Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11-09-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3526, 14/00529

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 11-09-2015, ECLI:NL:GHSHE:2015:3526, 14/00529

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
11 september 2015
Datum publicatie
25 september 2015
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2015:3526
Zaaknummer
14/00529

Inhoudsindicatie

Geschil betreffende WOZ-waarde van woonhuis in de nabijheid van een champignonkwekerij, een paardenfokkerij en een loonwerkersbedrijf. Het geschil spitst zich uiteindelijk toe op de waarde van de grond. De heffingsambtenaar gebruikt het kavelmodel, de belanghebbende een model waarbij ten opzicht van de referentiepanden (ook) voor de grond een correctie van de waarde wordt aangebracht voor de ligging. Het Hof oordeelt met de Rechtbank dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening heeft gehouden met de overlast van nabij landbouw(verkeer). Anders dan de Rechtbank, die een vast bedrag in mindering heeft gebracht op de waarde van de heffingsambtenaar, volgt het Hof de waardeberekening van de grond van de belanghebbende.

(hoger beroep gegrond)

Uitspraak

Team belastingrecht

Eerste enkelvoudige Belastingkamer

Kenmerk: 14/00529

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

en het incidenteel hoger beroep van

Werkleider belastingen projectorganisatie Financiën Horst aan de Maas,

hierna: de Heffingsambtenaar,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg (hierna: de Rechtbank) van 11 april 2014, nummer AWB 13/2333, in het geding tussen

belanghebbende,

en

de Heffingsambtenaar, betreffende de hierna te vermelden beschikkingen.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Het geschil betreft de waarde voor de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) voor de onroerende zaak [a-straat] 15, te [woonplaats] (hierna: de onroerende zaak). Het Hof verwijst voor het procesverloop tot het beroep in eerste instantie naar de uitspraak van de Rechtbank.

1.2.

De Rechtbank heeft bij uitspraak van 11 april 2014 het beroep gegrond verklaard, de door de Heffingsambtenaar vastgestelde waarde van de onroerende zaak verminderd (van € 268.000) tot € 259.000, met nevenbeslissingen als in de uitspraak vermeld.

1.3.

Belanghebbende heeft op regelmatige wijze hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 122,00. De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend, tevens incidenteel hoger beroep.

1.4.

Belanghebbende heeft het incidentele hoger beroep beantwoord, bij schrijven door hem aangeduid als conclusie van repliek. De Heffingsambtenaar heeft geantwoord bij conclusie van dupliek.

1.5.

De zitting heeft plaatsgehad op 30 juli 2015 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [A] van [B] te [C] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Heffingsambtenaar, de heren [D] en [E] (taxateur).

1.6.

Het Hof heeft het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak met adres [a-straat] 15, kadastraal bekend gemeente [F] , sectie [--] , perceel nummer [0000] , ter grootte van 7 are 40 centiare (740 m²).

2.2.

De onroerende zaak is een geschakeld woonhuis. Het betreft een halfvrijstaande woning met aangebouwde garage, woonkamer en berging, gelegen tussen soortgelijke woningen. Het bouwjaar is circa 1978.

2.3.

In de nabijheid van de onroerende zaak bevinden zich een champignonkwekerij, een paardenfokkerij en een loonwerkersbedrijf.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

In geschil is de WOZ-waarde van de onroerende zaak.

3.2.

Belanghebbende bepleit een waarde van € 221.000. De Heffingsambtenaar bepleit een waarde van € 264.000.

3.3.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Ter zitting hebben zij hun argumenten nader toegelicht.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de WOZ-waarde tot een bedrag van € 221.000. De Heffingsambtenaar concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing