Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-07-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2574, 14-00346

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 09-07-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:2574, 14-00346

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
9 juli 2015
Datum publicatie
31 juli 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2015:2574
Formele relaties
Zaaknummer
14-00346

Inhoudsindicatie

Aanslag IB/PVV 2009

I. Heeft belanghebbende voldaan aan het grotendeels-criterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling?

Hof: nee, belh. heeft te dier zake niet aan de op hem rustende bewijslast voldaan.

II. Is het gebruikelijk loon op een te hoog bedrag vastgesteld?

Het Hof komt tot de conclusie dat de Inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat het gebruikelijk loon niet op een te hoog bedrag is vastgesteld.

Het Hof is van oordeel dat het belastbaar inkomen uit werk en woning op het juiste bedrag is vastgesteld.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 14/00346

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 19 februari 2014, nummer AWB 13/3721 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor [vestigingsplaats] ,

hierna: de Inspecteur,

betreffende de hierna vermelde aanslag en beschikking heffingsrente.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2009 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 234.171. Tegelijkertijd is, in één geschrift met de aanslag verenigd, bij voor bezwaar vatbare beschikking een bedrag aan heffingsrente in rekening gebracht van € 8.536.

De aanslag en de beschikking heffingsrente zijn na gemaakt bezwaar bij uitspraak van de Inspecteur gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 44.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 122.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Belanghebbende heeft schriftelijk gerepliceerd en de Inspecteur heeft schriftelijk gedupliceerd.

1.5.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) heeft de Inspecteur vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.6.

De zitting heeft plaatsgehad op 28 mei 2015 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende en zijn gemachtigden, de heren [A] en [B] (beide verbonden aan Administratiekantoor [naam] BV te [plaats] ), alsmede, namens de Inspecteur, de heer [C] .

Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en de wederpartij. De Inspecteur heeft verklaard bezwaar te hebben tegen overlegging van de bij deze pleitnota behorende bijlage. Het Hof zal op deze aangelegenheid hierna nader ingaan (zie onder 4.1).

1.7.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

1.8.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden als tussen partijen niet in geschil, dan wel door een van hen gesteld en door de andere niet, dan wel onvoldoende, weersproken voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Belanghebbende exploiteert een veehandel in de vorm van de eenmanszaak [D] (hierna: de eenmanszaak).

2.2.

Belanghebbende houdt tezamen met zijn echtgenote (ieder 50%) alle aandelen in [E] BV (hierna: [E] BV). De activiteiten van deze BV bestaan onder meer uit het voeren van het beheer over [F] BV (hierna: [F] BV), waarvan [E] BV alle aandelen houdt. De activiteiten van [F] BV bestaan uit de exploitatie van een internationale veehandel. Belanghebbende is de enige werknemer van [E] BV. [F] BV heeft geen personeel. Alle werkzaamheden binnen [E] BV en [F] BV worden door belanghebbende verricht. [E] BV en [F] BV zijn opgericht in 2008. [F] BV heeft de exploitatie van haar internationale veehandel overgenomen van de eenmanszaak. Daarbij is geen goodwill bedongen en zijn geen contracten opgesteld.

2.3.

De eenmanszaak, [E] BV en [F] BV, zijn gevestigd aan de [a-straat] 12A te [woonplaats] .

2.4.

Belanghebbende heeft voor het jaar 2009 aangifte IB/PVV (hierna: aangifte) gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 55.094. In die aangifte heeft belanghebbende een loon uit [E] BV verantwoord van € 60.000.

2.5.

Volgens de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2009 van [E] BV bestaan de opbrengsten van [E] BV uit managementvergoedingen van in totaal € 365.000, bestaande uit een bedrag van € 300.000 inzake [F] BV en een bedrag van € 65.000 inzake de eenmanszaak. De lasten van [E] BV bestaan onder meer uit een beloning aan belanghebbende van € 60.000.

2.6.

In de aangifte vennootschapsbelasting voor het jaar 2009 van [F] BV is als buitengewone last een bedrag van € 300.000 verantwoord met als omschrijving “management fee [E] BV”. Er zijn geen personeelskosten ten laste van het resultaat van [F] BV gebracht.

2.7.

De Inspecteur heeft belanghebbende bij brief van 10 juli 2012 mededeling gedaan van zijn voornemen af te wijken van de over het jaar 2009 ingediende aangifte. Belanghebbende heeft hier, ook na herhaald verzoek, niet op gereageerd. De Inspecteur heeft vervolgens bij wege van aanslag het belastbaar inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 234.171, welk bedrag als volgt is opgebouwd:

Aangegeven belastbaar inkomen uit werk en woning: € 55.094

Correctie zelfstandigenaftrek: + € 9.251

Correctie MKB-winstvrijstelling: -/- € 124

Correctie gebruikelijk loon [E] BV: + € 169.950

----------

Vastgesteld belastbaar inkomen uit werk en woning: € 234.171

2.8.

De Inspecteur heeft het gebruikelijk loon als volgt berekend:

Opbrengst [E] BV: € 365.000

Werkgeverslasten en oudedagsvoorziening (10%) -/- € 36.500

-----------

€ 328.500

Doelmatigheidsmarge (30%) -/- € 98.550

-----------

Gebruikelijk loon: € 229.950

2.9.

De correctie gebruikelijk loon (€ 169.950) bestaat uit het gebruikelijk loon (€ 229.950) minus het uit [E] BV reeds in aanmerking genomen loon (€ 60.000).

2.10.

Tegen deze aanslag heeft belanghebbende bezwaar gemaakt. Het bezwaar is door de Inspecteur bij uitspraak van 4 juni 2013 afgewezen.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of het belastbaar inkomen uit werk en woning tot het juiste bedrag is vastgesteld. Het geschil bestaat uit het antwoord op de volgende deelvragen:

I: heeft belanghebbende voldaan aan het grotendeels-criterium voor toepassing van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling?

II: is het gebruikelijk loon op een te hoog bedrag vastgesteld?

Belanghebbende is van mening dat beide vragen bevestigend moeten worden beantwoord. De Inspecteur is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

Voor hetgeen hieraan ter zitting is toegevoegd, wordt verwezen naar het van deze zitting opgemaakte proces-verbaal.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot vernietiging van de uitspraak van de Inspecteur en tot vermindering van de aanslag tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 55.094 en tot dienovereenkomstige vermindering van de beschikking heffingsrente.

3.4.

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing