Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-04-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1119, 13-00807

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 17-04-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1119, 13-00807

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
17 april 2014
Datum publicatie
12 mei 2014
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2014:1119
Zaaknummer
13-00807

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een overkapping aan de achterzijde van zijn woning. De woning is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag brengt de gemeente een bedrag van € 265,60 leges in rekening.

Indien de woning niet op de gemeentelijke monumentenlijst was geplaatst, had belanghebbende voor het plaatsen van de overkapping geen omgevingsvergunning aan hoeven te vragen en was hij geen leges verschuldigd. Hij meent dat het in rekening brengen van leges daarom in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het Hof oordeelt dat geen sprake is van gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld.

Uitspraak

Team belastingrecht

Negende enkelvoudige Belastingkamer

Kenmerk: 13/00807

Uitspraak op het hoger beroep van

de heer [belanghebbende],

wonende te [woonplaats],

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 13 juni 2013, nummer AWB 12/7078, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Oisterwijk,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende na te noemen schriftelijke kennisgeving betreffende gemeentelijke leges.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft op 29 januari 2011 bij de gemeente Oisterwijk een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een overkapping aan de achterzijde van zijn woning aan [a-straat] 17 te [woonplaats] (hierna: de woning).

1.2.

Met dagtekening 26 mei 2011 en nummer [nummer] heeft de Heffingsambtenaar voor het in behandeling nemen van de aanvraag aan belanghebbende tot een bedrag van € 265,60 leges in rekening gebracht. Deze kennisgeving is, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Heffingsambtenaar van 6 november 2012 gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 42.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 118.

De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 6 maart 2014 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Heffingsambtenaar, mevrouw [A] en de heer [B].

1.6.

Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.

1.7.

Aan het einde van de zitting heeft het Hof vervolgens het onderzoek gesloten.

1.8.

Van de zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbendes gehele woning is geplaatst op de gemeentelijke monumentenlijst.

2.2.

Op 29 januari 2011 heeft belanghebbende een aanvraag ingediend voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een overkapping aan de achterzijde van de woning. De gevraagde omgevingsvergunning ziet op twee activiteiten, te weten het bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, lid 1, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo) en het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument in de zin van artikel 10 van de Monumentenverordening van de gemeente Oisterwijk 2010 dan wel het herstellen of (laten) gebruiken van een zodanig monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht (artikel 2.2, lid 1, onderdeel b, van de Wabo). De bouwkosten voor het plaatsen van de overkapping zijn begroot op een bedrag van € 3.534,30.

2.3.

Ingevolge de Verordening op de heffing en inning van leges 2011 van de gemeente Oisterwijk (hierna: de verordening) juncto de daarbij behorende Tarieventabel heeft de Heffingsambtenaar aan belanghebbende voor het in behandeling nemen van de aanvraag een bedrag van € 265,60 leges in rekening gebracht. Volgens de onderdelen 2.3.1.1 en 2.3.1.1.1 van de Tarieventabel heeft dit bedrag aan leges alleen betrekking op de activiteit van het bouwen van een bouwwerk. Voor de activiteit van het slopen c.a. van een monument in de zin van artikel 10 van de Monumentenverordening van de gemeente Oisterwijk 2010 worden ingevolge de onderdelen 2.3.6.1 en 2.3.6.1.1 van de Tarieventabel geen leges geheven.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag, zo verstaat het Hof belanghebbendes grief althans, of het in rekening brengen van leges aan belanghebbende in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag bevestigend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraak van de Heffingsambtenaar en van de kennisgeving inzake de leges. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing