Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-11-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4940, 15/00835

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 03-11-2016, ECLI:NL:GHSHE:2016:4940, 15/00835

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
3 november 2016
Datum publicatie
9 februari 2017
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2016:4940
Zaaknummer
15/00835

Inhoudsindicatie

Reclamebelasting. Afbakening kring belastingplichtigen. Heffing van belanghebbende rechtmatig; gebiedsafbakening niet in strijd met rechtsbeginselen.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Kenmerk: 15/00835

Uitspraak op het hoger beroep van

[belanghebbende] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna: belanghebbende,

tegen de uitspraak van Rechtbank Oost-Brabant (hierna: de Rechtbank) van 23 april 2015, kenmerk SHE 14/3891, in het geding tussen

belanghebbende

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Schijndel,

hierna: de Heffingsambtenaar,

betreffende de hierna te vermelden aanslag.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2014 een aanslag in de reclamebelasting opgelegd, onder aanslagnummer [aanslagnummer] , naar een bedrag van € 625 (hierna: de aanslag). Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Heffingsambtenaar de aanslag bij uitspraak gehandhaafd.

1.2.

Belanghebbende is van deze uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbende een griffierecht geheven van € 45.

De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.3.

Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van dit beroep heeft de griffier van belanghebbende een griffierecht geheven van € 123.

De Heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.4.

Op verzoek van het Hof heeft de Heffingsambtenaar voorafgaand aan de zitting nadere stukken in het geding gebracht. Deze stukken zijn in afschrift aan de wederpartij verstrekt.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 1 september 2016 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord belanghebbende, tot bijstand vergezeld van zijn gemachtigde, mevrouw [A] , alsmede, namens de Heffingsambtenaar, de heer [B] .

1.6.

Aan het slot van deze zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten en een schriftelijke uitspraak aangekondigd.

1.7.

De gemachtigde van belanghebbende heeft op 18 september 2016 een e-mail aan de griffier van het Hof gezonden. Het Hof heeft die e-mail opgevat als een verzoek om heropening van het vooronderzoek en dat verzoek op de hierna onder 4.0 vermelde gronden afgewezen.

2 Feiten

Op grond van de stukken van het geding en het onderzoek ter zitting zijn in deze zaak de volgende feiten en omstandigheden voor het Hof komen vast te staan.

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak met het adres [a-straat] 60 te [C] (hierna: de onroerende zaak). In deze onroerende zaak is de onderneming van belanghebbende “ [D] [C] ” gevestigd. De onroerende zaak is gelegen ten noordwesten van de [b-straat] te [C] .

2.2.

Op, dan wel aan, de onroerende zaak zijn diverse borden aangebracht met de naam “ [D] ”, die vanaf de openbare weg zichtbaar zijn.

2.3.

De aanslag is opgelegd ter zake van de onder 2.2 bedoelde reclame-uitingen. De aanslag is opgelegd naar een bedrag van € 625, zijnde het tarief per jaar bij een bepaalde oppervlakte van reclameobjecten voor Tariefgebied C.

2.4.

De Verordening reclamebelasting 2012 van de gemeente Schijndel (hierna: de Gemeente) (hierna: de Verordening) luidt, voor zover van belang, als volgt:

“(…)

overwegende:

dat de gemeente, de winkeliersverenigingen, de horeca en de stichting Citymanagement Schijndel in gezamenlijk belang willen investeren in het economisch versterken en aantrekkelijker maken van de winkelcentra in Schijndel;

dat de ondernemingsverenigingen en de stichting daarvoor aan de gemeente verzocht hebben om een reclamebelasting in het leven te roepen ter financiering van de uitgaven van de stichting Citymanagement Schijndel ;

(…)

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het aangewezen gebied van de gemeente Schijndel zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart. Het totale gebied waarop de reclame belasting betrekking heeft, wordt begrensd door:

- [a-straat] oneven zijde vanaf de kruising met de [c-straat] ;

- (…)

(…)

Tariefgebied C

Als tariefgebied C worden de verspreide voorzieningen aangewezen en dit omvat alle percelen binnen het gebied waar de reclamebelasting van toepassing is zoals aangegeven op de bij de verordening behorende kaart, welke niet gelegen zijn binnen de beide hiervoor beschreven gebieden. (…)”

2.5.

Aan de Toelichting Verordening Reclamebelasting 2012 van de Gemeente (hierna: de toelichting op de Verordening) kan het volgende worden ontleend:

Algemene toelichting

De gemeente, de winkeliersverenigingen, de horeca en de stichting Citymanagement Schijndel willen in gezamenlijk belang investeren in het economisch versterken en aantrekkelijker maken van de winkelcentra in Schijndel. Daarvoor hebben de ondernemers en de stichting aan de gemeente verzocht een reclamebelasting in het leven te roepen. Met de opbrengsten van deze belasting zullen de kosten van het citymanagement worden betaald.

De uit de reclamebelasting verkregen opbrengst kan in beginsel vrij besteed worden. De reclamebelasting is – net als bijvoorbeeld de OZB en de hondenbelasting – een vrij besteedbare heffing. Het is echter niet de bedoeling om de verkregen opbrengst in de algemene middelen te laten vloeien. De opbrengst wordt ingezet voor structurele financiering van het nieuwe Citymanagement in Schijndel. Uit het daartoe in het leven te roepen fonds worden de kosten betaald van onder andere de verbetering van de belevingswaarde in de openbare ruimte in de winkelgebieden door o.a. de feest- en kerstverlichting op te hangen en het aanbrengen van bloemenbaskets. Tevens zullen evenementen en promotionele activiteiten, gericht op het versterken van het imago van Schijndel als winkelcentrum, zoals de themajaarmarkt Hartemèrt en activiteiten op koopzondagen en sfeermakers op andere dagen, met de opbrengsten worden gefinancierd. De citymanager gaat met ondersteuning alle benodigde activiteiten en planning oppakken om zo snel mogelijk tot resultaten te komen.

Wij hechten er aan op te merken dat de investeringen en activiteiten die bekostigd worden met de reclamebelasting uitdrukkelijk niet behoren tot de reguliere publieke taak van de gemeente.

Omdat de invoering van de reclamebelasting wordt gekoppeld aan het oprichten van het citymanagement dat zich uitsluitend richt op het kernwinkelgebied en omgeving en winkelgebied [a-straat] - [d-straat] , is er een rechtvaardigingsgrond voor het beperkte gebied waarbinnen de reclamebelasting wordt geheven. De exacte afbakening van het aangewezen gebied is aangegeven op de bij de verordening behorende (digitale) kaart. Er bestaat bij een dergelijke geografische afbakening geen strijd met het gelijkheidsbeginsel (zie verder de toelichting bij artikel 2).

(…)

Artikelsgewijze toelichting

(…)

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Alleen binnen het centrum van Schijndel geplaatste of aangebrachte openbare aankondigingen vallen onder de reclamebelasting. Op de bij de verordening gevoegde kaart is aangegeven hoever het bereik van de reclamebelasting gaat. Ter zake van aankondigingen buiten de grenzen van dat gebied kan de gemeente dus geen reclamebelasting heffen, ook al zijn deze aankondigingen zichtbaar van de openbare weg binnen die grenzen.

Als uitgangspunt geldt het gebied dat profiteert van de activiteiten en voorzieningen die met de opbrengsten van de reclameheffing zullen worden gefinancierd. Bovendien is aangesloten bij de begrenzing uit het bestemmingsplan 2009. Daarom ligt het voor de hand om ook bij de reclamebelasting begrenzing van het kernwinkelgebied hierbij aan te sluiten.

Steun in de jurisprudentie voor deze beperking van het gebied van de reclamebelasting kan gevonden worden in de uitspraak van de Rechtbank Middelburg van 30 januari 2008, AWB 07/443, Belastingblad 2008, blz. 587. De rechtbank besliste onder verwijzing naar (kennelijk) het arrest van de Hoge Raad van 21 juni 2000, nr. 33 816, Belastingblad 2000, blz. 829, dat de reclamebelasting gelet op de gemeentelijke autonomie slechts in een deel van de gemeente kan worden ingevoerd, mits daarvoor een objectieve en redelijke grond bestaat. De met het heffen van reclamebelasting gepaard gaande perceptiekosten kunnen een rol spelen bij de beslissing tot het al dan niet invoeren van deze belasting. Het beperken van de perceptiekosten als zodanig vormt geen dragende objectief onderscheidende overweging bij de beslissing om slechts in een deel van de gemeente reclamebelasting te heffen. Deze beperking dient dan ook gebaseerd te zijn op andere (objectief onderscheidende) gronden. Het Gerechtshof Den Haag heeft in de uitspraak van 23 augustus 2009 de uitspraak van de rechtbank Middelburg bevestigd.

Zoals reeds opgemerkt is de invoering van de reclamebelasting in het aangewezen gebied van Schijndel bedoeld voor voeding van het Citymanagement . Dit is een objectieve rechtvaardigingsgrond om slechts in een beperkt gedeelte van Schijndel een reclamebelasting te heffen. De met de gelden van de reclamebelasting getroffen voorzieningen en verrichte diensten in het kader van het Citymanagement zijn in het bijzondere belang van en van bijzonder profijt voor alle belastingplichtigen die onder het bereik van de heffing vallen.

Binnen het aangewezen gebied zal worden gewerkt met drie tarieven. Tariefgebied A bestaat uit het kernwinkelgebied en dit is het gedeelte dat in het bestemmingsplan Centrum 2009 is aangeduid als centrumvoorzieningen. In dit gebied zullen de meeste activiteiten en voorzieningen gaan plaatsvinden en kent aldus het hoogste tarief. Dit gebied bestaat uit het rode gedeelte van de bij de verordening behorende kaart.

Tariefgebied B bestaat uit het winkelgebied [d-straat] en bestaat uit de het aaneengesloten winkel/detailhandelgebied dat is gelegen aan de [a-straat] (even zijde vanaf nummer 216), de [d-straat] , [e-straat] en [f-straat] . Dit gebied bestaat uit het blauwe gedeelte van de bij de verordening behorende kaart.

Het derde tariefgebied C bestaat uit de verspreide voorzieningen, welke niet tot de tariefgebieden A en B behoren. De in dit gebied gelegen objecten zullen ook profiteren van de activiteiten die met de opbrengsten van de reclameheffing zullen worden gefinancierd, maar mede omdat veel activiteiten met name in het kernwinkelgebied en/of de [d-straat] zullen plaatsvinden, is ervoor gekozen om voor dit gebied een lager tarief te hanteren. Dit gebied omvat het groene gedeelte van de bij de verordening behorende kaart. De indeling in drie tariefgebieden alsmede de hoogte van de tarieven zijn overigens in overleg met het citymanagement tot stand gekomen, waarbij de begroting van de kosten en het jaarplan als basis hebben gefungeerd.”

2.6.

De Gemeente heeft een convenant gesloten met Stichting Citymanagement (hierna: Citymanagement ), welke stichting door de gezamenlijke winkeliersverenigingen in Schijndel is opgericht. Volgens dit convenant zal Citymanagement zich richten “op het in de statuten gemelde doel in het aangegeven gebied en de realisatie van activiteiten zoals vastgelegd in het activiteitenplan”. De Gemeente stelt volgens het Convenant een uitvoeringsbudget beschikbaar om het bedoelde doel te realiseren.

2.7.

Aan de statuten van Citymanagement kan het volgende worden ontleend:

Artikel 2. Doel en middelen

1. (…) [ Citymanagement ] stelt zich ten doel zaken te behartigen en ontwikkelingen te initiëren die in het belang zijn van aantrekkelijke, kwalitatief hoogwaardige en duurzame (buurt) centra in de gemeente [C] en zet zich tevens in voor het bevorderen van de leefbaarheid van deze centra alsmede voor het scheppen van een goede balans tussen winkelen, wonen en ontspanning.

(…)”

2.8.

Tot de gedingstukken behoort een afschrift van “Actiejaarplan Citymanagement Schijndel 2014”. Tot de gedingstukken behoren voorts het financiële jaarverslag 2014 van Citymanagement , alsmede haar begrotingen betreffende de jaren 2014 en 2015.

2.9.

Aan het in kopie tot de gedingstukken behorende Bestemmingsplan Centrum 2009 van de Gemeente (hierna: het Bestemmingsplan Centrum) kan onder meer het volgende worden ontleend:

“(…)

5.1

Detailhandel

Het centrum van Schijndel heeft een heldere lineaire structuur. Het kernwinkelgebied bestaat uit het deel van de [a-straat] tussen de supermarkten Plus, Aldi en C1000 met het warenhuis Hema als middelpunt. De delen van de [a-straat] ten noordwesten van de [b-straat] en ten zuidoosten van de [g-straat] liggen buiten het kernwinkelgebied. Deze delen functioneren als aanloopstraten van het kernwinkelgebied c.q. concentratiegebied, met een brede mix aan functies (o.a. wonen en dienstverlening). Hier zijn enkele winkels (± 10 verkooppunten) met een totale omvang van ± 1.200 m2 winkelvloeroppervlakte. Inclusief deze aanloopgebieden is het centrum van Schijndel ruim 800 meter lang en daarmee behoorlijk langgerekt te noemen. Gemeente Schijndel zet de komende jaren in op de ruimtelijke verdichting en optimalisatie van het winkelapparaat binnen het kernwinkelgebied door middel van het op gang brengen van een concentratieproces. (…)”

3 Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft de rechtmatigheid van de aanslag.

3.2.

Belanghebbende is van mening dat de aanslag ten onrechte is opgelegd. De Heffingsambtenaar is de tegenovergestelde opvatting toegedaan.

3.3.

Partijen doen hun standpunten in hoger beroep steunen op de gronden welke daartoe door hen zijn aangevoerd in de van hen afkomstige stukken, waarvan de inhoud als hier ingevoegd moet worden aangemerkt.

Ter zitting hebben zij hun standpunten nader toegelicht, maar daaraan geen nieuwe argumenten toegevoegd. Belanghebbende heeft, bij monde van zijn gemachtigde, ter zitting te kennen gegeven dat zijn grief, inhoudende dat Citymanagement als bestuursorgaan moet worden aangemerkt, aldus moet worden verstaan dat de onderwerpelijke heffing van reclamebelasting onrechtmatig is, althans niet op een verbindende regeling is gebaseerd, omdat de Gemeente de door Citymanagement verrichte (en door de Gemeente bekostigde) activiteiten niet zonder openbare aanbesteding door Citymanagement kan laten verrichten.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de aanslag. De Heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van Rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing