Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-04-2001, AB1888, 98/01988

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 18-04-2001, AB1888, 98/01988

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
18 april 2001
Datum publicatie
4 juli 2001
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2001:AB1888
Zaaknummer
98/01988

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

BELASTINGKAMER.

Nr. 98/01988

HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH.

PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK.

Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, eerste enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X wonende te Y, tegen de uit-spraak van het hoofd van de sector middelen van de gemeente Onderbanken (hierna: de ambtenaar) op het bezwaar-schrift betreffende de aan hem verzonden kennisgeving van 5 september 1995, kenmerk 1, betreffende de ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bouwvergunning verschuldigde leges.

De mondelinge behandeling.

De eerste mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden in raadkamer ter zitting van 13 december 2000 te 's-Hertogenbosch.

Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, vergezeld van zijn gemachtigde, alsmede de ambtenaar.

Tot de stukken van het geding behoort onder meer de na voormelde mondelinge behandeling op de voet van het bepaalde in artikel 14, lid 1, sub 2o, van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken met partijen gevoerde briefwisseling, waarbij het bepaalde in artikel 16 van genoemde wet is nageleefd.

De tweede mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad in raadkamer ter zitting van het Hof van 4 april 2001 te

's-Hertogenbosch.

Aldaar is verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende. De ambtenaar heeft het Hof bij brief van 28 maart 2001 bericht niet ter zitting aanwezig te zullen zijn.

Na behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 18 april 2001, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.

De beslissing.

Het Hof:

vernietigt de bestreden uitspraak,

vermindert het bij kennisgeving van 5 september 1995 vastgestelde bedrag aan leges tot een verschuldigd bedrag van fl. 3.598,=,

gelast dat de ambtenaar aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht ten bedrag van fl. 80,= vergoedt,

veroordeelt de ambtenaar in de kosten van het geding tot een bedrag van fl. 2.310,= en wijst de gemeente Onderbanken aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

De gronden.

1. Naar aanleiding van een door belanghebbende ingediende aanvraag om een bouwvergunning heeft de ambtenaar belanghebbende bij kennisgeving gedateerd 5 september 1995, medegedeeld dat hij leges verschuldigd was ten bedrage van fl. 5.669,=. De bouwkosten (exclusief omzetbelasting) zijn daarbij door de ambtenaar vastgesteld op een bedrag van fl. 644.722,=.

2. Belanghebbende heeft tegen deze kennisgeving tijdig een bezwaarschrift ingediend. Bij de thans bestreden uitspraak heeft de ambtenaar de kennisgeving van 5 september 1995 gehandhaafd.

3. Tussen partijen is in geschil het antwoord op de vraag op welk bedrag de bouwkosten moeten worden vastgesteld. Zij zijn het er over eens dat voor de berekening van de verschuldigde leges moet worden uitgegaan van het bedrag aan bouwkosten exclusief omzetbelasting.

4. De ambtenaar verdedigt het bij kennisgeving van 5 september 1995 vastgestelde bedrag aan bouwkosten -exclusief omzetbelasting- van fl. 644.722,=. Hij voert daartoe aan dat bij de door belanghebbende ingediende aanvraag om een bouwvergunning géén aanneemsom van het op te richten bouwwerk bekend was. Vervolgens moeten de bouwkosten, aldus de ambtenaar, worden berekend en gehandhaafd conform de normen als bedoeld in het Normblad NEN 2631 (hierna: Missetnormen), resulterende in het hiervóór genoemd bedrag aan bouwkosten.

5. Belanghebbende verdedigt een bedrag aan bouwkosten -exclusief omzetbelasting- van fl. 335.625,40. In dit bedrag is een bedrag begrepen van fl. 39.125,40 wegens door derden dan wel in eigen beheer verrichte werkzaamheden. De eigen arbeid heeft belanghebbende daarbij meegenomen tegen een uurvergoeding van fl. 60,=.

6. Anders dan de ambtenaar kennelijk van mening is, geldt de berekening van de bouwkosten conform de Missetnormen niet als onweerlegbaar bewijs.

7. Het Hof heeft de ambtenaar, op wie ten dezen de bewijslast rust, na de eerste mondelinge behandeling in de gelegenheid gesteld het verschil in zijn berekening van de bouwkosten en die van belanghebbende te analyseren en in zijn nadere schriftelijke reactie uiteen te zetten. De ambtenaar heeft hieraan geen gevolg gegeven.

8. De ambtenaar heeft naar het oordeel van het Hof niet aannemelijk gemaakt dat de totale bouwkosten, exclusief omzetbelasting, meer hebben bedragen dan het door belanghebbende uiteindelijk berekende bedrag van in totaal fl. 335.625,40. Het Hof heeft geen reden aan de betrouwbaarheid van deze berekening van de werkelijke bouwkosten te twijfelen. Het gelijk is derhalve aan de zijde van belanghebbende.

9. De verschuldigde leges dienen te worden vastgesteld op een bedrag van fl. 3.598,=, berekend als volgt:

Rubriek in de tabel Leges-verordening Omschrijving bedrag

5.1. Bouwkosten fl. 335.625,40

5.2.2.a. Bouwkosten tot en met fl. 5.000,= fl. 41,=

5.2.2.b. Bouwkosten boven fl. 5.000,=: fl. 6,70 per fl. 1.000,= of gedeelte daarvan: fl. 6,70 x 331 fl. 2.217,70

5.5.1. Toepassing artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening fl. 490,=

5.5.1.5 Beoordeling rapportage akoestisch onderzoek fl. =,=

5.5.2. Provinciale leges fl. 500,=

5.10 Beoordeling rapportage onderzoek bodemgesteldheid fl. 350,=

Totaal verschuldigde leges (afgerond) fl. 3.598,=

10. Mede gelet op artikel 5, lid 7, eerste volzin, van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken dient de ambtenaar aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van fl. 80,= te vergoeden.

De proceskosten.

Nu belanghebbende in het gelijk is gesteld, acht het Hof termen aanwezig de ambtenaar te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van dit beroep bij het Hof in redelijkheid heeft moeten maken.

Het Hof stelt deze kosten, mede gelet op het bepaalde in het Besluit proceskosten fiscale procedures, op 3(punten) x fl. 710,= (waarde per punt) x 1 (gewicht van de zaak) x 1 (minder dan 4 samenhangende zaken) is fl. 2.130,=, vermeerderd met een bedrag aan verletkosten van belanghebbende zelf ad fl. 180,= (3 uren x fl. 60,= per uur), is in totaal fl. 2.310,=.

Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.

Aldus vastgesteld te 's-Hertogenbosch op 18 april 2001 door

J.Th. Simons, lid van voormelde Kamer, in tegenwoordigheid van J.W.J. van der Heijden, waarnemend-griffier, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden

op: 26 april 2001

Het aanwenden van een rechtsmiddel:

U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).

Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende ¦ 150,=.

Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van ¦ 150,= verschuldigd.

De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.