Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-11-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4610, 13-00782

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 06-11-2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:4610, 13-00782

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
6 november 2014
Datum publicatie
12 december 2014
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2014:4610
Formele relaties
Zaaknummer
13-00782

Inhoudsindicatie

Hof beslist dat Inspecteur belanghebbende ten onrechte niet langer als anbi aanmerkt

Belanghebbende beoogt de bij haar aangesloten goede doelen op verschillende wijzen te voorzien van informatie en kennis, de mogelijkheid te bieden zich gratis op het internet te presenteren en via een door haar beschikbaar gestelde donatiemodule in staat te stellen (extra) giften te genereren. Bij belanghebbende zijn ruim 3.000 goede doelen aangesloten, waarvan ongeveer 90 % een algemeen nut beogende instelling (hierna: anbi) zijn. Ongeveer 1.600 goede doelen maakt gebruik van de donatiemodule.

Voor het gebruik van de donatiemodule brengt belanghebbende aan de aangesloten goede doelen een bijdrage (middels inhouding) in rekening. Die bijdrage (10 % van het gedoneerde bedrag) wordt middels een inhouding geconcretiseerd. De bijdrage dient ertoe om de door belanghebbende gemaakte kosten te dekken. Op het moment dat de kosten van belanghebbende in een jaar zijn gedekt, wordt niet langer een bijdrage ingehouden. De overige door belanghebbende verrichte diensten zijn gratis.

Tot 2008 werd voor het gebruik van de donatiemodule geen bijdrage gevraagd en werden de kosten van belanghebbende gedragen door sponsoren.

Op beperkte schaal wordt door belanghebbende voor een derde partij marketingactiviteiten verricht.

Op 29 januari 2007 heeft de Inspecteur belanghebbende als anbi aangemerkt. Per 15 mei 2012 heeft de Inspecteur de status van anbi ingetrokken.

In geschil is of de Inspecteur belanghebbende terecht niet langer als anbi heeft aangemerkt.

Met inachtneming van de statutaire doelstellingen en de feitelijke werkzaamheden is het Hof van oordeel dat belanghebbende zich richt op de behartiging van het algemeen belang. Door het ontsluiten van internet voor de bij belanghebbende aangesloten goede doelen, het verstrekken van informatie aan en delen van kennis met die aangesloten doelen en het aanbieden van een donatiemodule om zodoende de aangesloten doelen een (extra) mogelijkheid te geven om giften te genereren, en aldus de filantropie in brede te zin te bevorderen, ondersteunt belanghebbende de bij haar aangesloten goede doelen.

Voorts is het Hof van oordeel dat belanghebbende voor ten minste 90 %, ten behoeve van het algemeen belang werkzaam is, waarbij het Hof het tegen een bijdrage ter beschikking stellen van de donatiemodule niet aanmerkt als een commerciële activiteit.

Voor zover belanghebbende een commerciële activiteit heeft verricht, staat deze volgens het Hof niet in de weg aan belanghebbendes status van anbi, omdat het daarmee behaalde positieve resultaat wordt aangewend om de doelstelling van belanghebbende te realiseren.

Tot slot oordeelt het Hof dat belanghebbende geen winstoogmerk heeft. Aan dat oordeel staat niet in de weg dat een eventuele winst wordt toegevoegd aan een bestemmings- en/of continuïteitsreserve.

De Inspecteur heeft ten onrechte belanghebbende niet langer als anbi gekwalificeerd.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 13/00782

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende],

gevestigd te [vestigingsplaats],

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 3 mei 2013, nummer AWB 12/4625 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst/Oost-Brabant, kantoor ‘s-Hertogenbosch

hierna: de Inspecteur,

betreffende de hierna vermelde ingetrokken beschikking.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikking van 14 mei 2012 is belanghebbende door de Inspecteur per 15 mei 2012 niet langer aangemerkt als een algemeen nut beogende instelling (hierna: anbi). Na daartegen gemaakt bezwaar, ontvangen op 4 juni 2012, heeft de Inspecteur bij uitspraak de beschikking gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 310.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende, ingekomen op 3 september 2012, hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 478.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht hebben partijen vóór de zitting nadere (aanvullende) stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.5.

De zitting heeft plaatsgehad op 26 mei 2014 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [bestuurder], directeur van belanghebbende, en [gemachtigde] van [kantoornaam gemachtigde] te [A], als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, [verweerder].

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Belanghebbende is een stichting, opgericht bij notariële akte verleden op [datum] 2001. De stichting is statutair gevestigd te [B] en houdt kantoor op het adres [a-straat] 3 te [vestigingsplaats].

2.2.

Op 2 november 2006 verzoekt belanghebbende de Inspecteur om als anbi aangemerkt te worden. Op 8 december 2006 stelt de Inspecteur naar aanleiding van het verzoek nadere vragen en verzoekt belanghebbende het feitelijk bestuur aan te passen. Na aanpassing van het bestuur merkt de Inspecteur op 29 januari 2007 belanghebbende als anbi aan.

2.3.

Op 6 maart 2012 vindt bij belanghebbende een bedrijfsonderzoek plaats. Bij schrijven, gedagtekend 16 april 2012, kondigt de Inspecteur aan met ingang van 15 mei 2012 de anbi- beschikking in te trekken. Met dagtekening van 14 mei 2012 ontvangt belanghebbende de beschikking dat de status van anbi per 15 mei 2012 is ingetrokken.

2.4.

Op 26 mei 2011 zijn de statuten van de stichting gewijzigd. Sedertdien is de statutaire doelstelling als volgt geformuleerd:

‘Doel

Artikel 2.

1. De stichting stelt zich zonder winstoogmerk ten doel: om via fondsenwervende (internet)concepten goede doelen te ondersteunen en een (geldelijke) bijdrage te leveren aan deze goede doelen, alsmede om internet (gebruikers) te voorzien van informatie die gratis opvraagbaar is en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord.

2. De stichting tracht haar doel te verwezenlijken door:

a. het ontplooien van fondsenwervende (internet)contacten, waarbij donateurs geld overmaken naar goede doelen door tussenkomst van de (van het vermogen van de stichting afgescheiden) stichting: [C], statutair gevestigd te [vestigingsplaats], gemeente [D], op te richten bij akte op heden te verlijden voor mij, notaris, en zal een daartoe strekkende overeenkomst sluiten met laatstgemelde stichting;

b. het bevorderen van gratis internetdiensten;

c. het bevorderen van gratis websites met gratis informatie;

d. het steunen van en deelnemen in andere organisaties die zich bezighouden met (elektronische) verspreiding van informatie en al hetgeen in de ruimste zin daarmee verband houdt;

e. zich in te zetten voor activiteiten welke aansluiten bij het doel van de stichting zolang ze de maatschappij dienen zonder een winstoogmerk en zonder het dienen van op winst gebaseerde organisaties en individuen;

f. het samenwerken met organisaties die hetzelfde doel nastreven;

g. alle andere wettige middelen.

Vermogen.

Artikel 3.

1. Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:

-

subsidies en donaties;

-

schenkingen, giften, erfstellingen en legaten;

-

sponsorgelden;

-

eventuele baten uit website [belanghebbende] en of andere internetactiviteiten;

-

privé-stortingen door de bestuurders van de stichting;

-

alle andere verkrijgen en baten.

2. De stichting beoogt niet het maken van winst.’

2.5.

In het beleidsplan 2012-2013 van belanghebbende zijn de doelstellingen als volgt beschreven:

3.1. Gratis te gebruiken internet diensten op basis van No Cure No Pay

Doel van de stichting blijft het aanbieden van gratis te gebruiken internet diensten voor aangesloten goede doelen tegen 0,0 abonnementskosten (No Cure No Pay) en minimaal 90% uitbetaling van de ontvangen online donaties aan de aangesloten goede doelen. Belanghebbende beoogt (nagenoeg) uitsluitend het algemeen belang en heeft geen winstoogmerk.

3.1.1.

Minimaal 90% uitbetaling verwerkte online donaties

[belanghebbende] biedt alle aangesloten goede doelen een online donatiemodule waarmee de aangesloten goede doelen sinds 2011 meer dan 1 miljoen euro per jaar weten op te halen. Via de maximale 10 % inhouding op donatiegelden vloeit er geld naar de stichting waarmee de diverse kosten gedekt worden. De kosten die gemaakt worden hebben direct betrekking op het aanbieden van de dienst via internet, de medewerkers en de eventuele marketing kosten. Ontvangen donatiegelden worden altijd binnen 1 maand doorgestort naar de goede doelen waarvoor de ontvangen donaties bestemd zijn. De ontvangen donatiegelden komen binnen op een [C] rekening zodat bij een eventueel faillissement van [belanghebbende] toch de aangesloten doelen hun donatiegelden zullen ontvangen. Een batig saldo na aftrek van kosten zal toegevoegd worden aan het eigen vermogen (t.b.v. reserves waaronder een continureserve).

(…)

3.2.

Het soft-en hardware donatieprogramma [Y]

[belanghebbende] is partner in het soft-en hardware donatieprogramma [Y] waarbij grote bekende I.T partners waaronder Microsoft, SAP, Symantec, Cisco, etc. software doneren aan non-profits in Nederland. [belanghebbende] neemt binnen het soft-en hardware donatieprogramma de rol op zich het donatieprogramma bekend te maken onder de goede doelen in Nederland (…).’

2.6.

De belangrijkste feitelijke werkzaamheden van belanghebbende bestaan uit:

 het onderhouden van contacten met de aangesloten goede doelen, het verzamelen, verspreiden en delen van informatie en kennis (nieuwsbrief, lezingen, workshops);

 overleg met partners;

 het verrichten van administratieve werkzaamheden;

 het voor de aangesloten goede doelen bieden van mogelijkheden zich op het internet te presenteren. Hiertoe biedt belanghebbende een website aan die aan een eigen domeinnaam gekoppeld kan worden;

 het aanbieden van een donatiemodule die geïntegreerd kan worden met sociale netwerken, zoals Facebook en Twitter;

 het aanbieden van een fondsenwervingplatform voor particulieren, scholen en bedrijven waarmee crowdfunding mogelijk wordt ([internetadres]);

 het aanbieden van cadeaubonnen ten behoeve van non-profitinstellingen die door particulieren en goede doelen verzilverd kunnen worden;

 het (doen) uitvoeren van de werkzaamheden met betrekking tot de donatiemodules, waaronder het ontvangen en uitkeren van donaties, een en ander onder inhouding van de overeengekomen inhoudingen.

2.7.

Voordat een goed doel van de diensten van belanghebbende gebruik kan maken, dient het zich eerst bij belanghebbende aan te melden. Daarbij wordt getoetst of het goede doel geen activiteiten uitvoert die in strijd zijn met de voorwaarden, bijvoorbeeld discriminatie of geweld. Ongeveer 90 % van de bij belanghebbende aangesloten goede doelen heeft de anbi-status als bedoeld in artikel 5b, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR), tekst per 1 januari 2012, voordien artikel 6.33 van de Wet op de Inkomstenbelasting 2001 (hierna Wet IB 2001).

2.8.

Het aantal bij belanghebbende aangesloten goede doelen bedraagt ten tijde van het niet langer aanmerken van belanghebbende als anbi ruim 3.000. Belanghebbende beoogt vooral de belangen van kleinere organisaties te behartigen die niet zijn aangesloten bij brancheverenigingen in de non-profitsector. Dit vanwege het feit dat met name voor deze kleinere organisaties het lastig is om zichtbaar te worden op internet en kostbaar om het doneren zelf via internet mogelijk te maken.

2.9.

Enkel voor het gebruik van de donatiemodule brengt belanghebbende aan de aangesloten goede doelen een bijdrage (middels inhouding) in rekening. Die bijdrage wordt middels een inhouding geconcretiseerd. Met het oog op die inhouding is in de Standaardovereenkomst en de daarmee samenhangende algemene voorwaarden het volgende bepaald:

‘(…)

21. het aangesloten goede doel heeft minimaal IDEAL als betalingsvorm geactiveerd in de donatiemodule van [belanghebbende] waarbij de betaling verloopt via tussenpersoon [belanghebbende].

(…)

23. Eventuele ontvangen donaties worden aan het aangesloten goede doel gesommeerd en 1x per maand volgend op de maand waarin de donaties zijn binnen gekomen uitbetaald. Tot 10.000 euro per maand geldt een inhoudingspercentage van 10 % op online donaties. Boven de 10.000 euro per maand geldt geen inhoudingspercentage voor het totaalbedrag aan donaties inclusief de 10.000 euro. Voor deze donaties geldt de volgende inhouding:

Eenmalig 500 euro

en per transactie een bedrag:

iDEAL: 1 euro

0900 helpons: 0,13 euro

CreditCard: 3 %

Wallie: 10 %

DirectEBanking: 1 euro

Eenmalige machtiging mits actief via [belanghebbende]: 1 euro’

2.10.

Ruim 1.400 van de totaal ruim 3.000 aangesloten goede doelen maken geen gebruik van de donatiemodule, en maken derhalve zonder betaling van enige vergoeding gebruik van de diensten van belanghebbende.

2.11.

Tot 2008 werd ook voor het gebruik van de donatiemodule geen bijdrage gevraagd en werden de kosten van belanghebbende onder meer gedragen door sponsoren. De gestage toename van de aangesloten goede doelen, het stijgend aantal donaties, de noodzaak om een volwaardige(r) betaalmodule aan te bieden, de als gevolg van dit alles toegenomen kosten en het stoppen van de sponsoring, noopten belanghebbende tot het verlangen van een bijdrage van de aangesloten goede doelen, hetgeen geresulteerd heeft in het inhouden van een bedrag voor het gebruik van de donatiemodule. Over de bijdragen wordt omzetbelasting afgedragen.

2.12.

Voor het bedrijf [Y], dat non-profitorganisaties toegang geeft tot donatieprogramma’s van technologieleveranciers, treedt belanghebbende op als partner in Nederland. In dat verband informeert zij de bij haar aangesloten goede doelen actief over de mogelijkheden om gratis hard- en software te verkrijgen. In 2010 en 2011 heeft belanghebbende voor haar activiteiten ten behoeve van [Y] een marketingbijdrage ontvangen van respectievelijk € 13.000 en € 14.300, alsmede een onkostenvergoeding. In haar aanvullende beroepschrift bij de Rechtbank geeft belanghebbende ter zake het volgende aan:

“Zij hebben [belanghebbende] gevraagd om voor hen binnen Nederland reclame te maken. [Y] betaalt daarvoor een bijdrage aan [belanghebbende]. Met deze bijdrage worden de marketinguitgaven ten behoeve van [Y] voldaan.”.

2.13.

Het betalen van de bijdrage voor het gebruikmaken van de donatiemodule vindt plaats tot het moment waarop de totale kosten van belanghebbende in een jaar gedekt zijn. In december 2011 zijn alle donaties voor 100 %, derhalve zonder inhouding van de bijdrage, doorgestort aan de aangesloten goede doelen.

2.14.

Belanghebbende presenteert jaarlijks een jaarverslag. Hieruit blijkt onder meer dat

 ten behoeve van de aangesloten goede doelen in 2010: € 1.065.015 en in 2011: € 1.248.219 is ontvangen;

 de baten (ontvangen donaties en giften verminderd met de uitbetalingen aan de aangesloten goede doelen en vermeerderd met de overige ontvangen) in 2010: € 123.373 en in 2011: € 123.743 betroffen;

 de lasten (directe wervingskosten en uitvoeringskosten eigen organisatie) in 2010: € 102.920 en in 2011: € 122.329 bedroegen;

 het resultaat na belasting in 2010: € 22.038 en in 2011: -/- € 288 bedroeg;

 in 2010: € 29.988 is toegevoegd aan de continuïteitsreserve en € 7.950 is onttrokken aan de bestemmingsreserves en in 2011: € 10.450 is toegevoegd aan de bestemmingsreserves en € 10.738 is onttrokken aan de continuïteitsreserve;

 per ultimo 2010 de continuïteitsreserve € 79.526 en de bestemmingsreserve € 39.550 (totaal € 119.076) bedroeg en in 2011 de continuïteitsreserve € 68.788 en de bestemmingsreserve € 50.000 (totaal € 118.788).

2.15.

Drijvende kracht achter belanghebbende is [bestuurder], mede initiatiefnemer tot het oprichten van belanghebbende. Tot het einde van 2009 vervulde [bestuurder] de functie van onbezoldigd voorzitter en verrichtte hij veel van de uitvoerende taken van belanghebbende. Eind 2009 heeft [bestuurder] het bestuur van belanghebbende verlaten en fungeert hij als bezoldigd directeur van belanghebbende. In de laatste hoedanigheid communiceert hij met de aangesloten goede doelen en verzorgt hij de uitbetaling van de online donaties. [bestuurder] besteedt ongeveer 25 uur per week aan de werkzaamheden voor belanghebbende en geniet ter zake een brutoloon van € 2.000 per maand. De overige inkomsten van [bestuurder] bedragen circa € 3.500 per maand voor zijn werkzaamheden gedurende drie dagen per week bij een ICT-bedrijf.

Sedert eind 2009 wordt het bestuur van belanghebbende gevormd door [secretaris], secretaris, [penningmeester], penningsmeester en [voorzitter], voorzitter.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de Inspecteur terecht bij een voor bezwaar vatbare beschikking belanghebbende niet langer als anbi heeft aangemerkt.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.1.

Voor zover partijen in hun stukken hebben verwezen naar de artikelen 1a tot en met 1f van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen (Voorwaarden algemeen nut beogende instellingen, sociaal belang behartigende instellingen en steunstichtingen SBBI) (hierna Uitv.reg. AWR), is bedoeld te verwijzen naar de artikelen 41a tot en met 41d van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (hierna Uitv.reg. IB 2001), aldus hebben partijen ter zitting desgevraagd verklaard. De artikelen 1a tot en met 1f, voornoemd, zijn immers eerst ingevoerd op 19 juni 2012. De aankondiging van de Inspecteur dat hij belanghebbende niet langer wenst aan te merken als anbi dateert van 16 april 2012, en kan derhalve, aldus partijen, niet anders dan zijn gebaseerd op het bepaalde in de artikelen 41a tot en met 41d, voornoemd.

3.2.2.

Belanghebbende heeft in haar beroepschrift een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel stellende dat het blijkens de parlementaire geschiedenis van de Geefwet niet de bedoeling van de wetgever is geweest bestaande anbi’s opnieuw te toetsen en dat haar activiteiten sedert het tijdstip waarop zij verzocht heeft om de anbi-beschikking, op 2 november 2006, niet zijn veranderd. Ter zitting heeft belanghebbende evenwel verklaard zich niet langer op het vertrouwensbeginsel te beroepen en dit standpunt derhalve laten varen.

3.2.3.

De Inspecteur heeft in zijn uitspraak op bezwaar en in diens beroepschrift aangevoerd dat met het bepaalde in artikel 13, lid 6 van de statuten van belanghebbende, betreffende de aanwending van het liquidatiesaldo, niet voldaan is aan het bepaalde in artikel 41a, lid 1, onderdeel h van de Uitv.reg. IB 2001 respectievelijk artikel 1a, lid 1, onderdeel h van de Uitv.reg. AWR. Ter zitting heeft de Inspecteur evenwel verklaard dat het Hof dit standpunt onbesproken kan laten, omdat het niet de kern van de zaak betreft. Immers, indien belanghebbende op basis van haar activiteiten zou kwalificeren als anbi, kan het bepaalde in artikel 13, lid 6 van de statuten zonder gevolgen worden aangepast in de zin van (thans) artikel 1a, lid 1, onderdeel h van de Uitv.reg. AWR.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vernietiging van de beschikking waarin belanghebbende niet langer als anbi is aangemerkt. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing