Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-03-2004, AO7619, 01/02297

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-03-2004, AO7619, 01/02297

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
3 maart 2004
Datum publicatie
15 april 2004
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2004:AO7619
Zaaknummer
01/02297
Relevante informatie
Algemene wet inzake rijksbelastingen [Tekst geldig vanaf 01-01-2024 tot 01-01-2025] art. 20, Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 225, Gemeentewet [Tekst geldig vanaf 31-01-2024] art. 234

Inhoudsindicatie

Er dient ervan te worden uitgegaan dat in Nederland de parkeerbelasting in beginsel moet worden voldaan in Nederlands wettig betaalmiddel. Nu de gemeente Y als service voor bezoekers uit het buitenland het mogelijk heeft gemaakt deze belasting te voldoen in bepaalde buitenlandse valuta komt het risico voor rekening van belanghebbende, indien hij zich niet houdt aan de door de gemeente gehanteerde wisselkoers.

Uitspraak

BELASTINGKAMER

Nr. 01/02297

HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH

PROCES-VERBAAL MONDELINGE UITSPRAAK

Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, eerste enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van X te Y (België) (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de directie Stadsbeheer en Facilitaire Zaken van de gemeente Y (hierna: de verweerder), op het bezwaarschrift betreffende de naheffingsaanslag in de parkeerbelasting de dato 29 mei 2001, aanslagnummer 1.

Het onderzoek ter zitting

Het onderzoek ter zitting heeft met gesloten deuren plaatsgehad op 18 februari 2004 te 's-Hertogenbosch. Aldaar zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede de verweerder.

Na de behandeling van de zaak heeft het Hof heden, 3 maart 2004, de volgende mondelinge uitspraak gedaan.

De beslissing

Het Hof verklaart het beroep ongegrond.

De gronden voor de beslissing

1. Op 29 mei 2001 om 17.03 uur stond belanghebbendes personenauto, met het kenteken 2 op een parkeerplaats aan de Aweg in de gemeente Y geparkeerd. Deze locatie is door burgemeester en wethouders op grond van de Verordening aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd.

2. In geschil is of de onderhavige naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

3. Belanghebbende heeft de parkeerbelasting betaald in Belgische francs. Zijn grief komt hierop neer dat de gemeente Y voor diegenen die de parkeerbelasting willen voldoen in Belgisch geld, een koers heeft gehanteerd BEF 20,- per ƒ 1,-, in plaats van BEF 18,305 per ƒ 1,- zoals door de Europese Centrale Bank per 1 januari 2001 is voorgeschreven, waardoor hij, in de visie van de gemeente, te weinig parkeerbelasting heeft voldaan.

4. Het Hof verwerpt de grief van belanghebbende. Er dient ervan te worden uitgegaan dat in Nederland de parkeerbelasting in beginsel moet worden voldaan in Nederlands wettig betaalmiddel. Nu de gemeente Y als service voor bezoekers uit het buitenland het mogelijk heeft gemaakt deze belasting te voldoen in bepaalde buitenlandse valuta komt het risico voor rekening van belanghebbende, indien hij zich niet houdt aan de door de gemeente gehanteerde wisselkoers.

5. Gelet op vorenstaande dient, nu het bedrag van de naheffingsaanslag als zodanig niet in geschil is, het beroep ongegrond te worden verklaard.

De proceskosten

Het Hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal.

Aldus gedaan door J.Th. Simons, lid van voormelde Kamer, en voor wat betreft de beslissing in tegenwoordigheid van P.J.A.M. van Sleuwen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2004.

Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden op: 9 maart 2004

Het aanwenden van een rechtsmiddel:

U kunt binnen vier weken na de verzenddatum van deze uitspraak dit gerechtshof schriftelijk verzoeken de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ

's-Hertogenbosch).

Voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak bedraagt het griffierecht voor belanghebbende € 51,-.

Het bestuursorgaan is voor het verkrijgen van een schriftelijke uitspraak een griffierecht van € 204,50 verschuldigd.

De vervanging van een mondelinge uitspraak door een schriftelijke strekt ertoe de mondelinge uitspraak in een andere vorm vast te leggen. Het gerechtshof mag daarbij de gedane uitspraak niet aan een heroverweging onderwerpen.

Uitsluitend tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarvoor is eveneens een griffierecht verschuldigd. Het ter verkrijging van een schriftelijke uitspraak betaalde griffierecht wordt door de griffier van de Hoge Raad in mindering gebracht op het voor beroep in cassatie verschuldigde recht.