Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 01-11-2001, AD9740, 98/02995

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 01-11-2001, AD9740, 98/02995

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
1 november 2001
Datum publicatie
4 maart 2002
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2001:AD9740
Zaaknummer
98/02995

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

BELASTINGKAMER.

Nr. 98/02995

HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH.

U I T S P R A A K.

Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, derde enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van de heer X te Y (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Hoofd van de afdeling middelen van de gemeente P (hierna: de ambtenaar), op het bezwaarschrift betreffende de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) aan hem gezonden beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak A straat 1 te Y (hierna: de onroerende zaak) per de peildatum 1 januari 1995 is vastgesteld voor het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000.

1. Ontstaan en loop van het geding

Bij de vorenvermelde beschikking is aan de onroerende zaak een waarde toegekend van fl. 427.000,=.

Na tijdig bezwaar heeft de ambtenaar bij de bestreden uitspraak de bij de beschikking voor de onroerende zaak vastgestelde waarde gehandhaafd.

Belanghebbende is tegen die uitspraak tijdig en regelmatig in beroep gekomen bij het Hof. De ambtenaar heeft geen vertoogschrift ingezonden.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad in raadkamer ter zitting van het Hof van woensdag 17 januari 2001 te 's-Hertogenbosch.

Aldaar is verschenen en gehoord belanghebbende. De ambtenaar is niet verschenen. De griffier heeft verklaard dat hij de ambtenaar bij op 18 december 2000 per aangetekende post met ontvangstbevestiging naar het in de uitspraak opgegeven adres verzonden oproeping, waarvan een afschrift tot de stukken van het geding behoort, heeft kennis gegeven van plaats, dag en uur der mondelinge behandeling.

Uit de tot de stukken van het geding behorende ontvangstbevestiging blijkt dat evenbedoelde oproeping op 19 december 2000 aan het evenbedoelde adres is uitgereikt aan een persoon die voor ontvangst heeft getekend.

Het Hof heeft op 31 januari 2001 te ´s-Hertogenbosch mondeling uitspraak gedaan.

Afschriften van het proces-verbaal van die uitspraak zijn op 5 februari 2001 aangetekend aan partijen verzonden.

Belanghebbende heeft tijdig en op regelmatige wijze verzocht de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.

Het hiervoor verschuldigde recht is door belanghebbende op 31 juli 2001 betaald.

2. Feiten

Het Hof stelt op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting als tussen partijen niet in geschil dan wel door een der partijen gesteld en door de andere partij niet dan wel onvoldoende betwist de volgende feiten vast.

2.1. Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak.

2.2. De waarde van de onroerende zaak als bedoeld in artikel 17 van de Wet WOZ is bij de bestreden beschikking vastgesteld op fl. 427.000,=, zijnde naar het oordeel van de ambtenaar de waarde in het economische verkeer van de onroerende zaak naar de toestand op de waardepeildatum 1 januari 1995.

3. Geschil en standpunten van partijen

3.1. Tussen partijen is in geschil de waarde van de onroerende zaak per 1 januari 1995.

3.2. Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de processtukken.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak en tot vermindering van de in geschil zijnde waarde tot een bedrag van (afgerond) fl. 345.000,=.

4. Overwegingen omtrent het geschil

4.1. De ambtenaar, op wie de bewijslast rust van de juistheid van de in geschil zijnde waarde van de onroerende zaak, heeft geen taxatierapport overgelegd, heeft geen vertoogschrift ingediend en is niet ter zitting verschenen. De ambtenaar heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aannemelijk gemaakt op grond waarvan het Hof tot het oordeel zou kunnen komen dat evenbedoelde waarde terecht is vastgesteld op fl. 427.000,=.

4.2. Anderzijds heeft belanghebbende onvoldoende aannemelijk gemaakt dat deze waarde op fl. 345.000,= moet worden vastgesteld.

4.3. Gelet op het vorenstaande bepaalt het Hof de in geschil zijnde waarde in goede justitie op fl. 375.000,=.

5. Proceskosten

Nu belanghebbende - gedeeltelijk - in het gelijk is gesteld, acht het Hof termen aanwezig de ambtenaar te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van dit beroep bij het Hof in redelijkheid heeft moeten maken.

Het Hof stelt deze kosten, gelet op de verklaring van belanghebbende ter zitting dat hij alleen aanspraak maakt op een reiskostenvergoeding en mede gelet op het bepaalde in het Besluit proceskosten fiscale procedures, op fl. 15,=.

6. Beslissing

Het Hof vernietigt de bestreden uitspraak, vermindert de bij de beschikking voor de onroerende zaak vastgestelde waarde tot een waarde van fl. 375.000,=, gelast dat de ambtenaar aan belanghebbende het gestorte griffierecht ten bedrage van fl. 80,= vergoedt, veroordeelt de ambtenaar in de kosten van het geding tot een bedrag van fl. 15,= en wijst de gemeente P aan als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

Aldus vastgesteld op 1 november 2001 door A.J. van Soest, lid van voormelde Kamer, in tegenwoordigheid van H.J. van den Helm, waarnemend-griffier, en op die datum in het openbaar uitgesproken.

Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden

op: 1 november 2001

Het aanwenden van een rechtsmiddel:

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen

van een beroepschrift bij dit gerechtshof (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).

2. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden

uitspraak overgelegd.

3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in

cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is een griffierecht verschuldigd.

Na het instellen van beroep ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. Indien U na een mondelinge uitspraak griffierecht hebt betaald ter verkrijging van de vervangende schriftelijke uitspraak van het gerechtshof, komt dit in mindering op het griffierecht dat is verschuldigd voor het indienen van beroep in cassatie.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.