Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-04-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:1288, 13-00934 en 13-00935

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-04-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:1288, 13-00934 en 13-00935

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
9 april 2015
Datum publicatie
16 april 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2015:1288
Zaaknummer
13-00934 en 13-00935

Inhoudsindicatie

Belanghebbende is tijdens de bezwaarprocedure ontbonden. Zij maakt aanspraak op een bate en wendt rechtsmiddelen aan om die aanspraak bij rechtelijke instanties te toetsen. Daarmee is gegeven dat de vereffening van vermogen van belanghebbende voortduurt. Belanghebbende is ontvankelijk in beroep.

Partijen hebben ter zitting verklaard dat bij de navorderingsaanslag 2006 het eerder vastgestelde verlies over 2006 bij beschikking is herzien. In de zaak betreffende de navorderingsaanslag 2006 zijn de navorderingsaanslag, alsmede de verliesherzieningsbeschikking gehandhaafd. Dit leidt ertoe dat de Inspecteur tot navordering van de verleende verliesverrekening over 2003 en 2004 mocht overgaan.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 13/00934 en 13/00935

Uitspraak op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst Zuidwest,

hierna: de Inspecteur,

tegen de in één geschrift vervatte uitspraken van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 16 juli 2013, nummers AWB 12/178 en 12/179, in het geding tussen

[belanghebbende] , was gevestigd te [vestigingsplaats],

hierna: belanghebbende,

en

de Inspecteur,

betreffende na te noemen navorderingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.1.

Aan belanghebbende is met dagtekening 30 oktober 2010, onder aanslagnummer [aanslagnummer 1], een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2003 (hierna: de navorderingsaanslag 2003) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 8.512, alsmede bij beschikking een bedrag van € 159 aan heffingsrente in rekening gebracht. Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken van 14 december 2011, de navorderingsaanslag 2003 en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

1.1.2.

Aan belanghebbende is met dagtekening 6 november 2010, onder aanslagnummer [aanslagnummer 2], een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2004 (hierna: de navorderingsaanslag 2004) opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 41.394, alsmede bij beschikking een bedrag van € 326 aan heffingsrente in rekening gebracht. Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken van 14 december 2011, de navorderingsaanslag 2004 en de beschikking heffingsrente gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van elk van de onder 1.1.1 en 1.1.2 vermelde uitspraken bij brief van 13 januari 2012 in beroep gekomen bij de Rechtbank. Bij brief van dezelfde datum heeft belanghebbende tevens beroep ingesteld tegen uitspraken van de Inspecteur betreffende de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2006 (hierna: de navorderingsaanslag 2006) en de daarbij genomen beschikkingen. De Rechtbank heeft deze beroepen geregistreerd onder de nummers 12/178 en 12/179, respectievelijk 12/180. Ter zake van elk van deze beroepen heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 302.

De Rechtbank heeft de drie beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar, alsmede de navorderingsaanslagen en de beschikkingen vernietigd en vergoeding van griffierecht en proceskosten gelast.

1.3.

Tegen deze uitspraken heeft de Inspecteur hoger beroep ingesteld bij het Hof, welke hoger beroepen zijn geregistreerd onder de kenmerken 13/00934 en 13/00935 (2003 en 2004), respectievelijk 13/00936 (2006). Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting (alsmede in de zaak bij het Hof bekend onder het kenmerk 13/00936) heeft plaatsgehad op 12 september 2014 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord, namens belanghebbende, de heer [A], als gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door de heer [B], vereffenaar en voormalig bestuurder van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heer [C], mevrouw [D] en mevrouw [E].

1.5.

Partijen hebben te dezer zitting ieder een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.7.

Van het onderzoek ter zitting is geen proces-verbaal opgemaakt.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Belanghebbende is opgericht op 18 maart 1994 door de heer [B] (hierna: de heer [B]), chirurg van beroep. Bij de oprichting werd het aandeel van de heer [B] in de [F] ingebracht. De heer [B] is sinds de oprichting enig aandeelhouder en als directeur enig werknemer van belanghebbende. Belanghebbende heeft ten behoeve van de heer [B] een pensioenregeling getroffen en daartoe een pensioenvoorziening in eigen beheer opgebouwd. Op 1 juni 2006 is de heer [B] 65 jaar geworden en heeft hij zijn werkzaamheden als chirurg beëindigd.

2.2.

De bij belanghebbende opgebouwde pensioenverplichting is op 28 december 2006 overgedragen aan Stichting [BB]. De overdrachtswaarde is daarbij bepaald op een bedrag van € 674.107.

2.3.

Belanghebbende heeft in de aangifte vennootschapsbelasting over het jaar 2006 (hierna: de aangifte) het verschil tussen de overdrachtswaarde van de pensioenverplichting van € 674.107 en de boekwaarde van de pensioenvoorziening per ultimo 2005 van € 425.229, is € 248.878, ten laste van de bij haar in aanmerking te nemen belastbare winst over het jaar 2006 gebracht en een belastbaar bedrag van negatief € 23.050 aangegeven.

2.4.

Met dagtekening 25 oktober 2008 is aan belanghebbende de primitieve aanslag vennootschapsbelasting over het jaar 2006 opgelegd, waarbij bij beschikking het te verrekenen verlies is vastgesteld op een bedrag van € 23.050. Ingevolge artikel 20, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: de Wet Vpb, tekst 2006) is bij beschikking dit verlies is verrekend voor een bedrag van € 8.512 met de belastbare winst van het jaar 2003 en voor een bedrag van € 14.538 met de belastbare winst van het jaar 2004.

2.5.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 9 oktober 2010 de navorderingsaanslag 2006 opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 108.156.

De Inspecteur heeft de onderhavige navorderingsaanslagen opgelegd, waarbij de verrekening van het verlies uit het jaar 2006 met de belastbare winsten over de jaren 2003 en 2004 is teruggenomen.

2.6.

Het besluit tot ontbinding van belanghebbende is door de algemene vergadering van aandeelhouders genomen op 3 december 2010. De heer [B] is de vereffenaar van belanghebbende. Op 14 december 2010 is bij de Kamer van Koophandel voor Zuidwest-Nederland geregistreerd, dat belanghebbende als “ontbonden rechtspersoon is opgehouden te bestaan, omdat geen bekende baten meer aanwezig zijn met ingang van 03 - 12 - 2010”.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is het antwoord op de volgende vragen:

I. Heeft de Rechtbank belanghebbende terecht ontvankelijk verklaard in haar beroep?

II. Zo ja, zijn de onderhavige navorderingsaanslagen terecht opgelegd?

Belanghebbende is van mening, dat de eerste vraag bevestigend en de tweede vraag ontkennend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Tijdens het onderzoek ter zitting hebben zij hun standpunten nader toegelicht.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank. De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot niet‑ontvankelijkheid van het beroep en bevestiging van de uitspraken op bezwaar.

4 Gronden

5 Beslissing