Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 30-01-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:300, 13-00983

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 30-01-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:300, 13-00983

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
30 januari 2015
Datum publicatie
6 maart 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2015:300
Zaaknummer
13-00983

Inhoudsindicatie

Belanghebbende heeft op koopzondag geparkeerd op een locatie waar parkeerbelasting verschuldigd is, maar heeft deze parkeerbelasting niet voldaan. Naheffingsaanslag vernietigd, omdat op grond van artikel 6 van de Verordening van de verschuldigde belasting per tijdseenheid op de parkeerapparatuur kennis dient te worden gegeven, maar dit ten aanzien van het parkeren op zondag niet is gebeurd.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Kenmerk: 13/00983

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende],

wonende te [woonplaats],

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 29 juli 2013, nummer AWB 13/1199 in het geding tussen

belanghebbende,

en

de Heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende na te melden naheffingsaanslag parkeerbelasting.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is onder aanslagnummer [aanslagnummer] een naheffingsaanslag in de parkeerbelasting opgelegd ten bedrage van € 54,50.

Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur bij uitspraak de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 44. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en de Heffingsambtenaar gelast aan belanghebbende het door deze betaalde griffierecht te vergoeden.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.

Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van

€ 118. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht heeft belanghebbende vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.

1.5.

De zitting heeft plaatsgehad op 3 december 2014 te ‘s-Hertogenbosch.

Aldaar is toen verschenen en gehoord namens de Heffingsambtenaar, de heer [A]. Belanghebbende en zijn gemachtigde zijn beiden, met bericht van verhindering, niet verschenen.

1.6.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

De Verordening parkeerbelastingen 2012, door de Raad van de gemeente Waalwijk vastgesteld op 10 november 2011, luidt voor zover hier van belang als volgt:

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

(…)

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam parkeerbelastingen worden de volgende belastingen geheven:

a een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

(…)

Artikel 3 Belastingplicht

1 De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degenen die het voertuig heeft geparkeerd.

(…)

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 6

1 De belasting als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven door middel van het bij aanvang van het parkeren werpen van geld in de parkeerapparatuur, door middel van het al dan niet elektronisch in werking stellen van parkeerapparatuur of het met behulp van een mobiele telefoon, computer of ander communicatie-middel inloggen op de centrale computer van een belparkeerprovider. Indien de parkeerapparatuur is voorzien van een automatische slagboom moet de belasting worden betaald op het tijdstip waarop het parkeren eindigt. Van de verschuldigde belasting per tijdseenheid wordt op de parkeerapparatuur kennis gegeven. Het college van burgemeester en wethouders geeft omtrent een en ander nadere regels.

(…)

In de Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2012 is voor zover van belang, het volgende vermeld:

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening Parkeerbelastingen 2012 bedraagt voor de op de bijbehorende kaart aangegeven zones:

Zone Gebied dagen tarief per uur parkeerduur

3 Unnaplein maan-t/m € 1,10 onbeperkt

donderdag

3 Unnaplein vrij- t/m € 1,50 onbeperkt

Zondag

(….)

Verklaringen

(…)

Zone gebied Locaties

Zone 3 Unnaplein Unnaplein, St. Janspoort, Vredesplein.

(…)

Periodes betaald parkeren

(…)

koopzondag 12.00 uur – 17.00 uur

2.2.

Belanghebbende heeft op 23 december 2012 om 13.46 uur een personenauto van het merk [B], kleur grijs, met kenteken [kenteken], geparkeerd aan het Vredesplein te Waalwijk. Het Vredesplein in een locatie als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Verordening (hierna: de locatie). Belanghebbende heeft ter zake van voormeld parkeren geen parkeerbelasting voldaan.

2.3.

Aan de buitenzijde van de parkeerautomaat is geen informatie omtrent de verschuldigde belasting per tijdseenheid aangebracht. Wel is informatie omtrent de verschuldigde belasting per tijdseenheid beschikbaar via de knop “Tariefinfo” aan de voorzijde van de parkeerautomaat. Na het intoetsen van de toets “Tariefinfo” op het display is het volgende zichtbaar:

“TARIEF

Maandag t/m donderdag € 1,10 per uur

Vrijdag en zaterdag € 1,50 per uur

BETAALD PARKEREN

Maandag t/m zaterdag 09.00 - 18.00

Vrijdag en overige koopavonden 18.00 - 21.00

Koopzondagen 12.00 – 17.00”

2.4.

Op de locatie is uitsluitend op de acht zondagen die zijn aangewezen als koopzondag, parkeerbelasting verschuldigd. De overige zondagen is ter zake van het parkeren op de locatie geen parkeerbelasting verschuldigd

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

Belanghebbende is van mening dat deze vraag ontkennend moet worden beantwoord. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, van al welke stukken de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

Partijen hebben hieraan ter zitting het volgende toegevoegd:

Heffingsambtenaar

Ik overleg u een schermprint van de automaatdisplays en een document waaruit blijkt dat de automaat op zondagstarief stond ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag. Ik heb deze stukken pas kort geleden ontvangen. In januari 2013 heeft een wisseling van parkeerdienstverlener plaatsgevonden. Deze zaak betreft nog een zaak van de oude parkeerdienstverlener. Er zijn kennelijk wat strubbelingen geweest met de overdracht van de zaak. Het dossier is al in november 2013 overgedragen, maar vanwege interne problemen ontving ik het dossier pas afgelopen vrijdag. Ik neem kennis van de mededeling van het Hof dat bedoelde stukken tardief worden verklaard en neem deze stukken van het Hof weer in ontvangst.

Belanghebbende stelt dat hij in de veronderstelling verkeerde dat het geen koopzondag was en dat hij geen parkeerbelasting verschuldigd was. Later stelt hij dat hij zich er niet van bewust was dat het koopzondag was. Daarom heeft hij de parkeerautomaat niet geraadpleegd. Als hij dat wel had gedaan, dan had hij door op de tariefknop te drukken kunnen weten dat hij had moeten betalen. In het bezwaarschrift verklaart hij dat hij de zuil niet heeft geraadpleegd. Maar dat had hij wel moeten doen. In hoger beroep komt belanghebbende met de stelling dat de informatie op die zuil niet volledig zou zijn geweest. Als laatste concludeert belanghebbende dat het afschaffen van het heffen van parkeerbelasting op de koopzondagen is ingegeven door de vele onduidelijkheden, maar dat is niet het geval. De gemeente wilde het winkelgebied aantrekkelijker maken en heeft er daarom voor gekozen om meer parkeergelegenheid te realiseren waar achteraf kan worden betaald, om af te zien van betaald parkeren tijdens koopzondagen en om het tarief op doordeweekse dagen lager te stellen dan het tarief in het weekend.

Op extra koopzondagen worden in algemeen meer naheffingsaanslagen opgelegd, omdat mensen denken dat gratis mag worden geparkeerd. Maar de conclusie dat de informatie niet duidelijk is, is te kort door de bocht. De grote borden staan bij parkeerterreinen waar achteraf betaald kan worden. Bij die parkeerterreinen moeten de tarieven voor het inrijden worden aangegeven.

Op de parkeerautomaat staan onderin het scherm de dagen en tijden vermeld waarop betaald moet worden, de tarieven staan bovenaan vermeld. Belanghebbende heeft een foto overgelegd waarop geen tarief met betrekking tot het parkeren op koopzondag stond vermeld, maar op die datum was op koopzondag geen parkeerbelasting meer verschuldigd. Dus is het logisch dat het op dat moment niet op de automaat was vermeld.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot gegrondverklaring van het hoger beroep, vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraak van de Heffingsambtenaar en van de naheffingsaanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot ongegrondverklaring van het hoger beroep en bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing