Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-09-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:3565, 12-00413
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 10-09-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:3565, 12-00413
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 10 september 2014
- Datum publicatie
- 3 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2014:3565
- Zaaknummer
- 12-00413
Inhoudsindicatie
Wegens het niet elektronisch doen van aangifte heeft de Inspecteur belanghebbende, die wel een papieren aangifte had ingediend, een verzuimboete van € 22 opgelegd. Belanghebbende stelt dat de wetgever belastingplichtigen ten onrechte niet de keuze heeft gelaten om bij wijze van alternatief een papieren aangifte in te dienen. Daarbij verwijst belanghebbende naar “kinderziektes” waarmee het aangiftesysteem van de belastingdienst nog steeds zou worden geconfronteerd. Het Hof overweegt dat het volgens de wet recht dient te spreken en dat het hem is verboden de innerlijke waarde of billijkheid van de wet te beoordelen. Het Hof oordeelt dat bij belanghebbende geen sprake is van afwezigheid van alle schuld (avas). De gebruikersnaam en het wachtwoord welke de belastingdienst belanghebbende had verstrekt, waren door niet-gebruik verlopen. Volgt bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Uitspraak
Team belastingrecht
Negende enkelvoudige Belastingkamer
Kenmerk: 12/00413
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
hierna: belanghebbende,
tegen de mondelinge uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 21 juni 2012, nummer AWB 11/6586,
in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Oost-Brabant, [vestigingsplaats],
hierna: de Inspecteur,
betreffende na te melden, bij beschikking opgelegde verzuimboete.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2006 ambtshalve een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.761 (hierna: de aanslag). Gelijktijdig is belanghebbende bij beschikking een verzuimboete opgelegd van € 22 (hierna: de beschikking). Na daartegen gemaakt bezwaar zijn de aanslag en de beschikking bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.
Belanghebbende is van de uitspraak inzake de beschikking in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 41. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 115. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting heeft plaatsgehad op 9 april 2014 te ’s-Hertogenbosch, na een aan belanghebbende verleend uitstel voor de mondelinge behandeling op 24 februari 2014. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [A], verbonden aan [B] Administratiekantoor te [plaats], als gemachtigde van belanghebbende, en namens de Inspecteur de heer [C]. Ter zitting zijn tevens behandeld de zaken met de kenmerken 12/00414 tot en met 12/00418.
Aan het einde van de zitting is het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat heden in afschrift aan partijen is verzonden.
Het Hof heeft in deze zaak op 23 april 2014 mondeling uitspraak gedaan. Afschriften van het proces-verbaal van die uitspraak zijn op 24 april 2014 aangetekend aan partijen verzonden.
Belanghebbende heeft tegen de mondelinge uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De griffier van de Hoge Raad heeft bij schrijven van 11 juni 2014 verzocht de mondelinge uitspraak te vervangen door een schriftelijke.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.
Belanghebbende is een zelfstandige zonder personeel (zzp-er).
Belanghebbende heeft ten behoeve van de heffing van de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2006 een aangifte op papier ingediend. Het elektronisch doen van aangifte is achterwege gebleven.
Toen een elektronische aangifte uitbleef, heeft de Inspecteur de aanslag opgelegd. Daarbij is rekening gehouden met de gegevens vermeld in de op papier ingediende aangifte. Bij de beschikking heeft de Inspecteur belanghebbende een verzuimboete opgelegd van € 22.
Belanghebbende heeft in 2010 aan de Inspecteur verzocht hem ingevolge artikel 8, lid 2, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: de AWR) ontheffing te verlenen van het doen van elektronische aangifte voor de inkomstenbelasting. Bij beschikking van 8 oktober 2010 heeft de Inspecteur dit verzoek afgewezen.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
In geschil is het antwoord op de volgende vragen:
A. Is belanghebbende ontvankelijk in het hoger beroep?
B. Is belanghebbende terecht een verzuimboete van € 22 opgelegd?
Belanghebbende beantwoordt vraag A bevestigend en vraag B ontkennend.
De Inspecteur heeft in zijn verweerschrift de vraag opgeworpen of belanghebbende ontvankelijk is in het hoger beroep en bij gebrek aan gegevens dienaangaande de beoordeling van vraag A overgelaten aan het Hof. Vraag B beantwoordt de Inspecteur bevestigend.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.
Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de beschikking.
De Inspecteur concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep en bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.