Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20-05-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1995, 15/00109

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20-05-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:1995, 15/00109

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
20 mei 2016
Datum publicatie
17 augustus 2016
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2016:1995
Zaaknummer
15/00109

Inhoudsindicatie

Weliswaar heeft gemeente noch in de Verordening, noch in een nader besluit, de verplichting opgenomen dat een parkeerkaartje zichtbaar achter de voorruit moet worden gelegd, maar dat laat onverlet dat de Heffingsambtenaar aan zijn bewijslast kan voldoen dat terecht is nageheven. In het onderhavige geval heeft de Heffingsambtenaar aan zijn bewijslast voldaan door een ambtsedige verklaring van de parkeercontroleur en door vele foto’s van de situatie ter plekke, van de auto, van de bebording en van parkeerautomaten te overleggen. Behoudens de stelling dat een geldig parkeerkaartje in het handschoenenkastje lag, welke stelling het Hof niet aannemelijk acht, heeft belanghebbende geen tegenbewijs geleverd.

Uitspraak

Team belastingrecht

Enkelvoudige Belastingkamer

Kenmerk: 15/00109

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [plaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 23 december 2014, nummer AWB 14/4398, in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende de hierna vermelde naheffingsaanslag.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is onder kenmerk [nummer 1] een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd ten bedrage van € 66,10, bestaande uit € 12,10 aan belasting en € 54 aan kosten, welke naheffingsaanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Heffingsambtenaar is gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit hoger beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 123.

De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 4 maart 2016 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar is toen verschenen en gehoord, namens de Heffingsambtenaar, mevrouw [A] . Belanghebbende, noch haar gemachtigde, is verschenen. De griffier heeft verklaard dat zij gemachtigde bij op 22 januari 2016, met nummer [nummer 2] aangetekend naar het door gemachtigde zelf opgegeven adres verzonden uitnodiging, waarvan een afschrift tot de stukken behoort, heeft kennis gegeven van datum, plaats en tijdstip van de zitting. Tot de stukken behoort een kopie van de op de onderhavige uitnodiging betrekking hebbende gedeelte van de lijst van aangetekende verzendbewijzen en een schermprint van de op dat verzendbewijs betrekking hebbende statusinformatie, afkomstig van de website van Postnl. Hieruit volgt dat de uitnodiging op 23 januari 2016 op het door gemachtigde opgegeven adres is afgeleverd.

1.5.

Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek gesloten.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan:

2.1.

Ten tijde van het opleggen van de naheffingsaanslag, op 29 maart 2014 om 17.34 uur, stond belanghebbendes personenauto, merk [merk] , met het kenteken [nummer 3] , op een parkeerplaats aan de Heuvelstraat te Tilburg. Deze locatie is door de burgemeester en wethouders op grond van de “Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2014” (hierna: de Verordening) aangewezen als plaats waar tegen betaling van parkeerbelasting mag worden geparkeerd.

2.2.

Op de plaats van parkeren mag alleen met een vergunning of een dagticket van € 15,10 worden geparkeerd. Bij de controle op 29 maart 2014 is door de parkeercontroleur geconstateerd dat achter de voorruit van de auto een parkeerticket met nr. [nummer 4] lag, met een parkeertijd tot 18.35 uur, waarvoor € 3 was betaald. Een dagticket of vergunning lag niet achter de voorruit. De parkeercontroleur heeft van de situatie ter plekke en van de voorruit en dashboard foto’s gemaakt.

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend; de Heffingsambtenaar bevestigend.

3.2.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden, die daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Ter zitting zijn door de Heffingsambtenaar hieraan geen nieuwe argumenten toegevoegd.

3.3.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraak van de Heffingsambtenaar en van de naheffingsaanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing