Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 07-02-2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:1183, 02/02465
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 07-02-2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:1183, 02/02465
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 7 februari 2003
- Datum publicatie
- 2 juni 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2003:1183
- Zaaknummer
- 02/02465
Inhoudsindicatie
Deze uitspraak is op verzoek gepubliceerd en niet door het gerechtshof geselecteerd om te worden gepubliceerd. Derhalve is er geen samenvatting beschikbaar.
Uitspraak
Nr. 02/02465
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
U I T S P R A A K
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, vierde meervoudige Belastingkamer, op het beroep van de heer [belanghebbende] te [woonplaats] tegen de uitspraak van het Hoofd van de eenheid Particulieren Middelburg van de rijksbelastingdienst (hierna: de Inspecteur) op zijn bezwaarschrift betreffende de hem voor het jaar 1995 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het onderhavige jaar (1995) een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van fl. 315.403,=, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij de uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Gerechtshof te 's-Gravenhage, welke die uitspraak heeft vernietigd en de aanslag heeft verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen van fl. 105.803,=. Voorts heeft het Gerechtshof te 's-Gravenhage bij deze uitspraak de Inspecteur veroordeeld in de kosten van het geding ten bedrage van fl. 2.840,= en de Inspecteur gelast aan belanghebbende het door hem gestorte griffierecht van fl. 85,= te vergoeden.
De Staatssecretaris van Financiën heeft tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage beroep in cassatie ingesteld. Bij arrest van 3 mei 2002, nr. 36.984, heeft de Hoge Raad het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage vernie-tigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch (hierna: het Hof) ter verdere behandeling en beslissing van de zaak in meervoudige kamer.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft met gesloten deuren plaatsgevonden op 22 januari 2003 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, de heer [gemachtigde] , belastingadviseur te [plaats] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heer [inspecteur] , verbonden aan de vorengenoemde eenheid van de rijksbelastingdienst.
2 Gronden
Partijen zijn ter zitting nader tot overeenstemming gekomen in die zin dat de aanslag dient te worden verminderd tot een naar een belastbaar inkomen van fl. 145.803,=.
3 Proceskosten en griffierecht
Beide partijen hebben ter zitting verklaard ter zake van de behandeling van deze zaak door het Hof en door het Gerechtshof te 's-Gravenhage geen aanspraak te maken op vergoeding van proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken (hierna: de Wet).
De omstandigheid dat de aanslag wordt verminderd, brengt met zich dat de Inspecteur, gelet op het bepaalde in artikel 5, zevende lid, eerste volzin, van de Wet, aan belanghebbende het door deze voor deze zaak gestorte griffierecht ad fl. 85,= (€ 38,57) dient te vergoeden.