Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-11-2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:5416, 12-00620
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 14-11-2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:5416, 12-00620
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 14 november 2013
- Datum publicatie
- 25 november 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2013:5416
- Zaaknummer
- 12-00620
Inhoudsindicatie
Tuin bij pastorie bevat geen zelfstandig gedeelte als bedoeld in artikel 16, onder c van de Wet WOZ en deelt ook niet in de vrijstelling van artikel 2, lid 1 onder g, van de Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet WOZ (de kerkenvrijstelling).
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 12/00620
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende],
gevestigd te [vestigingsplaats],
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank ‘s-Hertogenbosch (hierna: de Rechtbank) van 23 augustus 2012, nummer AWB 11/3365 in het geding tussen
belanghebbende,
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [vestigingsplaats],
hierna: de Heffingsambtenaar,
betreffende de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) aan belanghebbende gegeven beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [adres] 2 te ’[vestigingsplaats] (hierna: de onroerende zaak) per de waardepeildatum 1 januari 2010 (hierna: de waardepeildatum) is vastgesteld op € 732.000 voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (hierna: de beschikking) en de tegelijkertijd aan belanghebbende ter zake van de onroerende zaak opgelegde aanslag in de onroerende-zaakbelasting voor dat tijdvak (hierna: de aanslag ozb).
1 Ontstaan en loop van het geding
Bij de beschikking is de waarde van de onroerende zaak voor de toepassing van de Wet WOZ per de waardepeildatum voor het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 vastgesteld op een bedrag van € 732.000. Het daartegen gemaakte bezwaar is bij uitspraak van de Heffingsambtenaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 302. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 466. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht heeft belanghebbende vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 4 oktober 2013 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord namens belanghebbende de heer [A] en de heer [B], alsmede, namens de Heffingsambtenaar, mevrouw [C] en de heer [D] (taxateur).
Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.
Aan het slot van deze zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:
De onroerende zaak is een vrijstaande woning met garage en twee dakkapellen. De inhoud is ongeveer 1.095 m3 en de oppervlakte van het perceel is ongeveer 1.830 m2. Het bouwjaar is 1893. De vrijstaande garage is uitgebouwd omstreeks 1997 en heeft een inhoud van 276 m3. De onroerende zaak heeft de status van gemeentelijk monument. De woning (hierna: de pastorie) werd ten tijde van de waardepeildatum bewoond door de pastoor van de parochie als dienstwoning.
De onroerende zaak is gelegen op het kadastrale perceel [sectie --], perceelnummer [perceelsnummer 1]. Het kerkgebouw (hierna: de kerk) is gelegen op het kadastrale perceel [sectie --], perceelnummer [perceelsnummer 2], dat een oppervlakte heeft van 1.350 m2 (hierna: het kerkperceel). Tussen het kerkperceel en de onroerende zaak is een afsluitbare poort. Via de poort is vanaf het kerkperceel de onroerende zaak te bereiken, daarna is via een pad over de onroerende zaak de sacristie van de kerk te bereiken.
Achter de pastorie is een terras aangelegd dat via een voetpad eveneens naar de sacristie van de naastgelegen kerk leidt. Aansluitend aan het terras ligt een vijver, met daarachter een lage buxushaag alsmede een boomstronk. Verder is op het perceel van de onroerende zaak een altaar en een open kapel gebouwd en is bestrating in de vorm van een kruis aangelegd. Dit deel van het perceel wordt enkele keren per jaar gebruikt voor erediensten.
De onroerende zaak is op verzoek van de Heffingsambtenaar getaxeerd door de heer [D], RMT, verbonden aan [E] te [F] (hierna: taxateur [D]). Daartoe is de onroerende zaak op 6 december 2011 inpandig opgenomen. Blijkens het taxatierapport van 13 december 2011 is de onroerende zaak op de waardepeildatum getaxeerd op een waarde in het economische verkeer van € 749.000. Bij het taxatierapport behoort een waardematrix. Het rapport is verder voorzien van beeldmateriaal van zowel de onroerende zaak als van de daarin genoemde vergelijkingsobjecten en het hierna te noemen object [G-straat] 6 te [vestigingsplaats].
De door taxateur [D] getaxeerde waarde wordt ondersteund door de opbrengst behaald bij verkoop van de volgende vergelijkingsobjecten:
Vergelijkingsobject transactiedatum prijs m3/m2
[H-straat] 4 03-08-2009 570.000 562 m3/430 m2
[J-straat] 2 01-07-2009 575.000 558 m3/535 m2
[K-straat] 12 02-02-2009 755.000 897 m3/1035 m2
Het taxatierapport vermeldt verder nog de verkoop van de vrijstaande woning met garage aan het [G-straat] 6, transactiedatum 29 juni 2011, verkoopprijs € 900.000, inhoud 680 m3,oppervlakte 1150 m2, bouwjaar 1850.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
In hoger beroep is in geschil de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en de Heffingsambtenaar, vermindering van de WOZ-waarde tot een waarde van € 495.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag ozb. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.