Aldus vastgesteld op 14 november 2000 door M.E. van Hilten, lid van voormelde kamer, en op die datum in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van D.G. Moll van Charante, waarnemend-griffier.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 24 november 2000
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).
Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende fl. 150,=.
Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van
fl. 150,= verschuldigd.
De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.
Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.