Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-07-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2516, 12-00680
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 02-07-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2516, 12-00680
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 2 juli 2015
- Datum publicatie
- 31 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2015:2516
- Zaaknummer
- 12-00680
Inhoudsindicatie
Belanghebbende maakt gebruik van de handelaarsregeling.
Het Hof acht de lezing van belanghebbende, erop neerkomend dat de handelaarskentekenplaat aan de voorzijde van het motorrijtuig op het tijdstip van constatering was gestolen dan wel verloren gegaan, niet aannemelijk. Het Hof is, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 19 december 2014, 13/01874, van oordeel dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd en acht de boete in de omstandigheden van het onderhavige geval passend en geboden.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerk: 12/00680
Uitspraak op het hoger beroep van
de Inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratie Autoheffingen
hierna: de Inspecteur
en op het incidentele hoger beroep van
[belanghebbende] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 6 september 2012, nummer AWB 12/608, in het geding tussen
belanghebbende,
en
de Inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is onder aanslagnummer [aanslagnummer] over het tijdvak 21 juni 2010 tot en met 20 juni 2011 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd ten bedrage van € 412, alsmede bij beschikking een boete van € 412. De naheffingsaanslag en de boetebeschikking zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur gehandhaafd.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 42. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag vernietigd tot een bedrag van € 164, de boete verminderd tot een bedrag van € 164 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 aan hem vergoedt.
Tegen deze uitspraak heeft de Inspecteur hoger beroep ingesteld bij het Hof. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. De Inspecteur heeft het incidentele hoger beroep beantwoord.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 17 juli 2013 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, [A] en [B] . De Inspecteur heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. De Inspecteur heeft ter zitting, zonder bezwaar van de wederpartij, kopieën overgelegd van ‘ECB waarneming op fotonummer’ met datum 20 juni 2011 en 1 juni 2011.
Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst.
Het nadere onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 20 mei 2015 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, de heer [C] .
Aan het einde van deze zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten.
2 Feiten
Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zittingen zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:
Belanghebbende exploiteert een autohandel en maakt gebruik van de bij en krachtens artikel 1, tweede lid, en hoofdstuk V van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: de Wet MRB) getroffen regeling (hierna: de handelaarsregeling). Tot de bedrijfsvoorraad van de autohandel van belanghebbende behoort sinds 26 januari 2011 een motorrijtuig van het merk [merk] met kenteken [kenteken] (hierna: het motorrijtuig).
Tot de stukken van het geding behoort een afschrift van een ‘controleformulier bedrijfsvoorraad’, afkomstig van ECB en gericht aan de Belastingdienst/Centrale administratie, Unit Auto, team Toezicht. Blijkens dit formulier bevond het motorrijtuig zich op 20 juni 2011 om 12.08 uur op de openbare weg A2, ter hoogte van de afslag Valkenswaard. Bij dit formulier is een afschrift van een ‘Toon ECB waarneming op fotonummer’ gevoegd, met een (kopie)foto waarop twee koplampen en het kenteken [kenteken] zichtbaar zijn. In hoger beroep heeft de Inspecteur een nieuwe kopie van laatstgenoemde foto overgelegd waarop de auto en het kenteken [kenteken] duidelijker zichtbaar zijn. Op 20 juni 2011 was voor het motorrijtuig geen motorrijtuigenbelasting voldaan.
De Inspecteur heeft ter zake van de onder 2.2 vermelde constatering een naheffingsaanslag van € 412 met een boete van eveneens € 412 opgelegd. Tegen deze naheffingsaanslag en boetebeschikking heeft belanghebbende bezwaar gemaakt. Bij uitspraken op bezwaar zijn de naheffingsaanslag en de boetebeschikking gehandhaafd.
3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vragen of de naheffingsaanslag en de boete terecht en tot het juiste bedrag zijn opgelegd.
Belanghebbende is van mening dat deze vragen ontkennend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.
Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt. Zij hebben ter zitting hun standpunten toegelicht en herhaald.
Belanghebbende concludeert, naar het Hof begrijpt, tot ongegrondverklaring van het hoger beroep, gegrondverklaring van het incidentele hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraken van de Inspecteur, van de naheffingsaanslag en van de boetebeschikking. De Inspecteur concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, ongegrondverklaring van het incidentele hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en ongegrondverklaring van het tegen de uitspraken van de Inspecteur ingestelde beroep.