Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-06-2004, AQ5899, 02/03928

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-06-2004, AQ5899, 02/03928

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
9 juni 2004
Datum publicatie
2 augustus 2004
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2004:AQ5899
Zaaknummer
02/03928

Inhoudsindicatie

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek voor buitengewone lasten ter zake van studie of opleiding voor een beroep ex artikel 46, eerste lid, aanhef en letter c, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: de Wet IB; tekst 2000).

Uitspraak

BELASTINGKAMER

Nr. 02/03928

HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH

U I T S P R A A K

Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dertiende enkelvoudige Belastingkamer, op het beroep van de heer X te Y (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Hoofd van de eenheid Particulieren te Z van de rijksbelastingdienst (hierna, evenals de voorzitter van het managementteam van het onderdeel Belastingdienst ZZ van de rijksbelastingdienst, de thans ten aanzien van belanghebbende bevoegde inspecteur, aan te duiden als: de Inspecteur) op het bezwaarschrift betreffende na te melden aanslag.

1. Ontstaan en loop van het geding

1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2000 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen van fl. 82.339,=, welke aanslag, na daartegen tijdig gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is gehandhaafd.

1.2. Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij het hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 29,=.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.3. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 4 mei 2004 te Eindhoven.

Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, tot bijstand vergezeld van zijn echtgenote, alsmede, namens de Inspecteur, de heer W.

1.4. Belanghebbende heeft ter zitting, zonder bezwaar van de wederpartij, een kopie overgelegd van de overeenkomst met Uitgeverij Q te O en een specificatie van de gegevens van zijn boek. De griffier heeft ter zitting van beide door belanghebbende overgelegde stukken een kopie gemaakt en deze overgelegd aan de Inspecteur.

1.5. Het hof heeft vervolgens het onderzoek ter zitting gesloten.

2. Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het verhandelde ter zitting staat, als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de wederpartij niet of niet voldoende weersproken, het volgende vast:

2.1. Belanghebbende, geboren in 1927, is gehuwd. Zijn echtgenote geniet geen inkomsten. Belanghebbende is ingedeeld in tariefgroep 3.

2.2. Belanghebbende is tijdens zijn loopbaan bij Philips zeer intensief betrokken geweest bij elektromagnetische comptabiliteit. Ook heeft belanghebbende vele cursussen over dit onderwerp gegeven (zoals de PATO cursus aan de Technische Universiteit te Eindhoven) en daarbij een jarenlange ervaring op het betreffende gebied opgebouwd.

2.3. Belanghebbende heeft zich in het jaar 2000 in laten schrijven als student aan de Open Universiteit Nederland te Heerlen voor de propedeuse "Technische informatica".

2.4. De bovengenoemde studie wordt door belanghebbende gevolgd om voldoende wetenschappelijke ondergrond te verwerven om een boek over elektromagnetisme te kunnen publiceren.

2.5. Op 26 april 2004 heeft belanghebbende een overeenkomst met uitgeverij Q te O gesloten ten einde een door hem over dit onderwerp geschreven boek op de markt te brengen.

3. Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1. Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op aftrek voor buitengewone lasten ter zake van studie of opleiding voor een beroep ex artikel 46, eerste lid, aanhef en letter c, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: de Wet IB; tekst 2000).

Belanghebbende is van oordeel dat bovenstaande vraag bevestigend beantwoord moet worden. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2. Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Ter zitting hebben zij hieraan nog het volgende zakelijk weergegeven, toegevoegd:

Belanghebbende

De proefdruk van het boek, de overeenkomst met uitgeverij Q te O en een specificatie van de gegevens van het boek heb ik bij me. Q te Od is een ECM-laboratorium op het gebied van ECM. ECM heeft betrekking op straling en storing. Q is geen partner van Philips, maar zij zijn ontstaan vanuit Philips. In mei 2004, deze maand dus, begint de uitgeverij met het drukken van het boek. De hogeschool P1 en P2 hebben een verzoek ingediend om het boek af te kunnen nemen. Verder wordt de methode van 'print on demand' gehanteerd. Dit houdt in dat indien er een verzoek voor afname van het boek wordt ingediend, het boek gedrukt gaat worden. In eerste instantie heb ik contact opgenomen met uitgeverij Kluwer, maar daar kon het boek niet in kleur gedrukt worden. Ik ben toen verder gaan kijken en uitgekomen bij Q. Zij kunnen namelijk wel in kleur drukken. U mag het kopie van de overeenkomst met de uitgeverij en de specificatie van het boek houden.

Ik heb mijn hele leven met elektromagnetisme gewerkt. Alleen een professor van de Universiteit in Eindhoven denkt mij nog wat over dat onderwerp te kunnen leren. Ik heb geen wetenschappelijke studie afgerond en om een boek te kunnen schrijven en te publiceren heb je die wetenschappelijke achtergrond toch nodig. De studie heb ik gedaan voor de theorie, de praktijk kende ik namelijk al. De studie heb ik voornamelijk gedaan om meer te weten te komen over de werking van de pc om zo de straling en storing vanuit pc te kunnen beschrijven. Ik wist over de werking van een pc te weinig om er gefundeerd over te kunnen schrijven. Deze basis had ik dus nodig om in een gedeelte van het boek te kunnen schrijven over de straling en storing vanuit een pc. Een pc kan bijvoorbeeld gestoord worden door een elektrische schok van een persoon of door de bliksem. Indien je niet weet hoe een pc werkt, dan kun je de achtergrond en de gevolgen van de schok niet goed beschrijven. Alleen de propedeuse van de door mij gevolgde opleiding was voldoende voor het niveau van dit boek. Het boek is namelijk voor het niveau van de HTS geschreven. Het onderdeel in het boek wat gaat over de pc is slechts een klein gedeelte. Het werkterrein van het elektromagnetisme is een groot gebied.

De door mij aangeschafte pc heb ik in drie jaar tijd afgeschreven. Het bedrag dat ik bij de pc genoemd heb, is dus de jaarlijkse afschrijving. Voor privé-internet gebruik ik een andere computer. Ik heb dus twee computers.

Ik dacht dat ik mij tegen de reden die genoemd zijn in de uitspraak op bezwaar moest verzetten. In de uitspraak noemt de Inspecteur mijn leeftijd, naar mijn idee is dit niet relevant. Uit het boek behaal ik netto-opbrengsten. De kosten voor het uitbrengen van het boek komen voor rekening van de uitgever. De uitgever heeft ook marktonderzoek gedaan naar de behoefte van het boek. Ik heb een honorarium bedongen van 5% bij studentenuitgaven en van 12% bij overige uitgaven. De verkoopprijs per boek is vastgesteld op € 80,=. In het begin geldt er een introductiekorting van 25%. De uitgever heeft de verkoop in Nederland en België in de begintijd beraamd op 500 á 1000 stuks per jaar. En in de toekomst, na het bekend worden van het boek, op 1500 stuks per jaar. De kosten die ik in mijn aangifte heb afgetrokken, zullen dus in 1 á 2 jaar terug verdiend zijn. Indien het boek op de wereldmarkt verkocht gaat worden, dan zal de afzet vele duizenden exemplaren zijn. De uitgever legt de relaties met buitenlandse uitgevers, omdat hij de rechten op het boek heeft. Ik heb zelf al contact gehad met een firma in Denemarken die het boek ook graag wil uitgeven. Over de verkoopmogelijkheden kan ik verder weinig zeggen.

Ik ga niet akkoord met het door de Inspecteur voorgestelde compromis. Indien ik meer als de kosten verdien, heb ik alsnog pech en is die opbrengst alsnog belast.

De Inspecteur

Indien een pc gebruikt wordt, is het normaal dat er op afgeschreven wordt. Ik vind de afschrijvingskosten van de pc te hoog. Bovendien is er geen rekening gehouden met privé-gebruik. Ik kan niet tegenspreken dat de pc niet voor privé-doeleinden is gebruikt, dus ik ga ermee akkoord dat er vastgesteld wordt dat de betreffende pc alleen voor onderwijsdoeleinden gebruikt wordt. Ik vraag me alleen af of de kosten wel buitengewone kosten zijn. Ik denk dat het in plaats van studiekosten, aftrekbare kosten zijn op grond van artikel 35 van de Wet IB. Ik kom namelijk niet door de criteria heen van de studiekosten. Bovendien zijn de uitgifte van het aantal boeken slechts verwachtingen. Indien de kosten aangemerkt worden als beroepskosten, zijn ze pas aftrekbaar indien belanghebbende opbrengsten behaald met verkopen. Dat is het verschil met aftrekbare kosten. Ik vind dat er geen sprake is van studiekosten, omdat er geen leraar-leerling verhouding is, bovendien zijn de toekomstverwachtingen niet duidelijk.

Ik mag van de staatssecretaris geen afspraken maken. Het enige dat ik kan voorstellen is dat indien er opbrengsten behaald worden in 2005, ik terug ga kijken naar het jaar 2000, vanwege de 5-jaarstermijn, en ik de aanslag ambtshalve ga beoordelen om te kijken of de kosten alsnog als beroepskosten meegenomen kunnen worden. Dit is het enige voorstel dat ik aan belanghebbende kan doen. Voor de rest blijf ik bij mijn standpunt zoals verwoord in mijn verweerschrift.

3.3. Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het beroep, vernietiging van de bestreden uitspraak en vermindering van het belastbaar inkomen tot een bedrag van fl. 78.723,=.

De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

4. Beoordeling van het geschil

4.1. Ingevolge artikel 46, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet IB behoren tot de buitengewone lasten, voor zover hier van belang, de op de belastingplichtige drukkende uitgaven ter zake van een opleiding of studie voor een beroep van de belastingplichtige. Volgens vaste jurisprudentie is voor aftrek vereist dat de belastingplichtige in redelijkheid kon verwachten dat hij na de afronding van de opleiding de na de studie verworven kennis productief kon maken en daarmee zijn maatschappelijke positie in financieel opzicht kan verbeteren. Studiekosten gemaakt terzake van verbetering van de persoonlijke uitrusting of hobby zijn van de aftrek uitgesloten.

4.2. Belanghebbende heeft gesteld dat hij zich al zijn hele leven bezig houdt met elektromagnetisme, cursussen gaf over dit onderwerp, en dat hij over dit onderwerp een boek wilde schrijven en publiceren. Belanghebbende heeft met het schrijven en uitgeven van het boek tevens het oogmerk de inkomensachteruitgang na zijn overlijden van zijn twaalf jaar jongere echtgenote op te vangen. Met het oog op het schrijven en uitgeven van het boek heeft belanghebbende de propedeuse "Technische informatica" gevolgd aan de Open Universiteit. Voorts heeft belanghebbende gesteld dat hem was gebleken dat een wetenschappelijke basis bij het schrijven van zijn boek niet kon worden gemist en dat het volgen van een universitaire studie derhalve aanzienlijk zou kunnen bijdragen aan een succesvolle realisering van zijn plannen.

4.3. Belanghebbende op wie de bewijslast rust, heeft tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door de Inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat de door hem in zijn aangifte voor het jaar 2000 opgevoerde kosten kwalificeren als uitgaven als bedoeld in artikel 46, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet IB. Naar het oordeel van het hof kwalificeert de opleiding propedeuse "Technische informatica", hoe waardevol op zich zelf ook voor het te schrijven boek, als studiekosten ter verbetering van de persoonlijke uitrusting en derhalve van aftrek is uitgesloten. Het hof baseert dit oordeel mede op hetgeen belanghebbende ter zitting heeft verklaard. Het werkterrein van het elektromagnetisme is, zoals belanghebbende op die zitting aangaf, een groot en breed terrein. De op dat terrein benodigde kennis heeft belanghebbende in de loop van zijn carrière opgedaan en hij is in dat kader uitgegroeid, althans zo verstaat het hof zijn verklaring, tot een topexpert in Nederland. De pc is bij straling en storingen slechts één van de producten die bij elektromagnetisme een rol spelen. Het vergaren van de extra kennis over de werking van een pc, en het niveau van de opleiding, benodigd voor het schrijven van het boek zijn afgezet tegen de al bij belanghebbende aanwezige kennis en ervaring op het terrein van elektromagnetisme is niet van dien aard dat de opleiding als zodanig productief zal worden gemaakt. Er is in dezen sprake van een soort "bijscholing" van belanghebbende die overigens in al in staat moet worden geacht de beoogde werkzaamheden te verrichten.

4.4. Gelet op het vorenstaande is het gelijk met betrekking tot de in geschil zijnde vraag aan de zijde van de Inspecteur, zodat moet worden beslist als hieronder is vermeld.

5. Griffierecht

Het hof is van oordeel dat er geen redenen aanwezig zijn om te gelasten dat aan belanghebbende het door hem betaalde griffierecht geheel of gedeeltelijk wordt vergoed.

6. Proceskosten

Het hof acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

7. Beslissing

Het hof verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gedaan door G.D. van Norden, lid van voormelde Kamer, en voor wat betreft de beslissing in tegenwoordigheid van M.H.W.N. Lammers, griffier, in het openbaar uitgesproken op: 9 juni 2004

Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden

op: 9 juni 2004

Het aanwenden van een rechtsmiddel:

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:

1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen

van een beroepschrift bij dit gerechtshof (Postadres: Postbus

70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).

2. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden

uitspraak overgelegd.

3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in

cassatie is gericht;

d. de gronden van het beroep in cassatie.

Voor het instellen van beroep in cassatie is een griffierecht verschuldigd.

Na het instellen van beroep ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. Indien U na een mondelinge uitspraak griffierecht hebt betaald ter verkrijging van de vervangende schriftelijke uitspraak van het gerechtshof, komt dit in mindering op het griffierecht dat is verschuldigd voor het indienen van beroep in cassatie.

In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.