Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-09-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4308, 15/00909
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-09-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4308, 15/00909
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 23 september 2016
- Datum publicatie
- 30 december 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2016:4308
- Zaaknummer
- 15/00909
Inhoudsindicatie
Geen recht op zelfstandigenaftrek. Belanghebbende voldoet niet aan urencriterium. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij (naast zijn dienstbetrekking) ten minste 1225 uur aan werkzaamheden voor de onderneming heeft besteed.
Uitspraak
Kenmerk 15/00909
23 september 2016
uitspraak van de meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] , wonende te [woonplaats] , belanghebbende,
gemachtigde: [A]
tegen de uitspraak van 26 mei 2015 in de zaak met kenmerk AWB 14/5962 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
de inspecteur ( [B] en [C] )
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft met dagtekening 11 april 2014 aan belanghebbende voor het jaar 2011 een aanslag opgelegd in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB) berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.888 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.540.
Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de inspecteur bij uitspraak, gedagtekend 12 september 2014, de aanslag gehandhaafd.
Het tegen deze uitspraak ingestelde beroep heeft de rechtbank in haar uitspraak ongegrond verklaard.
Het tegen deze uitspraak ingestelde hoger beroep is bij het Hof ingekomen op 30 juni 2015. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2016. Daarbij zijn verschenen belanghebbende en zijn gemachtigde, alsmede van de zijde van de inspecteur [B] en [C] voornoemd. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat met deze uitspraak wordt meegezonden.
2 Feiten
Belanghebbende is geboren [in] augustus 1964 en is woonachtig in [woonplaats] .
Vanaf [maart] 2006 is hij vennoot in een vennootschap onder firma met de naam [D] (hierna: VOF). De VOF drijft een onderneming in het opmaken van onderscheidingen en het slaan van munten en medailles.
Belanghebbende heeft een ‘full-time’ dienstbetrekking bij het Minister van Defensie. Volgens belanghebbende werkt hij in het kader van die dienstbetrekking
effectief 36 uur per week, ofwel per week vier dagen van negen uur.
Belanghebbende heeft op 29 augustus 2012 de aangifte inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2011 ingediend. Belanghebbende heeft, naast loon uit dienstbetrekking, winst uit onderneming aangegeven en daarbij aanspraak gemaakt op de zelfstandigenaftrek (€ 8.817).
De inspecteur heeft belanghebbende bij brief van 8 oktober 2013 verzocht om gespecificeerde overzichten van de werkzaamheden in de onderneming en van de overige werkzaamheden en de tijd die hij daaraan heeft besteed.
Belanghebbende heeft de inspecteur het volgende overzicht verstrekt:
[D] urenregistratie [belanghebbende]
Totaal 2011
Totaal aantal uren dit jaar: 1525 uren
Dagen gewerkt: 268 dagen
Dagen vrij: 97 dagen
gewerkte dagen |
vrije dagen |
gewerkte uren |
|
jan |
25 |
6 |
144 |
feb |
24 |
4 |
140 |
mrt |
26 |
5 |
148 |
apr |
26 |
4 |
149 |
mei |
18 |
13 |
105 |
jun |
26 |
4 |
158 |
jul |
13 |
18 |
84 |
aug |
27 |
4 |
112 |
sep |
11 |
19 |
45 |
okt |
23 |
8 |
137 |
nov |
26 |
4 |
158 |
dec |
23 |
8 |
145 |
Bij het overzicht is een opsomming van hoofdtaken gegeven.
In hoger beroep heeft belanghebbende aangegeven in 2011 in totaal 1350 uur te hebben gewerkt in het kader van zijn dienstbetrekking bij het Ministerie van Defensie (in januari 144 uur, in februari 90 uur, in maart 153 uur, in april 126 uur, in mei 108 uur, in juni 126 uur, in juli 72 uur, in augustus 117 uur, in september 0 uur, in oktober 117 uur, in november 153 uur en in december 144 uur).
3 Geschil in hoger beroep
Evenals bij de rechtbank is bij het Hof in geschil of belanghebbende recht heeft op zelfstandigenaftrek. Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende voldaan heeft aan het zogenoemde urencriterium.
Partijen doen hun standpunten steunen op de gronden welke door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken. Voor hetgeen zij daaraan ter zitting hebben toegevoegd wordt verwezen naar het van het verhandelde ter zitting opgemaakte proces-verbaal.